BUITENLANDS BELEID

Diplomatie vereist

Als bescheiden lidstaat van de Europese Unie, die langzaam maar zeker meer bevoegdheden en beleidstaken naar zich toe zuigt, lijkt België alsmaar minder belang te moeten hechten aan een eigen buitenlands beleid. Wie inzoomt op de probleemgebieden, krijgt al gauw een andere indruk. Die impressie wordt nog versterkt in tijden waarop het tracé van een snelspoor volgens een nauwelijks geheim gehouden agenda gekoppeld wordt aan de uitbaggering van een rivier. Daarmee merken we dat zelfs de betrekkingen met een kleine buurstaat nog belangrijk zijn. Concreet zijn immers de economische opportuniteiten van de Antwerpse haven ermee gemoeid, onze economische locomotief par excellence. Die indruk wint nog meer aan kracht als op hetzelfde ogenblik commotie ontstaat omdat een hoge legerofficier zich moet verantwoorden voor de afslachting van tien paracommando’s op VN-missie in Rwanda. Op zo’n ogenblik worden immers ook vragen gesteld over de politieke verantwoordelijkheid (al zal die naar goede Belgische traditie wel ontlopen worden). Is de Belgische bilaterale diplomatie ondanks alle internationale tendensen dan toch nog belangrijker dan de multilaterale ?

Dat is een foutief geformuleerde vraag, zo leert het stevige handboek Het Belgisch buitenlands beleid. Prosper Thuysbaert, docent buitenlands beleid aan de KU-Leuven en ambassadeur in Londen, geeft toe dat het beleid steeds meer multilateraal gehouden wordt, maar dat die structuren de eigen verantwoordelijkheid niet slopen. De diplomaat pleit al meteen voor het versterken van de betrekkingen tussen Azië en België. Zowel politiek, economisch, cultureel als qua veiligheid verdient Azië een ruimere aandacht : “Het is geroepen om, in een nabije toekomst, op wereldvlak een beslissende rol te vervullen. De vraag is uiteindelijk of dit, al dan niet, in samenwerking met het Europese halfrond zal geschieden.”

Al in zijn inleiding wijst Thuysbaert erop dat deze turf bedoeld is “als een overzicht van de internationale horizon zoals die zich aanbiedt, eerder dan als een analyse van het in België gevolgde beleid.” De professor blijft zoveel mogelijk afstandelijk academisch en gaat hoofdzakelijk definiërend en inventariserend tewerk. In die zin mogen we van een handboek spreken. Thuysbaert doceert en brengt inzicht in het vroegere en hedendaagse karakter van het buitenlands beleid. Tevens heeft hij oog voor de portie extra complexiteit die dat beleid kreeg na het Sint-Michielsakkoord. Toch brengt de auteur ook kritische toetsen aan. Vrijwel onvermijdelijk gebeurt dat ook voor de betrekkingen met Zaïre. Hij stelt zelfs expliciet de vraag of er nog redenen resten om Zaïre bilateraal bij te staan. Hij geeft alleszins een aantal politieke en economische redenen pro. Tevens wijst hij er fijntjes op dat president Mobutu een “gewiekst politicus is die niet gemakkelijk weg te cijferen is, en nog moeilijker te vervangen zal zijn.”

LDD

Prosper Thuysbaert, Het Belgisch buitenlands beleid. ACCO, 352 blz., 1260 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content