Corona-aangifte
Het virus zit overal. Ook de nieuwe belastingaangifte ontsnapt niet aan corona. De Vlaamse belastingaangifte dikt aan met achttien nieuwe codes, de Brusselse en de Waalse met twintig. Alle nieuwe codes zijn toe te schrijven aan coronamaatregelen. ‘Meer kapitaal voor bedrijven’ is de rode draad die door de nieuwe aangifterubrieken loopt. Het afgelopen jaar zijn een heleboel maatregelen genomen om kapitaalinjecties in het bedrijfsleven te stimuleren, om de nefaste economische gevolgen van de pandemie te beperken.
De nieuwe codes zijn trouwens blijvers, want de maatregelen krijgen nog een vervolg dit jaar of gelden voor onbepaalde tijd. Van de nieuwe federale taxshelter voor investeringen in kmo’s met een omzetverlies, over de uitbreiding van de fiscale voordelen voor de Vlaamse winwinlening en de Waalse lening Coup de Pouce (vrij vertaald: ruggensteuntje) tot de invoering van een nieuw Brussels belastingkrediet voor de Proxi-lening: het zijn allemaal variaties op hetzelfde thema: geld van de particuliere markt laten vloeien naar ondernemingen. Soms vraag je je af waarom onze personenbelasting zo nodig moest worden geregionaliseerd “opdat elk gewest zijn eigen fiscaal beleid kan voeren”, als de overheden toch leentjebuur spelen bij elkaar. Zo is het Vlaamse Vriendenaandeel – nog niet in deze, wel in de volgende aangifte – geënt op de federale taxshelter, en is de wederzijdse copy-paste van de winwinlening, de Coup de Pouce en de Proxi-lening overduidelijk.
Soms vraag je je af waarom onze personenbelasting zo nodig moest worden geregionaliseerd.
Een rubriek die uit de aangifte verdween om niet meer terug te komen, is de rubriek waar men moest melden dat men meerdere effectenrekeningen had. Het Grondwettelijk Hof heeft de oude taks op effectenrekeningen vernietigd, en de nieuwe, die pas speelt vanaf dit jaar, viseert de effectenrekening zelf en niet de houder ervan. Daarom: exit meldplicht.
Maar het aantal aangiftecodes is niet het echte probleem van onze belastingaangifte. Het probleem is de veel te complexe wetgeving die achter die codes schuilgaat. Het aangiftevak voor de uitgaven voor woonleningen is het schoolvoorbeeld. Een correcte en optimale aangifte van een hypotheek, zodat men het fiscale voordeel krijgt waarop men recht heeft, is allesbehalve vanzelfsprekend. Na de schokgolf die de staatshervorming zes jaar geleden teweegbracht in het fiscale landschap van de hypothecaire woonkredieten, met een gesplitste bevoegdheid (deels federaal en deels gewestelijk), zijn alle principes en axioma’s nog altijd niet gekend, ook niet bij de fiscus. Tot die conclusie komt ik toch, wanneer het zoveelste hypotheekdossier me bereikt waarin niet de belastingplichtige de bal misslaat, maar wel zijn belastingambtenaar, die met zijn eigen ¬ vaak creatieve of originele, maar helaas foute ¬ invulling van de fiscale wet de belastingplichtige onterecht honderden euro’s lichter maakt.
Je kunt dat de fiscus niet eens kwalijk nemen, maar wel de wetgever, die het nodig vond om van de hypotheekfiscaliteit, met zijn 125(!) aangiftecodes, een nieuw soort hogere wiskunde te maken, die te hooggegrepen is voor gewone stervelingen. Behalve dan voor de minister van Financiën. Die gaf vorige week onlineles aan middelbare scholieren naar aanleiding van de Week van het Geld, een initiatief van Wikifin.be om jongeren vertrouwd te maken met geldzaken. Wikifin.be, de portaalsite van de FSMA, tweette na afloop van de sessie met de minister trots dat de belastingaangifte geen geheimen meer heeft voor zijn leerlingen. Na 25 jaar opleiding geven over de materie wilde ik dat ik hetzelfde kon zeggen.
De auteur is fiscalist bij Wolters Kluwer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier