Binnenkort witgewassen ?

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De Antwerpenaar Robert Cockx was de eerste Belg die werd veroordeeld voor het witwassen van drugsgeld. Op de vlucht voor het Belgische gerecht is hij vandaag fiscaal adviseur in Madrid. Van daaruit eist hij een herziening van zijn proces. Een gesprek.

Schiphol.

We ontmoeten Robert Cockx op Schiphol. De Antwerpenaar is wel verplicht het gesprek buiten de Belgische staatsgrenzen te laten plaatsvinden. In België hangt hem een gevangenisstraf wegens witwassen boven het hoofd. Cockx verblijft in Madrid, maar heeft geen officiële woonplaats. “Dat is voordelig,” zegt hij goedlachs, terwijl hij aan zijn Veuve Cliquot nipt. “Voor de Spaanse belastingen ben ik een Belg. En de Belgische fiscus kent me niet. Belastingtechnisch gezien kan ik deze situatie ten zeerste aanbevelen.”

Op 23 februari 1993 veroordeelde de correctionele rechtbank van Antwerpen Cockx tot dertig maanden gevangenisstraf, waarvan vijftien maanden effectief. Daarmee was Cockx, die al vier maanden in voorhechtenis zat, de eerste Belg die een straf kreeg voor het witwassen van criminele gelden. De Antwerpse rechtbank baseerde zich in haar vonnis op het (in 1990 gewijzigde) artikel 505 van het strafwetboek. Dit voert het begrip verruimde heling in. Strafbaar zijn personen die goederen kopen, ontvangen of bezitten waarvan zij de criminele oorsprong kennen of moesten kennen.

De rechtbank stelt vast dat Cockx geld wisselde in opdracht van de Nederlander Johannes “Joop” Fabrie. Deze Nederlandse link is geen toeval. Ook andere Nederlandse drugsnetwerken werkten met Belgische financiële instellingen. Denk maar aan de inmiddels failliete Bank Max Fischer (Octopusbende) of het wisselkantoor Drogné Goldwasser (Deltabende). Liefst 29,5 % van de dossiers die de Cel voor Financiële Informatieverwerking doorverwees naar het parket, heeft een Nederlander als hoofdoperator. Belgen (23,2 %) en Marokkanen (11,1 %) volgen op de tweede en de derde plaats. Van het totaalbedrag van de witwasdossiers die de Cel sinds 1994 doorverwees (56,4 miljard frank), heeft 65 % betrekking op drugs.

Zo ook in het dossier-Cockx/Fabrie, meent het Antwerpse gerecht. Want Fabrie “maakt”, aldus een mededeling van de Amsterdamse politie aan de gerechtelijke politie van Antwerpen (anno 1992), “deel uit van de criminele organisatie van Dalen“. Tonny van Dalen zat in 1992 in voorhechtenis wegens zijn betrokkenheid bij drugssmokkel.

De rechtbank van Antwerpen oordeelt dat “het in Nederland gevoerde gerechtelijk onderzoek met zekerheid heeft uitgewezen dat deze geldsommen ( nvdr. overhandigd door Fabrie) afkomstig zijn van drugshandel”. En Cockx “moest” dit weten, al was het maar omdat de wisselverrichtingen “alle kenmerken van een witwasoperatie” hadden.

OP DE VLUCHT.

Voor de rechtbank haar eindoordeel velde, was Cockx op borgtocht vrij dankzij een lening van zijn wisselagent echter naar Spanje gevlucht. “Ik wist dat ik veroordeeld zou worden en had geen zin om bij dezelfde kliek in beroep te gaan,” zegt hij. “Ik moest vrouw en kind onderhouden. ‘s Nachts heb ik mijn hebben en houden op een vrachtwagen gezet en ben naar het appartementje van m’n echtgenote in Spanje gevlucht. Op aanraden van mijn advocaat Sidney Berneman.”

Ondanks alles blijft Cockx zijn onschuld bepleiten. Hij noemt zichzelf een “zakenman die op het scherp van de snee werkte en zich naïef liet misbruiken door criminelen”. Cockx noch Fabrie ontkennen dat ze pionnen waren in een witwascircuit rond van Dalen. Deze wisselde via het tweetal in 1991 en 1992 6,5 miljoen pond (de tegenwaarde van XTC-pillen die over het kanaal werden geëxporteerd) bij de Antwerpse zetel van ABN-Amro en wisselagent Stevens. Cockx en Fabrie beweren dat het geld, dat ze onder meer herinvesteerden in vastgoed en van Dalens ondernemingen zoals Interphone (telefoonsex) en Lynn Bijou (lingerie) wat hen betreft “proper” was. Cockx : “Ik heb nooit geweten dat Fabrie het geld ontving van een drugsbende.” Fabrie : “Tonny van Dalen was voor mij geen crimineel. Ik dacht dat het inkomsten waren van gokactiviteiten, die werden opgezet in de rand van de legaliteit. Maar drugsgeld ? Neen, had ik dat geweten, dan had ik de zakelijke relatie met mijn vriend van Dalen nog steeds, want ik laat vrienden niet vallen verbroken.”

TEGENAANVAL.

Vandaag lanceert Cockx vanuit Madrid een tegenaanval. Zijn advocaten Scheers en Weski (de Nederlandse advocaat van Fabrie) roepen een arrest in van het gerechtshof van Amsterdam. Op 9 juni 1994 veroordeelde deze rechtbank van Dalen en zes andere leden van de Extasebende tot straffen van 3,5 tot 10 jaar. En Fabrie ? Die werd niet veroordeeld. Nochtans stelde het Hof dat hij degene was “die de financiële zaken van verdachte (van Dalen) regelde”. Fabrie beschikte volgens de rechters over 8 tot 10 miljoen gulden voor “de oprichting van buitenlandse ondernemingen” voor rekening van van Dalen.

De conclusie van Cockx : “Ik werd veroordeeld omdat ik moest weten dat het geld van Fabrie afkomstig was van de drugswereld. Maar het Nederlandse gerecht laat hem vrijuit gaan. Ik heb dus in de loop der jaren zaken gedaan met een correct persoon. Ik moest dus helemaal niets weten omdat er niets te weten was !” Vandaar dat Cockx via de minister van Justitie Stefaan De Clerck een herziening van het proces zal vragen. Zo’n herziening is mogelijk bij het Hof van Cassatie als er na een definitieve uitspraak feiten aan het licht komen waaruit de onschuld van de veroordeelde blijkt.

“Mijnheer Cockx zal wel eerst naar België moeten komen om z’n rechten uit te oefenen,” klinkt het laconiek op het Antwerpse Justitiepaleis. “En in dat geval zullen we hem aanhouden. Er zijn trouwens voldoende elementen die aantonen dat Cockx wel degelijk wist dat hij met drugsgelden in de weer was. Meer nog : als hij in beroep gaat, wat nog steeds mogelijk is, zal hij waarschijnlijk een zwaardere straf krijgen. Sommige leden van de Extasebende doken in de loop der jaren immers op in andere drugsdossiers.”

Deze bron wijst er ook op dat Fabrie niet werd vervolgd door de Amsterdamse officier van justitie, omdat zo blijkt uit een gerechtelijk document van 28 maart 1995 het onderzoek naar hem betrekking had op een “oud feit”. “Een oud feit is een feit,” aldus de onderzoeker.

Volgens een medewerker van het Amsterdamse arrondissementsparket “werd Fabry buiten vervolging gesteld omdat een onderzoek naar de feiten, gepleegd in 1992, gezien de lange tijdsduur niet meer opportuun was”. Dit lokt bij een Antwerpse rechercheur de opmerking uit dat hij zich “de haren uit het hoofd trekt” bij de Nederlandse “laksheid”. Hij zegt : “Fabry is zeker naar Belgische normen, en dat is ons criterium een witwasser en Cockx wist dat. Veroordeling of niet.”

FICTIEVE VERKOOP.

Cockx’ crimineel opzet was voor de rechtbank van Antwerpen onder meer duidelijk omdat hij bij het witwassen gebruik maakte van fictieve documenten. Cockx toonde de financiële instellingen waarmee hij werkte een (vervalst) contract, waarbij het bedrijf Pari Shipping Private Ltd. het schip Ikan Pari verkocht aan Shipping Industrial and General Investments Inc. (voor 10 miljoen dollar). Dit document moest de wisselverrichtingen van Cockx een juridische basis geven.

Zelfs áls de veroordeling wegens verruimde heling een dubieuze grond heeft (wegens de niet-veroordeling van Fabrie) en eventueel vervalt, blijft het feit dat de rechtbank Cockx ook veroordeelde wegens een ander misdrijf : valsheid in geschrifte. “Ik heb dat verkoopdocument nooit uit handen gegeven, maar alleen laten zien aan de bank,” relativeert Cockx. “Was het onwettelijk ? Niet echt. Misschien ging ik een beetje over de schreef. OK, het was een vals stuk. Maar het droeg mijn echte handtekening.”

Cockx hoopt met zijn herzieningsproces op de eerste plaats eerherstel te bekomen. “Men heeft mijn naam door het slijk gesleurd,” zegt hij. “De Antwerpse gerechtelijke politie beschouwde mijn zaak als een testcase voor de toepassing van de verruimde heling. Er is duidelijk sprake van plichtsverzuim. Men wist dat Fabrie onschuldig was.”

Enkele dagen voor Cockx’ aanhouding in 1992 heeft Fabrie nog 53 miljoen frank opgehaald bij zijn Antwerpse wisselagent. “Als het gerecht me als een crimineel beschouwt, waarom heeft het mij toen niet opgepakt ?”, aldus Fabrie. “Hadden we dit geweten, was hij verhoord,” zegt een bron bij de Antwerpse Gerechtelijke Politie. “Fabrie heeft elke uitnodiging voor een gesprek geweigerd.”

Cockx overweegt, eenmaal vrijgesproken, een schadevergoeding van minstens 300 miljoen frank te vragen. Dat is volgens hem de geactualiseerde waarde van zijn ondernemingen van voor het proces. “Maar geld is niet mijn belangrijkste drijfveer,” zegt hij. “Eigenlijk wil ik eenmaal witgewassen opnieuw met een gerust hart een bolleke kunnen drinken in Den Engel op de Grote Markt.”

HANS BROCKMANS

ROBERT COCKX (AGS) De eerste Belg die is veroordeeld wegens witwassen. Onterecht ?

WITWASSEN IN BELGIE Drugs zijn de belangrijkste bron van witwassen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content