Bio boert goed
Onder impuls van een stijgende vraag groeit het aanbod van biologische producten in de supermarkt. Het aantal biologische landbouwers groeit mee, maar dat volstaat niet altijd. Ook in de keten vragen nog enkele knelpunten om een oplossing.
Terwijl er in het vorige decennium nauwelijks biologische landbouwers bijkwamen, is hun aantal sinds 2009 almaar toegenomen. In dat jaar was er een nettogroei (nieuwkomers min uitstappers) van 12 bedrijven, in 2010 waren dat er 14, in 2011 zelfs 26 en in 2012 nog eens 17. Eind 2012 waren er 299 in totaal. Voor 2013 zijn nog geen officiële cijfers bekend, maar volgens BioForum Vlaanderen zal het voorbije jaar de groei bevestigen. Tegenover het zestigtal nieuwe biobedrijven staat ook een duidelijke toename van de vraag. Volgens BioForum Vlaanderen neemt de vraag zowel in België als in de buurlanden vaak met meer dan 10 procent op jaarbasis toe.
Om te weten of de biologische landbouwbedrijven de vraag kunnen bijhouden, volstaat het om per product naar de import te kijken. “Het aanbod volgt de vraag niet altijd. Voor een product als zuivel bijvoorbeeld is import nog heel belangrijk”, zegt Paul Verbeke, ketenmanager bij BioForum Vlaanderen. “Daardoor is import noodzakelijk. Dat geeft aan dat er nog kansen liggen voor Belgische landbouwers.”
Om duidelijk te maken welke die kansen zijn, heeft BioForum Vlaanderen sinds 2009 enkele initiatieven ontwikkeld. Het project Bio Zoekt Boer geeft eerstelijns-informatie aan landbouwers die interesse tonen in een omschakeling naar biolandbouw. Het project wilde traditionele landbouwers bereiken, terwijl BioForum een netwerk heeft bij de biologische landbouwers. “Daarom hebben we dit project opgezet in samenwerking met het Algemeen Boerensyndicaat en de Boerenbond”, zegt Verbeke. “We informeren over biolandbouw via artikels in de vakpers, via bedrijfsbezoeken, maar ook via individuele opvolging.”
Knelpunten in de keten
Zoals de cijfers aangeven, heeft Bio Zoekt Boer de voorbije jaren zijn doel niet gemist. Paradoxaal genoeg blijkt dat landbouwers na de omschakeling vaak afzetproblemen hebben. Een stijging van het aantal bioboeren is met andere woorden niet de enige voorwaarde om de verhouding tussen aanbod en vraag verder te stroomlijnen. In de keten tussen landbouwer en consument bevinden zich nog een aantal belangrijke knelpunten.
Ten eerste blijken leveranciers en klanten elkaar te moeilijk vinden. De sector is klein en voor de buitenwereld weinig transparant, waardoor nieuwkomers niet zomaar potentiële klanten of leveranciers vinden. Online is een Bio Bedrijvengids beschikbaar die al enig soelaas kan bieden, maar zeker voor minder vanzelfsprekende teelten is advies op maat geen overbodige luxe.
Mogelijke partners samenbrengen, is ook de mogelijkheid om een tweede knelpunt aan te pakken. Door de kleine schaal van de biologische landbouw (1,9 % van de totale landbouwomzet) kampt de sector met hoge logistieke kosten. Zeker voor producten met een lage waarde is dat een teer punt. Het is een zaak van zoeken naar de juiste schaalgrootte. “Jaarlijks wordt bijvoorbeeld 6 miljoen liter biomelk opgehaald. Die komt van twintig bedrijven, die verspreid liggen van de Westhoek tot Noord-Oost-Limburg. Dat geeft hoge ophaalkosten. Als je een groter volume op een kleinere schaal kan organiseren, dan kunnen we die logistieke kosten doen dalen”, zegt Paul Verbeke. Een van de ambities voor 2014 is dan ook een toename van de biologische zuivelproductie. “Er is bij verwerkers als Campina een grote vraag naar biomelk. Zij moeten importeren. Een regionale groei kan de logistieke kosten drukken en biologische melk concurrentiëler maken.”
De samenwerking in logistiek is niet enkel een kwestie van kostenefficiëntie. Samen naar de verwerker trekken, is vaak een noodzaak om voldoende volume te kunnen leveren. Bij de producenten van diepvriesgroenten bijvoorbeeld renderen de machines niet als ze maar kleine volumes moeten verwerken.
Een derde opvallend knelpunt voor veel biolandbouwers is dan weer de gevraagde kwaliteit bij leveringen aan supermarkten. De reguliere supermarkten zijn goed voor de helft van de verkochte biologische voedingsproducten, de andere helft vindt een koper via in bio gespecialiseerde winkels. Vooral de supermarkten dringen sterk aan op een standaardkwaliteit. De kwaliteitsdiscussie gaat dan niet over de eetbaarheid van de producten, maar om uiterlijke mankementen of verschillen in formaat.
In de appelteelt bijvoorbeeld klagen de telers over onrealistisch strenge eisen, terwijl de retailers met onvoldoende aanbod kampen. De telers hadden dus wel voldoende appels, maar 90 procent van hun oogst voldeed niet aan de strenge eisen — verkeerde grootte, een ontbrekende steeltje — en verdween in de pers. Dit jaar bracht Boer Zoekt Keten beide partijen samen in de boomgaard om de oogst te bekijken en afspraken te maken. De normen werden finaal haalbaarder ingevuld.
Om bio verder beschikbaar te maken in de reguliere handelskanalen, moet ook worden gewerkt aan de continuïteit van het aanbod. In het oogstseizoen van groenten en fruit is het belangrijk de toevoer zo weinig mogelijk te onderbreken. Dit probleem geldt ook voor de niet-biologische teelt, maar opnieuw spelen schaal en organisatie een rol. Als het vriest, kan je geen prei uit de grond halen, maar je kan je wel organiseren. Een zestigtal telers werkt samen om hun groenten via een veiling te verhandelen. Als je het slim speelt, dan heb je bijvoorbeeld telers uit verschillende regio’s en weet je dat de kans op vorst kleiner is aan de kust dan in het binnenland. Dat werkt niet voor alles, maar dit is de uitdaging die wordt aangegaan.
WOUTER TEMMERMAN
“Import is noodzakelijk. Dat geeft aan dat er nog kansen liggen voor Belgische landbouwers” Paul Verbeke
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier