Boter bij de Woestijnvis

Ondanks een slechte financiële situatie sleepte Woestijnvis in zijn onderhandelingen met de Vlaamse Uitgeversmaatschappij een schitterende deal uit de brand. Trends rekende na hoe een investeerder de overeenkomst zou waarderen, en ontdekte hoe creatievelingen ook straffe onderhandelaars kunnen zijn.

Tussen de 132 miljoen en de 169 miljoen frank. Zoveel geld was er naar schatting mee gemoeid toen Wouter Vandenhaute, Tom Lenaerts en Erik Watté 15% van hun aandelen in De Vijver, de moedervennootschap van Woestijnvis (zie Trends, 18 januari 2001) verkochten aan de Vlaamse Uitgeversmaatschappij ( VUM).

Woestijnvis was dringend aan een partner toe. Met een eigen vermogen van 3,7 miljoen en 60,8 miljoen frank schulden op de balans van 1999 was hun financiële positie tegenover banken en leveranciers alarmerend. Toch haalden de drie aandeelhouders een solvabele en rendabele partner met een stevige financiële structuur binnen. Bovendien behielden ze zelf de meerderheid en konden ze vermoedelijk een flinke duit op hun spaarrekening storten.

De VUM verwierf 20% van de aandelen. Bij een kapitaalverhoging in augustus 2000 verkreeg de VUM voor 75 miljoen 5% van de aandelen van De Vijver. Na de transactie hield Vandenhaute nog 38% over, Watté en Lenaerts elk 28,5%. In een tweede fase verwierf de krantengroep nog eens 15%. Zowel volgens topman Thomas Leysen als volgens Wouter Vandenhaute gebeurde dat enerzijds door middel van een aandelenruil én anderzijds via een cashoperatie. Eén procent van de VUM verwisselde dus van eigenaar voor een onbekend aantal Woestijnvispapieren.

Hoeveel geld er met de deal gemoeid is, blijft officieel geheim. Maar als de VUM en Woestijnvis de gangbare waarderingsregels hebben toegepast, schommelden de bedragen in de discussie tussen de 132 en de 169 miljoen frank. Die cijfers zijn het resultaat van de berekening met volgende formule:

(0,01)x + y = 225.000.000

Daarbij staat x voor de waarde van de VUM en y voor het bedrag dat aan de Woestijnvissers werd uitbetaald.

Wanneer de VUM voor vijf procent 75 miljoen betaalt, waardeert ze de De Vijver als geheel op 1,5 miljard frank. De resterende 15% die de VUM verwierf, vertegenwoordigt dan een theoretische waarde van 225 miljoen frank – het bedrag vermeld in het rechterlid van de vergelijking. “Maar de valorisatie bij de kapitaalverhoging hoeft niet dezelfde te zijn als die bij de aandelenverkoop,” benadrukt Vandenhaute.

De drie aandeelhouders kregen samen 1% van de VUM – (0,01)x. Voor de potentiële investeerders is de Financieel-Economische Tijd 2,6 miljard frank waard – twintig keer de gemiddelde nettocashflow van de jongste drie jaar. Dezelfde waarderingsmethode zou de VUM inschatten op 9,3 miljard. Een conservatievere schatting waarbij slechts twaalf keer de nettocashflow wordt gehanteerd, waardeert de VUM op 5,6 miljard. Eén procent van de VUM vertegenwoordigt dus respectievelijk 93 of 56 miljoen frank.

Als we uit deze gegevens y berekenen met bovenstaande formule, dan is y = 225.000.000 – 93.000.000 of y = 225.000.000 – 56.000.000. Met andere woorden: Woestijnvis kreeg in principe tussen de 132 en de 169 miljoen frank om zijn situatie aan te zuiveren.

“Uw cijfers slaan nergens op,” dixit een boze Wouter Vandenhaute.

Blijkbaar heeft het Woestijnvis-management niet enkel over geld gesproken: “In de negotiatie met de VUM waren afspraken gemaakt over reclame in haar kranten.” Een deel van de 132 à 169 miljoen zal in de komende jaren naar reclame in de VUM-kranten vloeien, en gaat dus niét naar het trio.

Woestijnvis komt duidelijk als winnaar uit de bus. Het management houdt na de instap van de VUM de touwtjes in handen, het haalde een strategische partner binnen en kon de precaire financiële situatie aanzuiveren. Bovendien slaagde het management er onderweg nog in om zijn eigen product met een stevige hap ruilpubliciteit te versterken. Niet slecht voor een groepje warhoofden van een productiehuis.

roeland byl frank demets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content