BLANKE JAGER

Na het faillissement van het bouwbedrijf Pieters-De Gelder ging Jean-Pierre Pieters andere horizonten verkennen : in Senegal baat hij eigen vakantiedorpen uit.

Toubacouta (Senegal)

De broer van Marie-Jeanne Becaus ruilde zijn bestaan tussen het betonnen geweld voor jacht en visvangst. Jean-Pierre Pieters (46 j.) woont vandaag in Toubacouta, een onooglijk dorp in Senegal, vlakbij de grens met Gambia. Meer bepaald in een prachtig vakantiecomplex, Les Palétuviers, dat hij het zijne mag noemen. Minder dan vijf jaar geleden was Jean-Pierre Pieters commercieel bewindvoerder van de familiale bouwgroep Pieters-De Gelder. Het bedrijf was begin de jaren negentig nummer negen op de Belgische ranglijst van bouwfirma’s. Het zette de gebouwen neer voor Kinepolis in Brussel, Volvo in Gent, De Post in Berchem-Antwerpen en andere prestigieuze projecten.

Op 1 januari 1990 werd 55 procent van de aandelen van het familiebedrijf verkocht. En van dan af ging het mis. Er ontstond een familieruzie en Pieters-De Gelder verzeilde in de problemen. Toen de Limburgse Participatiemaatschappij (die de KS-participatie had overgenomen) een broodnodige kapitaalverhoging weigerde te volstorten, ging het bedrijf failliet.

In de euforie van de vakantieganger die verliefd raakt op zijn bestemming, kocht Pieters op 1 mei 1994 de volledige infrastructuur van Les Palétuviers : zeven hectaren en de exclusieve beschikking over een jachtgebied van zo’n honderd hectaren rimboegebied. Pieters startte de verbouwing en richtte een tweede vakantiedorp op dat hij Ile Paradis doopte. Het gebied biedt het rijkste viswater ter wereld, rivierbaarzen, zwaardvissen en dolfijnen komen er in grote aantallen voor. De brousse die de uitgestrekte meander omgeeft, is rijk aan wild voornamelijk wilde zwijnen. De jacht was voordien ongecontroleerd. Als een volleerd landmeter bracht Pieters zijn gebied in kaart met aanduiding van het aantal wildsoorten per soort.

Het nieuwe imperium van Pieters biedt logies aan tweehonderd bezoekers, werk aan gemiddeld vijftig personeelsleden, waarvan enkele Belgen. In 1995 haalde hij een omzet van 7 miljoen frank, in 1996 14 miljoen. Het streefcijfer voor 1997 bedraagt 35 miljoen.

Alles is relatief in Afrika. Pieters noemt zijn projecten echter “zeer concreet.” Vooreerst wil hij niet louter een toeristenplukker heten : het hele gebeuren, inclusief de jacht, dient zich te integreren bij het algemene en sociale belang van zijn gastland. De strijd tegen malaria wil hij preventief aanpakken : daartoe zijn contacten gelegd met zowel het Tropisch Instituut in Antwerpen als de Belgische farmaceutische industrie voor advies en sponsoring. Boetes bij inbreuken op het strenge jachtreglement vormen een startkapitaal.

JEAN-PIERRE PIETERS (LES PALETUVIERS) Geen toeristenpluk, maar georganiseerde jacht en visvangst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content