Concurrentie om de concurrentie
De Port Package, de Europese havenrichtlijn die de concurrentie in de havens moest aanzwengelen, werd vorige week weggestemd. Terecht, want de denkfout van de Europese Commissie – die liberalisering verwart met nivellering op de kleinste gemeenschappelijke deler – bestrafte juist de meest performante havens.
Het struikelblok was de zogenaamde zelfafhandeling: het laden en lossen van schepen door de bemanning. Het woord geldt als een vloek bij Vlaamse dokwerkers, die zweren bij de wet- Major. Deze wet uit 1973 komt neer op één zin: “In havengebieden moet de havenarbeid worden uitgevoerd door havenarbeiders.” Voor de Europese Commissie is de wet een verstoring van de vrije markt en een inbreuk op het vrije verkeer van diensten en personen. Commissaris Loyola de Palacio kijkt met argusogen naar een rechtszaak bij het Brusselse hof van beroep. In eerste aanleg – twee jaar geleden inmiddels – won een bedrijf dat niet-erkende havenarbeiders had tewerkgesteld, de zaak in eerste aanleg.
De vakbonden zijn terecht trots. Ze hebben twee jaar gevochten voor een symbool. Maar zonder de afwezigheid van een pak jastemmers, die vanwege het late uur van stemming al naar huis waren, was hun strijd voor niets geweest. Het geeft de verwerping van de richtlijn iets van een Pyrrusoverwinning. Zelfafhandeling zou de facto beperkt zijn gebleven tot losmaken en vastzetten van de lading – iets wat alleen in België door erkende kuipers moet gebeuren – en tot het af- en aanrijden van rollend materieel van schepen naar de kade. Geen terminaloperator die eraan denkt om een containerkraan in handen te geven van een – minder productieve – matroos. Echt ‘bedreigd’ waren alles samen 700 Vlaamse havenarbeiders op een totaal van 10.000 en bovendien konden zij terugvallen op hun statuut als dokwerker. Mocht de Brusselse rechter in beroep de wet-Major ook als strijdig met de Europese regels bestempelen, dan belet niets een Italiaanse rederij om zijn Siciliaanse havenarbeiders hier te laten komen werken. Al wordt de soep wellicht niet zo heet gegeten.
Toch heeft Europa de verwerping grotendeels aan zichzelf te danken. De eerste teksten van de richtlijn bepaalden dat voor havenarbeid een vergunning nodig was. In de weggestemde versie was die vergunning facultatief geworden. Eigenlijk is dat nu ook al zo, want het systeem-Major kent zijn evenknie niet in Europa, maar het laat de bonden toe de richtlijn te verketteren omdat de concurrentie op sociale voorwaarden er nog net niet in werd geïnstitutionaliseerd.
Ook slaagde De Palacio er niet in om de positieve punten van de Port Package – de regeling voor de sleepdiensten, de basis die werd gelegd voor meer transparante financieringssystemen voor haveninvesteringen – voldoende naar voor te halen. Waardoor de hele richtlijn een gevoel uitstraalde van concurrentie om de concurrentie. En daar is niemand mee gebaat. Want juist daardoor slaagde het oude continent erin om van de meest bloeiende activiteit in de maritieme sector, de containerbehandeling, de meest bloedende te maken. Met marges die er toe hebben geleid dat bijna alle grote terminaloperators – inclusief Hessenatie, Noord Natie en de kades van Seaport Terminals – nu in handen zijn van Aziatische of Australische spelers.
Luc Huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier