Collectieve consumptieovereenkomsten?
Voedselveiligheid blijft een teer punt. Dat bewezen de voorbije weken het nitrofenschandaal in Duitsland en de aanstelling van PietVanthemsche tot gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid ( FAVV).
Voor Paul Verhaeghe, twee decennia aan het hoofd van de Federatie van deVoedingsindustrie ( Fevia), is het nu of nooit. “Als het met Vanthemsche niet lukt, zal het nooit lukken. Hij moet wel nog wat schaven aan zijn norse lichaamstaal.”
TRENDS. Het FAVV bestaat al drie jaar, maar komt nu pas op kruissnelheid. Van een gemiste kans gesproken.
PAUL VERHAEGHE (FEVIA). “De politici begingen een flater met hun grootspraak. Het nieuwe agentschap zou binnen het jaar operationeel zijn, maar de wetgeving was nog niet af, de invulling van het bestuur en het kader waren nog niet aan bod gekomen. Er was zelfs nog geen budget beschikbaar. Begin 2002 heeft de mini-pcb-crisis aangetoond dat het FAVV niet klaar was voor zijn taak. Luc Beernaert werd dan maar als zondebok de woestijn in gestuurd.”
Het is vandaag wel erg makkelijk om politici van alles de schuld te geven.
VERHAEGHE. “Voeding staat nog steeds niet vooraan in de politieke agenda. Het interesseert de politici alleen als de media met een nieuwe voedselcrisis aandraven. Dan breken de angstgevoelens bij de bevolking stormachtig los. Voeding raakt immers de meest intieme en individuele kant van het leven. Maar als die emotionele orkaan is geluwd, valt men zo snel mogelijk terug op de oude vertrouwde Wetstraat-dossiers.”
Is het niet de voedingsindustrie zelf die in de allereerste plaats orde op zaken moet stellen?
VERHAEGHE. “Gedurende vele decennia heeft de voedingssector geleefd in een sfeer van pour vivre heureux, vivons cachés. Maar de bedrijven staan vanzelfsprekend in het centrum van het gebeuren. Zelfcontrole dus, maar met de overheid in de rol van opperste scheidsrechter. Ik pleit daarom voor ‘collectieve consumptieovereenkomsten’. In de sociale sector bestaan al een halve eeuw collectieve arbeidsovereenkomsten. De consumptieovereenkomsten kunnen daarop voortbouwen. Consumenten en bedrijven moeten onder het waakzame oog van de overheid concrete afspraken maken over initiatieven en termijnen die moeten leiden tot de optimale borging van de voedselveiligheid.”
W.R. [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier