BOONSTRA TEGEN DE ANALISTEN
Bij zijn aanstelling stelde Philips-topman Cor Boonstra zich drie doelstellingen, die voortborduurden op de plannen van zijn voorganger Jan Timmer. Eén: het rendement van het aandeel opkrikken. Twee: het aftekenen en ontwikkelen van kernactiviteiten. Drie: opnieuw wereldleider worden in de consumentenmarkt. Inmiddels hebben de aandelen en de verkoop van onder meer Polygram en eerder nog Grundig al een cashberg gegenereerd (zie cijfertabel Philips-groep), die naar acquisities moeten leiden die de marktpositie verstevigen. Onder meer de acquisitie van spraaktechnologiebedrijf Voice Control Systems (VCL), chipproducent VLSI en LCD-schermproducent Lucky Goldstar, en joint ventures voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën moeten Philips ook in nieuwe markten op de kaart zetten van de consument.
Niet-kernactiviteiten worden afgestoten – industriële activiteiten, maar bijvoorbeeld ook een intern reisbureau voor de kaderleden – en de overblijvende fabrieken gesaneerd. Boonstra lijkt goed op weg om zijn einddoel, een return on net assets van 24%, te realiseren.
Analisten menen dat het conglomeraat zijn afdelingen – de consultingafdeling Origin en de afdeling medische systemen worden het felst geviseerd – moet verzelfstandigen. Zoals bijvoorbeeld concurrenten Alcatel en Siemens dat momenteel doen, al staan die ook volgens interne bronnen minder ver dan Philips in de stroomlijning van hun activiteiten. Zo’n opsplitsing zou de cijfers duidelijker aftekenen, argumenteren de analisten, en de aandelenprijs 30 tot 40% omhoogstuwen.
De Philips-top is het niet eens met die visie. Frits Schuitema, gedelegeerd bestuurder van Philips België, herhaalt wat Jan Oosterveld, Philips’ directeur strategie, al aan de Volkskrant vertelde: “Ons voorbeeld is General Electric, een conglomeraat dat bij diezelfde analisten geldt als een voorbeeld voor de industrie.”
Eiji Aono, analist bij JP Morgan in Londen, kan de Philips-top wel volgen: “Philips is wereldleider in verschillende sectoren en drijft op een sterk topmanagement dat zich op hoge shareholdervalues richt. Maar omdat het zolang een slecht presterend conglomeraat was, vertaalt zich dat niet in een sterke aandelenprijs.”
Ook bedrijfsmatig willen waarnemers Philips in een gestroomlijnder structuur, die de kloof verkleint tussen het ontwikkelen van producten en het op de markt brengen ervan. Philips houdt gelijke tred met de concurrenten als het over technologie gaat, maar verliest veld in de bocht naar de markt.
“Een managementprobleem”, gaf Boonstra al toe. “Dat beter kan worden aangepakt met kleinere divisies, omdat elke bedrijfseenheid in haar doelstellingen rekening kan houden met de evolutie van de sector waarin ze werkzaam is”, denkt analist Koen Steeland bij Petercam.
“Philips is geen koploper meer in de consumentenmarkt”, merkt een insider, “maar een meeloper die zich noodgedwongen in toelevering heeft gespecialiseerd.”
Maar Julien Michiels, woordvoerder bij Philips België, ziet ook in traditionele markten weinig problemen: “We zijn wereldleider in verlichting en kleurentelevisie en de nummer drie in medische elektronica. Philips is zijn voeling met de consument dus helemaal niet verloren.”
Frank Demets
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier