Comeback op het wereldtoneel
Na een lange afwezigheid speelt Duitsland opnieuw een hoofdrol op het internationale politieke toneel. Het binnenlandse beleid van de Grote Coalitie zit echter in het slop. En dat zal er in 2007 niet op verbeteren.
A ls er iets is waarover de Duitsers de jongste tijd niet te klagen hadden, dan is het wel over een gebrek aan inter- nationale belangstelling. In 2005 volgde de hele wereld met stijgende verbazing de politieke soap die uitliep op onbesliste verkiezingen, een Grote Coalitie en de allereerste vrouwelijke kanselier, Angela Merkel (CDU). Nog onderhoudender werd het in 2006, toen alle ogen op Duitsland gericht waren voor de Wereldbeker. En ook in 2007 zal het moeilijk worden om Europa’s grootste economie te negeren, al zal dit keer de belangstelling vooral uitgaan naar haar buitenlands beleid.
Tijdens de tweede helft van 2006 was er al een zekere ‘internationalisering’ van de politieke agenda van Duitsland merkbaar. Toegegeven, de toekomstige hervormingen van de financiering van de gezondheidszorg, de vennootschapsbelasting en de arbeidsmarkt bleven voor krantenkoppen zorgen. Maar die werden wel steeds meer verdrongen door nieuws uit Iran, Libanon en Afghanistan. Dat zorgde ervoor dat Frank-Walter Steinmeier, de sociaaldemocratische minister van Buitenlandse Zaken, de populairste politicus van Duitsland werd.
De Duitsers worden aangepord om zich bewust te worden van het feit dat ze niet langer toeschouwers zijn op het wereldtoneel, maar belangrijke spelers. Het land is evenveel betrokken bij de onderhandelingen over het nucleaire programma van Iran als de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad. Duitsland wordt stilaan ook een vaste waarde in vredesmissies: in 2006 werden Congo en Libanon toegevoegd aan de al lange lijst.
Dubbel voorzitterschap
Er is echter een reactie op til. We mogen ons verwachten aan een toenemend verhitte discussie over militaire missies in het buitenland. Als bijvoorbeeld Soedan in 2007 aan de orde komt, dan is het best mogelijk dat Duitsland neen zegt, vooral als tegen die tijd de Bundeswehr nog niet is teruggekeerd uit Congo.
Wat echter het buitenlands beleid vooral op de voorgrond zal schuiven, is een zeldzaam dubbel voorzitterschap: in januari zal Duitsland tegelijk de leiding nemen over de Europese Unie (EU) en over de G8, de groep van ‘s werelds grootste industrielanden. Aan het roer van de EU wordt de belangrijkste zorg van Duitsland de uitwerking van een stappenplan om de Europese grondwet uit het slop te halen. Binnen de G8 zal de Duitse regering afstand nemen van haar huidige focus op ontwikkelingszaken. De grote onderwerpen van de G8-top, die begin juni gehouden wordt in Heiligendamm aan de Oostzeekust, zullen zijn: de economische onevenwichten in de wereld, energie en de bescherming van intellectuele eigendom.
Sukkelen in het binnenland
Ten laatste tegen de tweede helft van 2007 zal de binnenlandse politiek van Duitsland opnieuw wereldwijd de aandacht trekken. Sinds het midden van 2006 heeft het land een ongebruikelijke bipolariteit ontwikkeld. De economie herpakte zich verbazingwekkend goed, met een groei in 2006 van om en bij de 2 % (tegenover amper 1 % in 2005) en een daling van het aantal werklozen met 500.000 tot 4,4 miljoen. Terzelfder tijd begonnen de Duitsers echter ontgoocheld te geraken over de Grote Coalitie en mevrouw Merkel. Steeds meer Duitsers zijn ervan overtuigd dat de alliantie van haar christendemocraten met de sociaaldemocraten niet in staat zal zijn om de problemen van het land op te lossen.
In 2007 zal die kloof tussen economische realiteit en politiek klimaat versmallen – zij het niet om de juiste reden. De groei zal waarschijnlijk vertragen, vooral omdat de regering, spijts kritiek, vasthoudt aan haar besluit om de btw-voet met drie percentpunten op te trekken naar 19 % en om te snoeien in de overheidssubsidies. Niet alleen wil ze het begrotingstekort beneden de door de EU vastgelegde 3 %-grens houden, ze wil ook het volume van federale leningen beneden dat van de investeringen krijgen – een grondwettelijke regel die al jaren met voeten getreden wordt.
De Grote Coalitie zal er echter wel doorheen sukkelen. Omdat de partijleiders geen overeenstemming bereikten, zullen belangrijke hervormingen, die tegen het einde van 2006 uitgevaardigd hadden moeten zijn, nu pas in de lente van 2007 voorgelegd worden aan het parlement. De kern van de hervormingen in de gezondheidszorg wordt het ‘gezondheidsfonds’, een ingewikkeld administratief instrument dat erop gericht is om de risico’s gelijk te stellen tussen de Duitse wettelijk erkende ziekteverzekeraars en om concurrentie onder die maatschappijen mogelijk te maken. De hervorming van de vennootschapsbelasting zal er vooral in bestaan dat de gemiddelde belastingvoet voor bedrijven verlaagd wordt naar 29 %, wat nog altijd meer is dan het Europese gemiddelde. De hervorming van de arbeidsmarkt zal onder meer het vastleggen van minimumlonen naargelang de sector omvatten en ook een of andere vorm van loonkostenverlaging voor laaggeschoolde werknemers. Al die hervormingen zullen evenwel neerkomen op een reeks kleinschalige compromissen, eerder dan op een echt structurele hervorming. Men zal zich dan ook steeds nadrukkelijker beginnen afvragen hoe lang de Grote Coalitie nog kan standhouden. Zelfs als de christendemocraten en de socialisten blijven samenwerken, dan nog zal het voor hen moeilijk zijn om nog iets van betekenis te realiseren in 2007. Duitsland zal dan een periode van permanent campagnevoeren binnentreden: een resem deelstaatverkiezingen zal uiteindelijk leiden naar federale verkiezingen in september 2009, wat betekent dat Duitsland in 2008 iets minder een wereldwijde attractie zal zijn.
De auteur is correspondent van The Economist voor Duitsland.
Ludwig Siegele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier