CAPTAINS OF INDUSTRY

Een uitgelezen plejade topfiguren uit de Belgische industriële en financiële wereld sprak de voorbije maanden openhartig en uitgebreid met Frans Crols, de directeur van Trends. Elk van hen zag een deel van zijn interview in de loop van 2005 in het weekblad verschijnen. Wat u in deze editie gebundeld ziet, is de integrale en uitgebreide versie van elke ontmoeting. Het zijn gesprekken geworden met een bijna tijdloos en testamentair patina.

De tien getuigenissen vormen een opmerkelijk document humain. Ze vatten veertig jaar Belgische en internationale economie samen, gezien van op de frontlijn, door de ogen van bevoorrechte getuigen en beslissers, met enkele thema’s die als een rode draad telkens opnieuw opduiken: de schizofrenie van dit communautaire land, de gapende kloof tussen politici en bedrijfsleiders, de slinkse verkoop van de Generale Maatschappij van België, de acute nood aan Belgische multinationals en onze toekomstige rijkdom in een markt die hypersnel globaliseert.

Rationele analyses doorspekt met verrassende en persoonlijke emoties. Philippe Bodson vertelt over zijn ontslag aan de top van Tractebel en de pijnlijke tijd die daarna volgde. Of over de kruisparticipatie tussen de energiegroep en het vermaledijde Enron, een piste die even werd overwogen (“Etienne Davignon steunde me daarbij, maar Enron had er geen oren naar”).

Paul Buysse heeft het over de prijs die hij voor zijn professionele carrière heeft betaald, over de politieke loopbaan die hij even overwoog en de vaak verborgen facetten van netwerking in het Belgische clubland (zegt hij: “Met mijn co-Knokkenaar Jan Coene heb ik gebeld na de Picanol-affaire. In tijden van tegenspoed moet je contact houden”).

De paden van deze captains of industry kruisten elkaar. Hoe ze al dan niet met elkaar opschoten, had tastbare economische gevolgen. Hun wederzijdse oordeel is dan ook interessant en revelerend. Pierre-Alain De Smedt over Bodson: “Of ik zijn koppigheid begrepen heb? Soms moet je wachten en geduldig zijn – anders kan je een Don Quichot worden”. Philippe Bodson over Albert Frère: “Hij is gestopt met het bouwen van een imperium en zijn GBL is een patrimoniale maatschappij, een beleggingsfonds met minderheidsaandeelhouders”. Maurice Lippens over zijn zakelijke tweelingbroer, burggraaf Etienne Davignon: “Ik vond hem dertig jaar lang onuitstaanbaar”.

Over diverse belangrijke deals, mislukkingen en verwezenlijkingen wordt ons een blik achter de schermen gegund. Pierre-Alain De Smedt vertelt honderduit over het lobbywerk van de Braziliaanse president om de productie van de Kever te hervatten en de druk die daarbij werd uitgeoefend op de top van Volkswagen. Over de bestelling van de Iltis-jeep voor het Belgische leger door toenmalig minister van Defensie Freddy Vreven, vertelt hij: “Ik ben op staande voet gaan samenwerken met Bombardier, omdat ik een kans zag om de concurrentie te slim af te zijn”.

Georges Jacobs doet voor het eerst een boekje open over een Franse farmagroep die, na de overname van de Generale Maatschappij van België door Suez, in 1988 UCB probeerde te kopen. En hij onthult hoe het onderzoek, de licenties en de verkoop van het antiallergiemiddel en succesproduct Zyrtec destijds met Pfizer werd onderhandeld.

Mythes of percepties worden doorgeprikt. Jan Huyghebaert belicht zijn rol in de elitaire Bilderberg Groep of zijn bijdrage tot de grote fusie van Kredietbank, ABB en Cera. En dan plots, ontwapenend: “Ik ben geen groot bankier. En ze moeten niet stroperig tegen me zeggen: ‘Allez Jan, dat meen je niet, dat is niet zo.’ Dat is dus wél zo.”

Ook Maurice Lippens licht een tipje van zijn persoonlijkheid: “Ik miste jarenlang zelfvertrouwen en had van oorsprong weinig zakelijke contacten. Ik was de meest bedeesde jongen die je je kon inbeelden.” Piet Van Waeyenberge gaat voor het eerst in op de activiteiten van zijn immense tradingimperium en blikt zelfs terug op de economische collaboratiejaren van zijn vader.

Het initiatief van Trends om deze captains of industry los van de dagelijkse actualiteit, diepgaand en genuanceerd te ondervragen, overtuigde ook Albert Frère. Zijn getuigenis werd een historische tour de horizon, met zijn visie op, onder meer, de mislukte Grande Banque Belge (een alliantie van BBL, Gemeentekrediet en Generale Bank), het economisch patriottisme van België, de al dan niet terechte gelijkenissen tussen zijn investeringsaanpak en die van beleggingsgoeroe Warren Buffett en – uiteraard – het Marshallplan en de heropleving van Wallonië.

Tien portretten van ondernemers en doeners – mensen van vlees en bloed – die een wezenlijke impact hebben (gehad) op het economische reilen en zeilen van dit land, en wier testamentaire boodschap van essentieel belang kan zijn voor de manier waarop wij straks met welvaart en welvaartscreatie zullen omgaan.

Piet Depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content