De crisis in de eurozone raakt steeds dieper en breder vertakt, dat konden we naar aanleiding van het ‘reddingsplan’ voor de Spaanse banken nog eens vaststellen. De positieve ontvangst op de markten duurde letterlijk één uur.
De definitie van deze crisis moet trouwens dringend bijgesteld worden. De meest gebruikte term luidt ‘de Europese schuldencrisis’. Dat is een simplistische en zelfs misleidende definitie.
De crisis in de eurozone is er een in 5D, in vijf dimensies. Elk van deze dimensies vormt een fameuze uitdaging. Bovendien zijn er talrijke interferenties tussen deze vijf dimensies. Daardoor is deze crisis zeer moeilijk te vatten en te vertalen in beleid. Die complexiteit is het enige excuus dat de Europese leiders kunnen aanvoeren voor hun falende interventies.
De eerste dimensie gaat over de structurele handicaps waarmee de Europese monetaire unie van bij de aanvang opgezadeld zit. Het gaat in essentie om twee elementen: het ontbreken van een politieke unie en het gebrek aan voldoende flexibele markten. De redenering in de aanloop naar de euro was dat de beleidsvoerders deze euvels en cours de route wel zouden oplossen. Iemand als gewezen premier Jean-Luc Dehaene maakte de zinsnede dat ‘Europa groeit door crises’ tot een van zijn lijfspreuken. Deze houding was een kolossale vergissing.
De tweede dimensie van de crisis in de eurozone gaat over de situatie van de banken. Zeker de grotere Europese banken zijn onvoldoende gekapitaliseerd en te groot voor hun moederland. Dat geldt zelfs voor landen als Duitsland en Frankrijk. Alleen een echte bankenunie met een delegatie van reguleringsbevoegdheid in de brede zin van het woord naar het Europese niveau kan soelaas brengen.
De bankendimensie van de eurocrisis interfereert nadrukkelijk met de derde dimensie, de toestand van de openbare financiën. Vooral onder druk van de demografie gaan alle Europese landen, net als de VS en Japan, naar onhoudbare schuldniveaus als het beleid niet drastisch omgelegd wordt. Elke dag blijkt hoe moeilijk het is om die omslag in het beleid door te zetten en vooral om er ook aan vast te houden. De problemen van de banken verzwaarden de voorbije periode de schuldgraad van de landen en dreigen dat in de toekomst nog meer te doen.
De vierde dimensie situeert zich vooral in de perifere landen en gaat over het gebrek aan internationaal concurrentievermogen van de ondernemingen. In de boomperiode die landen als Griekenland, Portugal en Spanje kenden tijdens de eerste jaren van hun lidmaatschap van de monetaire unie, escaleerden de lonen en andere interne kosten. Binnenlands gerichte sectoren als de bouw ondervonden daar aanvankelijk nauwelijks hinder van, maar voor de internationale ondernemingen werden de competitiviteitsproblemen gestaag groter. In andere omstandigheden zou een devaluatie van de munt de opgestapelde concurrentiehandicap wegnemen, maar in het stelsel van een eenheidsmunt kan dat uiteraard niet. Het gebrek aan internationale competitiviteit weegt zwaar op de economische groei en zwengelt de werkloosheid en de tekorten op begroting en handelsbalans voort aan.
De vijfde dimensie kreeg vorm terwijl de crisis zich ontwikkelde. Het gaat om het geleidelijke verlies aan geloofwaardigheid van de Europese leiders. Hoe vaak hoorden we hen de voorbije twee jaar, na de zoveelste Europese top of gelijkaardige meeting, niet verklaren dat ze de zaken nu echt onder controle hadden en dat het pas besloten pakket maatregelen de crisis zou bezweren? Almaar sneller lieten de markten weten dat ze het daar helemaal niet mee eens waren. De inschatting van de markten was telkens weer de correcte analyse.
De euroleiders zijn op een gevaarlijk punt gekomen. Als ze morgen geen pakket echt deugdelijke maatregelen nemen, lopen ze het risico dat ze niet langer het voordeel van de twijfel krijgen. De scepsis over hun uitspraken en beloftes is dan te groot en het voortbestaan van de euro wordt noodlottig. Bovendien werkt de onzekerheid hoe langer hoe nefaster in op de sociaaleconomische gang van zaken. De eurocrisis is een systeemcrisis met verstrekkende maatschappelijke gevolgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier