BOUWEN VOOR DE KUNST
Het Antwerpse architectenbureau Driesen Meersman Thomaes heeft een nauwe band met de kunst. En met de ruimtes waarin straks een paar Van Dyck-tentoonstellingen plaatsvinden.
Eind april. Het is erg druk bij Driesen Meersman Thomaes architekten. Het openingsweekend (15 mei) van de Antoon van Dyck-tentoonstellingen in Antwerpen komt dichterbij en de laatste verbouwingswerken moeten nog afgerond worden.
Architect (en kunsthistoricus) Jan Thomaes is betrokken bij de aanpassingswerken in het Museum voor Schone Kunsten, waar straks de hoofdtentoonstelling Van Dyck, de schilder plaatsvindt. De passie voor kunst spreekt ook uit de renovatie van een oud pakhuis in de Pourbusstraat, waar het NICC ( Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) een onderkomen heeft gevonden. Daar is vanaf half mei een deel van de expositie Trouble Spot. Painting te zien, waarvan het andere deel in het museum voor moderne kunst, Mukha, te vinden is.
Architect Jan Meersman is daar zelf nauw bij betrokken. Onder z’n vrienden telt hij nogal wat hedendaagse kunstenaars, waarvan enkelen betrokken waren bij de oprichting van de kunstenaarsvereniging NICC, die sociale “belangenverdediging” koppelt aan een eigen artistieke werking. Een half jaar geleden kwamen ze bij Jan Meersman aankloppen om hun huurpand te renoveren en geschikt te maken voor tentoonstellingen, performances, happenings. “Ik heb me ook geëngageerd om sponsoring voor hen te vinden. Zo voert bouwonderneming Vooruitzicht de renovatiewerken uit zonder winstmarge,” vertelt Meersman. Hijzelf heeft vroeger nog als tentoonstellingsverantwoordelijke bij deSingel gewerkt, z’n collega Jan Thomaes was onder meer anderhalf jaar assistent van de technische directeur in de Muntschouwburg.
De naam van het architectenbureau klinkt u misschien niet onbekend in de oren. Het ontwierp het Belgisch paviljoen op de wereldexpo Sevilla ’92, hun grootste project totnogtoe. De drie vennoten kenden elkaar van tijdens hun studies, maar werken pas samen sinds ze in 1990 deelnamen aan de wedstrijd voor dat paviljoen. “Daardoor ziet het curriculum van ons bureau er ook anders uit dan dat van de meeste architecten, die – zeker in het begin – vooral met woningen bezig zijn,” zegt het drietal. Voor Bacob, dat graag interessante jonge architecten aantrekt, (ver)bouwden ze al diverse filialen. Voor Ufsia tekenden ze een nieuw complex met o.a. een aula voor 700 studenten; een project met een prijskaartje van 400 miljoen frank. Maar zowat 70% van hun portefeuille bestaat uit renovaties. Voor modemaker Dries Van Noten bijvoorbeeld namen ze Het Modepaleis aan de Nationalestraat in Antwerpen onder handen. Ook dat vloeide voort uit hun vele contacten in het creatieve milieu van de Scheldestad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier