Comeback met evergreens
Bruce Springsteen en co halen miljoenen uit de verkoop van hun catalogus. De handel in muziekrechten boomt.
Muziekrechten worden tegenwoordig beschouwd als bijna net zo waardevast als een staatsobligatie ooit was. Als een artiest zijn imago niet ruïneert en de smaak van het publiek op lange termijn niet verandert, zijn popsongs goed voor terugkerende, betrouwbare inkomsten. “Van de speculatieve investeringen zijn muziekrechten bij de minst risicovolle”, zegt Christian Baierle, hoofd van de Hamburgse muziekuitgeverij Roba, die in muziekrechten handelt en uitgeverijen opkoopt. In zijn rechtencatalogus zitten liedjes als Y. M. C. A., Take Me Home, Country Roads en The Girl from Ipanema. Telkens als die worden gedraaid, krijgt Roba geld.
Doorslaggevend is de mate waarin het werk van een kunstenaar historisch relevant is en “deel uitmaakt van het culturele DNA”, zegt Hartwig Masuch, het hoofd van BMG. Die dochteronderneming van Bertelsmann specialiseerde zich al in 2008 in artiesten en hun rechten. Het is de enige Duitse speler op een markt waarop, naast de traditionele muziekmaatschappijen Warner, Sony en Universal, steeds meer financieel sterke investeringsfondsen bieden, waaronder BMG-partner KKR, Hipgnosis, de Blackstone Group en muziekuitgevers zoals Primary Wave.
In de afgelopen dertien maanden zijn de muziekrechten van enkele van de grootste pop- en rocksterren herverdeeld, voor gigantische bedragen. Bob Dylan ontving meer dan 300 miljoen dollar van Universal Music, Neil Young verkocht delen van zijn rechten aan Hipgnosis voor 150 miljoen, Paul Simon en de executeurs van de nalatenschap van David Bowie ontvingen elk 250 miljoen dollar. Ook Stevie Nicks en Tina Turner sloten lucratieve deals. Bruce Springsteen verkocht de rechten op zijn opnamen en liedjes aan Sony Music voor naar verluidt 550 miljoen dollar. En dan zijn de grootste brokken zijn nog niet verdeeld: The Rolling Stones, Pink Floyd, Queen, The Beatles.
Lucratief
Muziekrechten zijn crisisbestendig: als er geen concerten zijn, komt het geld binnen via radio, televisie, films, computerspelletjes of streamingdiensten. Het lucratiefst is reclame: voor het wereldwijde gebruik van een liedje kan meer dan 1 miljoen euro aan royalty’s verschuldigd zijn.
Zelfs pensioenfondsen of conservatieve fondsen beleggen in muziek. “Zelden worden afzonderlijke liedjes verkocht, vaak gaat het om hele rechtencatalogi met duizenden titels”, zegt Roba-baas Baierle. Als alle kosten worden afgetrokken, zijn rendementen van 7 procent en meer per jaar realistisch voor investeerders.
In 2010 waren nog maar weinig investeerders bereid negen keer de jaarlijkse inkomsten uit de publicatie van muziekrechten te betalen. Tien jaar later is dat meer dan het dubbele. De belangrijkste reden is streaming. Beleggers menen dat de grote tijden van de digitale inkomsten nog moeten komen.
Voor de groten van de popwereld is de enige vraag aan wie zij moeten verkopen: aan investeerders die in alles handelen, of aan de platenindustrie. Springsteen gaf de voorkeur aan zijn vaste partner Columbia. Want al blijft het auteursrecht in alle overeenkomsten bij de kunstenaar of zijn erfgenamen, sommigen willen toch een minimum aan controle behouden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier