Btw-eenheid: besparing of lege doos?
De btw-eenheid komt eraan. Een troef voor grote ondernemingen, die nog maar één aangifte moeten indienen voor de hele groep. Maar uit vrees voor budgetverlies dreigt de maatregel een lege doos te worden.
Tijdens het jongste begrotingsconclaaf moesten de ondernemingen niet alleen inleveren. De regering zorgde ook voor positieve maatregelen. Naast de vrijstelling van roerende voorheffing op dividenden voor buitenlandse moedermaatschappijen, maakt de overheid eindelijk werk van de btw-eenheid. Vanaf 2007 hoeven Belgische zusterbedrijven geen btw meer aan elkaar te betalen én volstaat één btw-aangifte per groep. Sinds 1993 bestaat die mogelijkheid al theoretisch voor zelfstandige rechtspersonen die financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn, maar tot nu toe ontbraken de nodige uitvoeringsbesluiten.
Onder druk van de financiële sector legt Hervé Jamar (MR), staatssecretaris voor de Modernisering van Financiën en de Strijd tegen de Fiscale Fraude, nu de laatste hand aan het ontwerp van een Koninklijk Besluit. De maatregel mag de schatkist evenwel geen cent kosten. Het bedrijfsleven vreest dus van een koude kermis thuis te komen. Danny Stas, vennoot btw bij Tiberghien Advocaten: “Uit schrik voor misbruiken – de kunstmatige creatie van btw-aftrek – dreigt de regering zoveel voorwaarden op te leggen, dat uiteindelijk slechts een lege doos zal overblijven. Ondanks de invoering van een fiscale eenheid – wat schitterend nieuws is – blijft het koffiedik kijken welke btw-voordelen deze maatregel effectief zal opleveren. Zo kennen we de concrete invulling van bepaalde parameters niet. Wat bedoelt de wetgever met verbonden ondernemingen (minimum een rechtstreekse participatie van 50 %)? Mogen vaste inrichtingen van buitenlandse ondernemingen ook gebruik maken van de btw-eenheid? Gaat het om een optioneel of een verplicht regime?”
De strijd om de dienstencentra
In de onstuitbare globaliseringsgolf verhuizen steeds meer vennootschappen naar landen waar ze wel een beroep kunnen doen op de btw-eenheid. Twaalf Europese lidstaten hebben al een vereenvoudigd btw-stelsel. Hierdoor laten veel multinationals België links liggen. Ine Lejeune, vennoot van PricewaterhouseCoopers (PwC): “Bij hun zoektocht naar een goede vestigingsplaats vergelijken de grote ondernemingen verschillende criteria – zoals de macro-economische stabiliteit, het onderwijs, de infrastructuur en de fiscaliteit – in de diverse landen. Vandaag scoort België op alle punten goed, behalve op het btw-regime. Als dat regime aangepast wordt, heeft België samen met het fiscale voordeel voor investeringen met eigen vermogen – de notionele interestaftrek – onmiskenbare troeven in handen.”
Ondernemingen zijn steeds meer geneigd servicecenters of centers of excellence op te zetten, waarin ze hun ondersteunende activiteiten voor alle bedrijfsonderdelen van de groep samenvoegen. Zoals een dienstencentrum voor IT-diensten, de boekhouding, humanresourcesmanagement of de juridische afdeling. Met het oog op de schaalvoordelen bundelen ze de centrale diensten. Danny Stas: “Vandaag wordt de beoogde besparing van zo’n centralisering geneutraliseerd door btw-kosten waarmee de afnemers van de diensten in België geconfronteerd worden. Vóór de outsourcing moesten de betrokken ondernemingen voor deze diensten geen btw betalen, na de afsplitsing plots wel. Maar ze kunnen die belasting niet altijd recupereren. Dat geldt zeker voor vennootschappen met geen of slechts een beperkt recht op btw-aftrek, zoals een bank of verzekeringsinstelling. De btw-eenheid moet dat probleem oplossen, zodat de bedrijven volop kunnen genieten van de schaalvoordelen.”
“Die dienstencentra werken voor alle vennootschappen van de groep,” bevestigt Ine Lejeune. “Grote ondernemingen zijn er dan ook op uit om hun center of excellence in zo’n competitief mogelijk land neer te zetten. Binnen de Europese Unie is een echte strijd losgebarsten om dergelijke dienstencentra aan te trekken. België zal dankzij de btw-eenheid nu ook voorkomen op het voorkeurslijstje.”
Ine Lejeune voegt er nog een voordeel aan toe: “Servicecenters draaien op kenniseconomie. België kan ook op dat gebied zijn positie versterken. Bovendien levert de btw-eenheid op termijn de overheid economische voordelen op: door de extra werkgelegenheid.” Zo zou PwC alvast weet hebben van een industriële groep die overweegt zijn dienstencentrum in België op te richten wanneer de btw-eenheid er is.
Ook overheid profiteert mee
Een rondvraag bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) leert dat de Belgische bedrijfswereld de voordelen van de vereenvoudigde btw-regeling al volop aan het bestuderen is. Tevens berekent de beroepsfederatie de mogelijke besparingen. Voorlopig blijven de bevindingen binnenskamers. VBO-fiscalist Jean Baeten: “De regering is nog bezig met het opmaken van de teksten. We hebben nog geen zicht op de concrete maatregelen, alleen nog maar een idee. Maar het is een zeer goede zaak.”
Vooral de banken zouden beter worden van de nieuwe maatregel en de rol van Brussel als financieel centrum zou worden versterkt, zo kreeg Trends te horen. Klopt dat? Baeten: “De btw-eenheid werkt een nadeel weg voor alle ondernemingen die gemengd belastingplichtig zijn en niet alle btw kunnen recupereren. Wanneer een onderneming een andere overneemt, bijvoorbeeld, en ervoor kiest om het niet volledig te integreren, dan ontstaat er een probleem. Dat probleem zal wegvallen. Dat zou gunstig zijn voor alle ondernemingen die hun activiteiten willen ontwikkelen.”
De btw-eenheid komt ook de overheid ten goede, besluit het VBO. Baeten: “Het is een win-winsituatie. Het is een administratieve vereenvoudiging voor de ondernemingen en een bijkomend controlemiddel voor de fiscus, want die moet maar één aangifte per groep meer opvolgen.”
Saar Sinnaeve / Eric Pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier