Bio’s wieg
In Sint-Martens-Latem heeft Pierre Gevaert 42 jaar geleden de basis gelegd van de Europese bio-industrie. Vandaag springt de Lima-groep met haar nieuwe structuur over de kaap van één miljard frank. Bon, beau en bio zijn de drie b’s van de huidige bedrijfsleider Philippe Woitrin.
Maldegem, Bazins (Frankrijk)
“Ook voor ons is dedioxinecrisis een ramp”, zegt Philippe Woitrin, gedelegeerd bestuurder van de Lima-groep, dé bakermat van het biologisch voedsel in Europa. “Bijna de helft van onze geconsolideerde omzet – meer dan één miljard frank in 1999 – gaat naar de export. Als gevolg van de recente milieuschandalen krijgt het imago van ons land zware klappen. Belgische producten liggen niet meer goed in de markt.”
Nochtans zit de natuurvoedingsector in de lift ( Trends, 17 juni 1999). Michel Calewaert, algemeen directeur van Lima NV: “Biologische aankopen zijn niet alleen gezonder, maar nemen – in tegenstelling tot wat vaak wordt gezegd – ook geen grotere hap uit het gezinsbudget. Onderzoek van het Institut Pasteur uit Rijsel toont aan dat je minder ecoproducten gebruikt, terwijl ze gemiddeld 10 à 30% duurder zijn. Met bij voorbeeld een wit brood van 54 frank komt een gezin amper toe, terwijl van een volkorenbrood van 62 frank ruim vijf personen kunnen eten. Daarnaast besparen vegetariërs de dure uitgave aan vlees.”
Marginalen van Latem
In 1957 richt de Vlaamse landbouwer Pierre Gevaert – bezieler van de macrobiotische beweging in ons land (zie kader: Pionier) – een productiebedrijf van ecologische eetwaren op. Woitrin: “Toen werden ze nog de marginalen van Latem genoemd. Nu beginnen de mensen de nadelen van de industriële landbouw en veeteelt te beseffen en tonen wij dat het anders kan, zonder verlies van keuzevrijheid. Integendeel, je levenskwaliteit verbetert.”
Ondanks talrijke lezingen van Gevaert en zijn vrouw Annette – samen met Elsa Van der Seelen auteur van het bekende Kookboek voor Macrobiotiek – in heel het land raakt Lima maar moeilijk van de grond. Na tien jaar hard labeur prediken de stichters nog altijd in de woestijn. Ook financieel raakt het ecobedrijf in het slop. Door de opkomst van de moderne agrobusiness en de introductie van de chemie – lees pesticiden – is de firma verplicht de prijs van haar producten systematisch te verhogen met 5% per jaar, opdat de groene boeren zouden kunnen overleven.
Gevaert: “Hoewel ik altijd overtuigd ben geweest van de commerciële kracht van biovoeding – wat is er betere reclame dan kwaliteit en gezondheid – bleef de verkoop stagneren, omdat we zo’n 40% duurder waren dan onze concurrentie. Ook bestond er nog geen wet die ons biogarantielabel beschermde.”
In 1968 besluit de raad van bestuur tijdelijk een ervaren ondernemer – Edouard Van der Seelen, ex-manager van een ijzersmederij en echtgenoot van Elsa – aan te trekken. Gevaert: “Dat was het keerpunt, want tussen landbouwer – die ik altijd ben geweest – en industrieel bestaat toch nog een grote kloof. Na één jaar omscholing kon ik met succes opnieuw de dagelijkse leiding overnemen.”
Na deze moeilijke beginperiode, breekt Lima in 1970 echt door. Tijdens dat Jaar van de Natuur houdt prins Albert – toendertijd een regelmatige bezoeker aan de natuurvoedingswinkel, net tegenover de fabriek in Sint-Martens-Latem – een opmerkelijk pleidooi voor de biologische landbouw op een milieucongres in Straatsburg (Frankrijk). Ook nodigt koning Boudewijn Gevaert uit op het paleis, waar hij hem vertelt dat hij regelmatig het Lima Brood eet. Elk jaar stijgt de omzet met 20%.
MANAGEMENT BUY OUT.
Eind 1977 verhuist Gevaert samen met zijn gezin naar een boerderij in Andiran, departement Lot et Garonne (Frankrijk). Daar richt hij Lima France op. Zelf pendelt de ecologist voortdurend tussen de twee bedrijven. Eind vorig decennium besluit Gevaert op zoek te gaan naar mogelijke opvolging, om zich volledig aan zijn nieuw project te kunnen wijden: de creatie van een ecologisch dorp Ruralis.
In 1987 neemt schoonzoon Frank Stevens de leiding van Lima België over, dat ondertussen naar Maldegem is verhuisd ( nvdr – op dat ogenblik realiseert de firma een zakencijfer van 450 miljoen frank met 75 medewerkers). Twee jaar later doopt zoon Daniël Gevaert Lima France om tot Danival ( nvdr – nu een omzet van 132 miljoen frank met 16 werknemers). Wanneer schoonzoon Frank in 1989 verongelukt, verkoopt Gevaert Lima aan Euronature.
Deze Franse voedingsreus haalt een externe manager binnen: Philippe Woitrin. Deze handelswetenschapper (UCL Leuven) en kleinzoon van een Naamse groothandelaar in kruidenierswaren startte in 1975 zijn carrière als exportverantwoordelijke bij het Oostendse visbedrijf Viking. Daarna stapte hij over naar de Grobbendonkse diepvriesspecialist Frima. Tussen 1985 en 1987 was Woitrin Europese verkoopleider van Timac, de Franse producent van natuurlijke meststoffen (fosfaten). Vervolgens kwam hij aan het hoofd te staan van de Belgische dochter van het Duitse familiebedrijf Melitta (koffiefilters). In elke functie stond Michel Calewaert aan zijn zijde. Ook deze keer neemt Woitrin zijn compagnon mee. Stap-voor-stap kan het dynamisch duo de cijfers van het slabakkend bedrijf opkrikken.
Wanneer Euronature in 1996 besluit zich uit de bio-industrie terug te trekken, waagt Woitrin zijn kans. Dankzij een uitgekiend businessplan en de steun van het voltallig personeel weet hij twee Vlaamse banken – de Kredietbank (KB) en de Bank Brussel Lambert (BBL) – te overtuigen een management buy out te financieren.
Woitrin: “Wij hebben moeten vechten voor onze vrijheid, maar we zijn fier dat wij dit familiebedrijf van de ondergang hebben kunnen redden. Bovendien zijn wij overtuigd van de ongekende groeimogelijkheden van de biologische landbouw.”
De drie b’s
Lima bepleit geen terugkeer naar de oertijd, wel gezond voedsel. Calewaert: “Hiervoor moeten we maar één concessie doen, namelijk terug naar de seizoenen. Het ecologisch evenwicht zorgt er immers voor dat de natuur grondstoffen produceert, die het menselijk lichaam op dat ogenblik het best kan gebruiken. Zijn aardbeien in het putje van de winter nu echt zo’n levensnoodzaak?”
Woitrin noemt dat de drie b’s van zijn bedrijf: bon, beau en bio. “Bovendien passen wij hier een non kill– en zero tolerance-beleid toe. Naast het louter gebruik van biologisch gecertificeerde eetwaren, controleert het eigen labo van Lima nog eens alle aangekochte grondstoffen en afgewerkte producten dubbel. Hierbij hanteren wij de strengste normen. Zo is er voor bepaalde conventioneel geteelde granen een tolerantie tot 2000 ppb ( parts per billion) aan pesticiden toegestaan, terwijl Lima geen enkele afwijking aanvaardt. Bij twijfel worden de stalen voor een tegenexpertise naar de universiteit van Gent gestuurd. Zo gooien wij jaarlijks toch 3 à 4% weg wegens residuen in de producten. Ook hebben wij maandenlang geen sesamolie kunnen leveren, omdat de geboden stalen steeds werden afgekeurd.”
Calewaert: “Het biovoedingsbedrijf is en zal altijd een pionier blijven. De grootste kracht schuilt in een strenge ecofilosofie. Daar wordt geen millimeter van afgeweken, al 42 jaar lang. Hierover waakt een ethisch comitée, dat uit interne en externe mensen bestaat. Zij bepalen de eisen waaraan de grondstoffen, de producten en het productieproces (inclusief opslag en transport) moeten voldoen. Het is een droom om met zo’n gemotiveerde ploeg van medewerkers te mogen werken.”
Groot probleem van de bio-industrie blijft wel de afhankelijkheid van de conventionele verpakkingen. Daarom pleiten Woitrin en Calewaert voor ecobalansen om het milieu-impact van de volledige productieketen te meten. “Wij gebruiken in geen geval PVC-houdende verpakkingen, maar voornamelijk gerecycleerd karton en polypropyleen, dat volgens de moderne technologie bij verbranding alleen maar waterdamp achterlaat. Ondertussen zoeken we nog naar geschikte alternatieven voor de aluminium schalen van onze vegetarische pizza’s en lasagna’s. Hopelijk leveren onze contacten met Eco Bilan uit Frankrijk binnenkort de nodige resultaten op.”
HERSTRUCTURERING.
Na 42 jaar is de Lima-groep uitgegroeid tot een professionele bioholding met 105 medewerkers, actief in 23 landen. Sinds begin dit jaar draait het nieuwe magazijn van 2000 m² – een investering van 43 miljoen frank – op volle toeren.
Nu bestaat het concern uit drie eenheden: Ricasso NV produceert de eigen ecoproducten (rijstwafels, brood, kant-en-klare maaltijden); Bio Service NV (fusie van Reformwaren en Natudis België) verdeelt pakweg 5500 artikels over een 600-tal natuurvoedingswinkels; Lima NV ontwikkelt en verkoopt onder eigen merknaam een gamma van zo’n 250 producten.
Hoewel begin dit jaar de Nederlandse natuurvoedingsketen Natudis een participatie van 50% in Bio Service nam, blijft het management van de groep volledig in handen van het Belgisch duo Woitrin/Calewaert. Droogwaren en brood worden vanuit Maldegem verdeeld. Het vers- en diepvriesassortiment wordt vanuit het distributiecentrum in Tienen verder uitgebreid.
Woitrin: “Hiermee ronden wij onze reorganisatie af en stappen we goed uitgerust en vol optimisme de 21ste eeuw binnen.”
ERIC POMPEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier