BOM OP MAASTRICHT
Het debat dat Mark Eyskens in De Zevende Dag voerde met Peter Vanderbruggen, auteur van het boek ” De Europese Leugen“, is een perfecte weerspiegeling van de discussie die ook op bredere schaal over de Europese Monetaire Unie (EMU) plaatsvindt. Eyskens herhaalde de bekende, veelal puur politiek geïnspireerde argumenten waarom de EMU er moet komen en Vanderbruggen riposteerde met monetair-economisch geïnspireerd tegengeschut om de wenselijkheid van die EMU ten minste in haar huidige Maastricht-vorm aan diggelen te schieten.
Rationeel gezien heeft Vanderbruggen in deze discussie gelijk. Toch ziet het er meer en meer naar uit dat het Eyskens-legioen zijn slag zal thuishalen. Op 5 oktober zo heeft de Britse krant The Guardian uit goede bron vernomen zullen Bonn en Parijs op de Europese top in Dublin aan hun partners voorstellen om de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om toe te treden tot de EMU flexibel te interpreteren. De ministers die bij de Europese top zijn betrokken, zullen de daaropvolgende dagen in interviews duidelijk proberen te maken dat daarmee het Verdrag van Maastricht niet overboord gaat, maar dat het om een technische aanpassing gaat.
Natuurlijk wordt Maastricht opgeblazen, en gelukkig maar. Diezelfde politici, met onder meer onze eigenste Jean-Luc Dehaene op kop, zullen echter nooit toegeven dat primo de inhoud van het Verdrag van Maastricht enerzijds, en wat allemaal nodig is om tot een werkbare monetaire unie te komen anderzijds twee verschillende werelden zijn. En dat dus secundo de inhoud van het Verdrag heel andere objectieven diende dan deze die de politieke wereld voortdurend de bevolking heeft voorgehouden.
Waartoe heeft het Verdrag van Maastricht dan gediend ? Meer dan ooit blijkt nu dat de EMU op de allereerste plaats een politieke kwestie was en is. Wijlen François Mitterrand kwam er in de laatste jaren van zijn leven steeds openlijker voor uit dat hij de EMU-operatie alleen maar zag als een politiek manoeuvre om het opnieuw eengemaakte en dus in de Franse ogen gevaarlijker Duitsland in te kapselen in een pan-Europese politieke structuur. De Duitse bondskanselier Helmut Kohl verdedigt de EMU-idee radicaal, ofwel omdat hij akkoord gaat met de Mitterrand-redenering, ofwel omdat de EMU voor de Duitsers neerkomt op een niet-militaire vestiging van hun hegemonie over de rest van Europa. De sluwe politicus Kohl heeft ter zake nooit in zijn kaarten laten kijken.
Naast de Duitsland-angst is er ook nog een tweede reden waarom er een Verdrag van Maastricht moest komen. Tegen het eind van de jaren tachtig kwam de onontkoombaarheid van serieuze ingrepen in de publieke financiën van een aantal lidstaten van de Europese Unie (EU) steeds nadrukkelijker aan de oppervlakte. Meer bepaald België en Italië stormden regelrecht af op een onvervalste schuldencrisis. De regeringen in die landen konden een saneringsbeleid echter niet verkocht krijgen aan zwaar op de beleidsvorming wegende belangengroepen als vakbonden en mutualiteiten. Het Verdrag van Maastricht en de EMU vormde voor hen hét gedroomde alibi om te doen wat hoe dan ook moest gebeuren. Deze realiteit is de enige ware bestaansreden van de fameuze Maastricht-normen inzake lopend begrotingstekort en schuldratio. De voorbije dagen hebben onze ministers dit nog maar eens aangetoond. “België moet voldoen aan de EMU-normen,” zo wordt verteld, “en daarom moeten er bijkomende maatregelen komen op het vlak van de begroting voor 1997”. Dat deze normen overboord gaan als puntje bij paaltje komt, zegt voldoende over de operationele noodzaak ervan om tot een monetaire unie te komen.
Eens men bovengaande feiten onder ogen ziet, komen de argumenten van de EMU-voorstanders in een ander daglicht te staan. Het meest geliefkoosde van die argumenten is dat de hele sociaal-economische problematiek die Europa vandaag kwelt een stuk makkelijker oplosbaar zal worden eens die EMU een realiteit is. Mark Eyskens stelt zelfs een snelle én drastische verlaging van de werkloosheid in het vooruitzicht. Van een econoom is zo’n verklaring behoorlijk verbazend, want compleet uit de lucht gegrepen.
De start van de EMU is, zoals het woord start heel correct weergeeft, alleen maar een begin. Binnen die EMU zal er een felle concurrentie ontstaan die producenten zal verplichten om hun investerings-, productie- en marketingbeslissingen nog méér te optimaliseren. Landen die op het vlak van bijvoorbeeld fiscale druk en reglementeringen uit de pas lopen, zullen daarvoor een hoge prijs betalen, onder meer inzake tewerkstelling. Zelfs de Duitsers beginnen die realiteit onder ogen te zien. Zij beseffen dat de EMU voor hun weliswaar, behoorlijk efficiënte maar hoe dan ook beschermde economie een zware druk zal creëren. Lastenverlaging is dan ook noodzakelijk om de nodige ademruimte te scheppen voor dat aanpassingsproces. Voor onze politici ligt het allemaal veel simpeler : de oplossingen zullen als manna uit de EMU-hemel vallen. Vergeet het maar.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier