Blunder.
“We kunnen u niet langer te woord staan en verwijzen naar het standpunt van het Vlaams Economisch Verbond. ”
Die boodschap sprak de woordvoerder van Urbain Vandeurzen, topman van het Leuvense technologiebedrijf LMS, vorige week in op het antwoordapparaat van Trends-redacteur An Goovaerts. Een gelijkaardig berichtje kreeg ze per e-mail van KBC-topman Remi Vermeiren. En ook Dirk Boogmans, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse investeringsmaatschappij Gimv, weigerde persoonlijk te reageren.
De vragen die de redactie deze drie ondernemers wou voorschotelen, waren nochtans gespeend van enige complexiteit:
1. Bent u verbaasd dat het VEV het Vlaams Blok heeft uitgenodigd op zijn verkiezingsdebat van 29 april?
2. Hebt u daardoor tweemaal moeten nadenken over uw deelname aan het debat?
3. Is hiermee het cordon sanitaire doorbroken?
Het was ons namelijk opgevallen dat het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) op zijn politieke debatavond van 12 maart het Vlaams Blok resoluut uit het panel had geweerd. Idem dito bij Agoria, dat zijn verkiezingsplatform op 2 april organiseert. Het standpunt van het VBO in deze was dan ook zeer formeel. “Het Blok is geen democratische partij en verkondigt extreme standpunten,” aldus Tony Vandeputte, gedelegeerd bestuurder van het VBO (zie blz. 22). “We zijn democratische economen en beslissen vanuit die ingesteldheid.”
Het zal niet de bedoeling zijn geweest, maar daarmee kapittelde het VBO prompt zestig procent van het Belgische werkgeverslandschap. Want noch voor Unizo, het VKW of het samenwerkingsplatform VEV/kamers is er een vuiltje aan de lucht. “Onze regionale afdelingen maakten ons duidelijk dat zij een deelname van het Blok prefereerden,” aldus Kris Peeters van Unizo. En dus zette hij de tering naar de nering. VKW-secretaris-generaal Ivo Clerix ziet evenmin graten in de aanwezigheid van het Vlaams Blok tijdens een paneldebat van VKW Limburg. En VEV-woordvoerder Hans Houssen sust op resolute wijze: “Het is niet dat we met hen een coalitie vormen. We treden gewoon met hen in debat.” Al blijft de VEV-top behoedzaam op eieren lopen – getuige het ‘no comment’ van de drie ondernemers.
Het voorval toont eens te meer aan hoe er tussen het Vlaamse en federale werkgeversfront stilaan een fundamentele wig wordt gedreven. Het VBO wil niet tornen aan het ‘cordon sanitaire’ rond het Vlaams Blok. Een verdedigbaar standpunt, maar daarmee drumt de organisatie zich goedschiks of kwaadschiks in het defensief. Een ‘cordon communautaire’ rond het VBO is niet denkbeeldig.
Het recente gehakketak met het VEV over een regionaal loonbeleid ligt iedere ondernemer nog vers in het geheugen – en Unizo spint er garen bij (zie blz. 53). Ook het stilzwijgen van de VBO-top bij de alarmerende oproep van vier ondernemers voor meer industriële draagkracht in België, was oorverdovend. De recente analyse van VEV-voorzitter Jef Roos over de nadelen van het Brusselse hoofdstedelijk statuut, wordt aangezien als ‘heiligschennis’ in VBO-kringen. En zelfs in de eigen rangen moet het VBO steeds vaker het podium laten aan Agoria – de actie van die laatste voor meer clustervorming in de Brusselse digitale Zennevalei en de oproep van de vier captains of industry spreken boekdelen.
Sinds kort prijkt op de website van het Vlaams Blok een economisch tienpuntenprogramma. Het is een makkie voor elke politieke partij in verkiezingstijd om zo’n programma op te stellen. Dé lakmoesproef om te zien of die beleidspunten overeind blijven, is ze confronteren met een kritisch ondernemerspubliek. Dat het VBO die kans aan de eigen achterban ontzegt, is een strategische blunder van formaat.
Piet Depuydt
Het VBO wil niet tornen aan het ‘cordon sanitaire’ rond het Vlaams Blok. Een verdedigbaar standpunt, maar daarmee drumt de organisatie zich goedschiks of kwaadschiks in het defensief.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier