Brits fatsoen in een vuile oorlog
Bestaat er etiquette in een oorlog? De meeste Britse politici geloofden aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog van wel. Alleen Winston Churchill dacht er anders over. In de het diepste geheim richtte hij een speciale eenheid op, die zich moest specialiseren in sabotage en guerrillatactieken. Het ‘ministerie van onfatsoenlijke oorlogsvoering’ doopte hij het selecte kransje mannen, dat hij persoonlijk selecteerde om een invasie door Duitsland te vertragen en tegen te werken.
Toen de invasie uitbleef, vroeg Churchill zijn geheime ministerie achter de vijandelijke linies te opereren en Hitlers oorlogsmachines zo veel mogelijk schade toe te brengen. Het is moeilijk het verloop van een complex conflict aan een bepaalde actie toe te schrijven, maar met een paar bijzonder spectaculaire aanslagen hebben Churchills saboteurs ongetwijfeld een invloed gehad op de oorlog. Hoe een handvol merkwaardige uitvinders hielp de nazi’s ten val te brengen’, luidt de ondertitel van het boek daarom.
Door een viaduct in Griekenland op te blazen, bleef het leger van Erwin Rommel bijvoorbeeld enkele weken verstoken van bevoorrading. Hitler durfde zijn grootste slagschip nooit in te zetten op de Atlantische Oceaan, omdat het droogdok in het Franse Saint-Nazaire onklaar was gemaakt. En door de productie van zwaar water in Noorwegen lam te leggen, moesten de nazi’s hun ambities om een kernwapen te produceren definitief begraven.
Met Churchills ministerie van onfatsoenlijk oorlogsvoering schreef de Brit Giles Milton een bijzonder geslaagde combinatie van een unieke kijk op de Tweede Wereldoorlog, een relaas van het wel en wee van een clubje nerds dat de vrije hand kreeg, en James Bond-achtige avonturen.
Bijna onmiddellijk na de oorlog werd de sabotage-eenheid afgeschreven, net als Churchill overigens. Op basis van getuigenissen, dagboeken en brieven weet Milton een verhaal tot leven te wekken “dat dermate een onfatsoenlijke indruk maakte, dat het voorgoed uit de geschiedenisboeken moest verdwijnen”. Het boek, dat in het Engels de nog mooiere titel The Ministry of Ungentlemanly Warfare draagt, toont mooi hoe de Britten decennia geleden al gewrongen zaten tussen hun traditie en cultuur enerzijds en de brute realiteit van de rest van de wereld anderzijds. Een dilemma waar ze vandaag nog mee worstelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier