BRUSSEL : SEPARATISME OF CIVISME ?
De voorzitter van de Brusselse gewestregering, Charles Piqué, heeft de nieuwe geestesgesteldheid in het Brusselse zeer juist weergegeven in Le Vif/L’Express van vorige week : “Depuis que la Région bruxelloise existe, Bruxelles ne s’identifie plus à l’Etat fédéral : Bruxelles est une Région à part entière. ” Van een man in die funktie kan deze ontsluiering dat de hoofdstad van het land zich niet langer identificeert met de federale staat bezwaarlijk geminimalizeerd worden. De gevolgen zijn vèrstrekkend : de logische uitkomst is dat Brussel meer en meer de hoofdstad van zichzelf wordt. Separatisme heet dat, en wel in de mond van zij die geen gelegenheid laten voorbijgaan om horreur le séparatisme ! beschuldigend met de vinger te wijzen naar de Kroaten van België : de Vlamingen.
Piqué mag dan in hetzelfde interview zijn boude uitspraak enigszins nuanceren “quelque part parce que c’est la capitale de la Belgique” die “quelque part” kan niet verhullen dat het statuut van une région à part entière steeds meer evolueert naar een Brussels nationalisme. Het plichtsbesef van Brussel om zich als hoofdstad van een tweetalig land te gedragen was al niet groot, het vervluchtigt met de dag. Deze houding manifesteert zich in het dagdagelijkse leven in de hoofdstad, waar de meeste Franstalige Brusselaars mentaal al verder staan dan de (tweetalige) Charles Piqué.
Tot vóór het Sint-Michielsakkoord was Brussel Nederlands-neutraal tot Nederlands-vriendelijk. Er was zelfs een kentering ten goede merkbaar. Maar wie als Vlaming (Belgisch staatsburger) in Brussel leeft, voelt steeds vaker een sterke tegenwind opsteken wanneer hij op zijn (taal)rechten staat. Symptomatisch bijvoorbeeld is, dat in sommige warenhuizen van Delhaize geen woord Nederlands meer te bespeuren valt, laat staan dat het personeel de klant (en landgenoot) in enkele woordjes hoffelijk Nederlands zou willen bedienen. En onlangs hoorden we in het boeiende avondprogramma Confidences pour confidences van de RTBf-radio de luisteraars uitvoerig en emotioneel debatteren over de “toenemende arrogantie” van de Vlamingen in Brussel. De brievenkolommen van een krant als Le Soir vertolken dezelfde mentaliteit : Vlamingen die in de hoofdstad van België hùn taal spreken, getuigen van een “beangstigend Vlaams extremisme. ” Franstaligen zijn biezonder bedreven in het omkeren van de rollen en het culpabilizeren van de tegenstrever.
Hier dreigt een gevaarlijke ontsporing. Voor de Brusselse Vlamingen, die men in een separatistisch Brussels gewest wil reduceren tot een minderheid nààst Maghrebbijnen, Aziaten en eurokraten. Maar ook voor de Franstaligen, die Brussel willen afscheuren of inrichten als een eiland zonder nog rekening te houden met zestig procent van hun landgenoten. Men moet dus weten waar men naartoe wil : kiezen de Brusselaars voor civisme of voor separatisme ? De verantwoordelijkheid van de politici uit alle Brusselse partijen is groot. Afgezien van de vraag of deze historische Vlaamse stad vandaag de hoofdstad is van Vlaanderen (wat volgens de Franstalige Antwerpenaar en inwijkeling François-Xavier de Donnéa, burgemeester van Brussel-stad, onaanvaardbaar is), is Brussel nog steeds de erkende hoofdstad van het federale koninkrijk België. Vlamingen en hun taal genieten er volwaardige rechten in alle openbare plaatsen : vanzelfsprekend in de overheidsdiensten én evenzeer in de privé-sektor. Dit is elementaire burgerzin en federale loyauteit.
Wordt deze houding niet meer aanvaard door de Bruxellois, dan rest er voor de meerderheid der Belgen, de Vlamingen, één wapen : het schrappen van elke financiële bijdrage aan het instandhouden van de onafhankelijke ministaat in het hart van België.
E.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier