BIOSKOPEN. Een jaar om vlug te vergeten
De bioskopen hebben over de eerste negen maanden van het jaar zo’n 15 % procent minder tickets verkocht dan in ’94. Krisis op til ? De NV Cine City laat het niet aan haar hart komen.
Kan je met drie goede maanden negen slechte uitwissen ? De bioskoopexploitanten laten het antwoord open. De voorbije drie kwartalen van ’95 hebben ze zo’n 15 à 20 procent minder tickets verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar, zo leren de cijfers van de Belgische Vereniging van Filmdistributeurs (VBFD). De supergrote complexen hadden er minder van te lijden (zie kader : Krisis), maar voor de kleinere bioskoopuitbaters waren het mindere filmaanbod en de hete zomer een ramp.
Het is niet alleen een Belgisch verschijnsel. Ook internationaal kwam geen enkele film dit jaar ook maar in de buurt van de recette van een Jurassic Park, Mrs. Doubtfire of Schindler’s List, blockbusters uit de voorbije seizoenen. Films als Die Hard, Braveheart en Species scoren nu wel beter, The Net startte zopas veelbelovend, en in het aanbod voor de komende maanden zitten nog een paar publiekstrekkers, maar glorieus zullen de cijfers over ’95 zeker niet worden.
AARSCHOT EN LOMMEL.
Bij de Aarschotse NV Cine City laten ze het niet aan hun hart komen, ook al haalt het jongste projekt van de groep, een complex van 8 zalen in Mechelen, geopend op 20 december 1994, (nog) niet de verhoopte bezoekersaantallen. “Oorspronkelijk rekenden we op een gemiddelde van 6000 tickets per week, en dat halen we niet. Maar ons break-even point ligt op een kleine 5000 tickets per week, en dat zullen we op jaarbasis wèl bereiken, ” zegt Louis (Milo) Vangenechten, gedelegeerd bestuurder van Cine City.
Vangenechten stapte 32 jaar geleden in de cinemabusiness als uitbater van de Roxy in het Limburgse Koersel, waar hij vandaag met een eigen bvba’tje nog steeds 3 zalen runt. “Die zaak draait nog omdat de afschrijvingen al lang achter de rug zijn. Maar nieuwe grote investeringen zijn daar qua rendabiliteit niet meer verantwoord, zodat ik op termijn de deuren zal moeten sluiten. “
Geen nood, Vangenechten heeft genoeg hooi op zijn vork met Cine City, de groep die nu in 3 kleinere Vlaamse steden 18 schermen telt, en daarmee aan de kop van het Belgische bioskoop-peloton rijdt, samen met UGC (Brussel), Jos Rastelli (Leuven, Geel, Tervuren, Turnhout) en Carollywood (Charleroi) weliswaar op respektabele afstand van Groep Bert en Groep Claeys die samen meer dan 100 schermen tellen in Brussel, Antwerpen, Gent, Kortijk, Hasselt, Luik… (zie ook kader : Krisis).
De NV Cine City werd in 1984 opgericht. Louis Vangenechten had bij Hugo Tuerlinckx, die samen met zijn broer Guido een drukkerij-uitgeverij in Averbode leidde, het idee geopperd om nieuwe bioskoopzalen op te trekken in Aarschot, waar op dat ogenblik de cinemalichten volledig gedoofd waren. Als voorzitter van de Kamer van Koophandel speelde Tuerlinckx die idee door naar het Aarschotse stadsbestuur, dat zich bereid verklaarde om een grond in recht van opstal ter beschikking te stellen voor 35 jaar. In hun kennissenkring zochten Vangenechten en de broers Tuerlinckx de juiste partners bij elkaar, en uiteindelijk werd de NV Cine City opgericht met zeven aandeelhouders, die samen alle noodzakelijke know-how in huis hadden : Vangenechten had bioskoopervaring zat, de Tuerlinckx-broers konden via hun regionale weekbladen de nodige publiciteit voeren, de overige aandeelhouders waren respektievelijk een architekt, een bouwondernemer, een bedrijfskonsulent en de echtgenote van een accountant. Cine City Aarschot vijf zalen, geopend in 1986, vandaag zo’n 2600 tickets per week kon aldus tegen minimale kosten worden opgetrokken en werd een sukses, mede dankzij de goede ligging in het stadscentrum, met tóch voldoende parkeermogelijkheden vlakbij.
Begin de jaren negentig kwam dan het Lommelse gemeentebestuur naar Cine City met de vraag om in het kultureel centrum een aantal bioskoopzalen te integreren, kwestie van in dat centrum dagelijks een serieuze bezoekerstrafiek te creëren wat in vele andere kulturele centra ontbreekt. Cine City hapte toe en opende in ’93 op de gemeentegrond opnieuw in recht van opstal voor 35 jaar vijf zalen. En ook die draaien goed, vandaag halen ze een weekgemiddelde van 3000 tickets. “Weer eens : een goeie ligging, zowat op een eiland, ” verduidelijkt Louis Vangenechten : “Hasselt ligt op meer dan 40 kilometer, Eindhoven eveneens. ” (Zo’n 20 procent van het publiek in Lommel komt overigens uit Nederland.)
MECHELEN.
Het Lommelse projekt was nog niet afgerond of er diende zich al een nieuwe opportuniteit aan : in Mechelen sloot de laatste bioskoop zijn deuren. Vangenechten : “Daardoor werd Mechelen de enige grotere Vlaamse stad zónder cinema-aktiviteit. We beslisten dat gat in de markt te vullen, ook al beseften we dat dat een aantal bezoekers van onze Aarschotse vestiging zou wegtrekken. Maar deden wij het niet, dan deed iemand anders het wel. “
Cine City investeerde in Mechelen 150 miljoen frank (de grond kreeg men ditmaal niet in recht van opstal, maar moest worden aangekocht), wat de totale investeringen van de groep over de voorbije 10 jaar, Aarschot en Lommel inbegrepen, op zo’n 270 miljoen brengt, rekent bestuurder Norbert Vits voor. Veel daarvan is met vreemd vermogen gefinancierd, waardoor de financiële kosten hoog oplopen en de uiteindelijke winst van de laatste twee boekjaren (telkens 18 maanden) omzeggens onbestaande is. Vits : “Maar je mag je niet verkijken op de jongste cijfers van onze balans en jaarrekening. De investeringen in Lommel en Mechelen wegen uiteraard zwaar door. Het was een bewuste optie om met zo weinig mogelijk eigen vermogen te werken. We weten uit ervaring dat bioskoopexploitatie een winstgevende zaak is, die de kosten van een groot vreemd vermogen kan dragen. Trouwens, ook de banken vinden onze financiële situatie niet ongezond, anders zouden ze zich met ons niet zo ver in zee wagen. “
Een andere bewuste optie bestond erin het personeelsbestand en dus ook de sociale lasten zo klein mogelijk te houden : alleen de gedelegeerd bestuurder en een sekretaresse werken voor NV Cine City. Zowel Aarschot, Lommel als Mechelen worden gerund door zelfstandige uitbaters, werkend op een percentage van de ticketverkoop, en ook voor de cafetaria’s in de drie complexen zijn zelfstandige gerants aangetrokken. “Als zelfstandig uitbater zijn ze gemotiveerder, meer verantwoordelijk voor de goede gang van zaken dan wanneer ze op onze loonlijst zouden staan, ” verklaart Hugo Tuerlinckx, die net een week geleden het voorzitterschap van de raad van bestuur doorgaf aan Staf Vanhees.
Grote toekomstplannen liggen er vandaag niet in de schuif. Louis Vangenechten : “In Vlaanderen zijn er momenteel geen gaten meer. En naar Wallonië of naar het buitenland trekken we niet. ” Wel wordt er voor het Aarschotse complex, dat straks 10 jaar oud is, nagedacht over vernieuwingswerken en “misschien een uitbreiding met een of twee zalen. “
RAF PAUWELS
LOUIS VANGENECHTEN (CINE CITY) “De zeven andeelhouders vullen elkaar qua know-how perfekt aan om een bioskoop-groep optimaal te laten draaien. “
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier