“Bij ons zijn ze ook met rommelhypotheken komen leuren”
De verzekeraar AXA Belgium heeft de fusie met Winterthur goed verteerd, ondanks de kredietcrisis. Van Europese richtlijnen of concurrentie is directievoorzitter Eugène Teysen niet bang. De samensmelting van de diensten is dit jaar de grootste uitdaging.
Dankzij onze voorzichtige aanpak en internationale samenwerking hebben wij de kredietcrisis goed overleefd”, zegt Eugène Teysen, directievoorzitter van AXA Belgium. Ook de fusie met Winterthur is goed verteerd. Dat blijkt ook uit de jaarresultaten die vandaag worden bekendgemaakt.
De operationele winst van de bank- en verzekeringsmaatschappij steeg het afgelopen jaar in ons land van 223 tot 330 miljoen euro (+48 %). Na boeking van de min- en meerwaarden, bedraagt het courante resultaat zelfs 651 miljoen euro. Maar dat is amper 3 % meer dan in 2006, te wijten aan het slechte beursklimaat in de tweede helft van 2007 en de uitzonderlijke financiële opbrengsten in 2006. Toch niet slecht in tijden van een heuse kredietcrisis. Teysen: “Ook bij ons is men komen leuren met rommelhypotheken. Maar AXA heeft zich niet laten verleiden. In landen als Duitsland is dat helemaal anders. Daar zit je met een enorm gefragmenteerde bank- en verzekeringssector, met heel veel kleine spelers. De kennis is er dus minder groot dan in een grote groep, zoals de onze.”
De fusiegroep heeft nu 6000 medewerkers in ons land. Na de juridische samensmelting, moeten nu ook de diensten op het terrein geïntegreerd worden.
TRENDS. Hoe ziet de planning eruit?
EUGÈNE TEYSEN (AXA BELGIUM). “In 2007 hebben we de fusie grondig voorbereid. AXA en Winterthur, dat zijn twee verzekeringsmaatschappijen en twee informaticasystemen. Als je synergie wil bekomen, moet je met één geheel doorgaan. Dat betekent dat alle bestanden, alle polissen, alle klanten en alle gegevens van Winterthur overgebracht moeten worden naar AXA, en dat alle producten van Winterthur uiteindelijk in de AXA-systemen moeten zitten. Heel die operatie staat dit jaar op het programma en verloopt in vier fasen. De overheveling van de afdelingen Brand, Ongevallen en Allerlei Risico’s (BOAR) voor ondernemingen vond al begin dit jaar plaats. In mei en juni is het de beurt aan de levensverzekeringen voor ondernemingen. Eind september beginnen we met de individuele levensverzekeringen. In november ten slotte brengen we de belangrijkste business van Winterthur in België – BOAR voor particulieren – over.
“Een tweede en minstens even belangrijk element zijn de mensen. Een fusie verloopt namelijk voor de helft tussen de oren. Dat is pure psychologie. Daarom proberen we iedereen zoveel mogelijk bij het proces te betrekken en goed te communiceren. Ik ga regelmatig naar ontbijtsessies, om te luisteren naar de besognes van onze werknemers. Ruimtes waar vroeger 24 mensen werkten bijvoorbeeld, en nu nog amper drie: dat is deprimerend, en we proberen daar een mouw aan te passen. Bovendien hebben we niks veranderd aan de bedrijfscultuur bij Winterthur. Dingen als het feest van de jubilarissen vinden nog altijd plaats zoals vroeger. Bij de werknemers van Winterthur hebben we vorig jaar ook een enquête georganiseerd, om na te gaan in welke AXA-vestiging ze voortaan wilden werken. Bij 93 % van die mensen werd de eerste keuze gerespecteerd, en dat heeft echt een positieve déclic veroorzaakt. Ook op ecologisch vlak is het een goede zaak. Per dag zullen de werknemers van Winterthur 4000 kilometer minder afleggen tussen hun woonplaats en hun werkplek. Per jaar wordt een miljoen kilometer minder gereden.”
Hoe zit het bij de makelaars? Klopt het dat de interne concurrentie door de directe verzekeraar Touring Verzekeringen – een dochter van Winterthur – voor wrevel zorgt?
TEYSEN. “Direct verzekeren via het internet is nog een marginaal gebeuren in ons land. Slechts vijf procent van de Belgen wil zijn auto direct verzekeren. Toch willen we vermijden dat die mensen enkel naar de website van bijvoorbeeld ING surfen. Met Touring Verzekeringen zorgen we ervoor dat ze ook bij AXA terechtkunnen. Kortom, als je zou rondgaan bij de makelaars om te vragen hoe het gaat met de fusie van AXA en Winterthur, ben ik er vrij gerust op dat ze zouden zeggen: ‘Dat gaat. Niemand heeft erom gevraagd, maar vooruit’.”
ING voert inderdaad een agressieve campagne met zijn directe kanaal, en wil meer producten online verkopen. Zet dat geen kwaad bloed in de sector?
TEYSEN. “ING heeft een beslissing genomen, en we zullen zien hoe die uitdraait. Het enige wat je kunt zeggen, is dat ze heel consequent geweest zijn. ‘The proof of the pudding is in the eating’. Het aantal ING-klanten dat nu écht meegaat met de nieuwste evolutie, blijft in elk geval beperkt.”
Zijn de Belgen te conservatief voor verzekeringsproducten via het internet?
TEYSEN. “Dat kun je inderdaad denken, want in landen als Groot-Brittannië breken directe verzekeringen wél door. Het is echter een wettelijke regeling die daarvoor zorgt. Als een Brit zijn auto verzekert, komt er geen stilzwijgende verlenging als het verzekeringscontract vervalt – zoals hier. Als je daar niks onderneemt, ben je na één dag al niet meer verzekerd. Britten móeten dus iets doen, op welke manier dan ook: via een makelaar, bij een verzekeringsagent, of via het internet. Thuis surfen is misschien handiger dan elk jaar te moeten rondrijden op zoek naar een verzekering. In Europese landen waar verzekeringscontracten wél stilzwijgend verlengd worden, zie je dat het marktaandeel van het directe segment blijft hangen op 5 à 10 %.
Het feit dat er een groot verschil is tussen een bank- en een verzekeringsproduct, is wellicht óók een deel van de verklaring. Kijk maar naar de populariteit van het online bankieren in België. Dat dient enkel om betalingen te doen, of om informatie op te vragen. Allemaal gestandaardiseerde handelingen dus. Maar een goeie verzekering is geen statisch product. Een verzekering op maat van de klant vergt een minimum aan interactie met de verzekeraar, maar op het internet is van zo’n interactie geen sprake.”
De nieuwe Europese antidiscriminatierichtlijn zegt dat verzekeraars geen onderscheid meer mogen maken tussen mannen en vrouwen voor de berekening van hun premies. In veel Europese landen worden uitzonderingen toegelaten. In ons land geldt dat ook voor levensverzekeringen. Voor auto- en ziektekostenverzekeringen daarentegen wordt België – samen met Tsjechië – wellicht het enige land waar verzekeraars geen onderscheid meer mogen maken tussen beide geslachten. Wat is uw mening daarover?
TEYSEN. “Voor alle duidelijkheid: ik ga ervan uit dat iedereen vindt dat er geen discriminatie mag bestaan tussen mannen en vrouwen. Maar voor verzekeringen? Jonge vrouwen rijden nu eenmaal voorzichtiger dan jonge mannen. Ik zie dus niet in waarom je geen verschillende tarieven zou mogen hanteren voor een autoverzekering.”
Veel verzekeraars lieten eind vorig jaar weten dat ze door de nieuwe richtlijn hun premies van hospitalisatieverzekeringen fors zouden optrekken. Hoe zit dat bij AXA?
TEYSEN. “Het belangrijkste voor ons zijn de autoverzekeringen, in de groep tussen 18 en 29 jaar. Precies díe fase waarin jongens en meisjes zich totaal anders gedragen in het verkeer. Ik had echter geen zin in problemen met de distributie van autoverzekeringen, net nu de fusie tussen AXA en Winterthur volop aan de gang is. We hebben er dus voor gezorgd dat de prijsstijgingen zeer beperkt blijven, door te sleutelen aan het segmentatiemodel. Aan bepaalde criteria, zoals rijervaring en het vermogen van de wagen, hebben we meer gewicht toegekend dan vroeger, met de bedoeling om zo dicht mogelijk bij de bestaande situatie uit te komen.”
Ondertussen raakte wel bekend dat AXA Belgium de premies voor de collectieve hospitalisatieverzekering van de werknemers en gepensioneerden van De Lijn met ruim de helft verhoogde?
TEYSEN. “Op 31 december 2007 liep de polis bij Winterthur ten einde. De Lijn heeft toen met diverse verzekeraars onderhandeld op basis van de schadestatistieken. Bleek dat de kosten enorm waren gestegen en niet meer in verhouding waren met de premie-inkomsten. Uiteindelijk besloot De Lijn, in samenspraak met de sociale partners, bij Winterthur te blijven, met een premieverhoging voor alle personeelsleden en een toename van de werkgeversbijdrage. Zo’n prijsstijging is niet ongewoon in de gezondheidszorg. Zo zijn de kosten voor hospitalisatie de jongste vijf jaar meer dan verdubbeld. Dat komt door het toenemende consumptiegedrag, door steeds betere maar ook steeds duurdere medische technieken, door een afwenteling van een groter gedeelte van de kosten op de ziektekostenpolissen en door de vergrijzing.”
Vrezen jullie concurrentie van verzekeraars die vanuit het buitenland opereren?
TEYSEN. “Europese richtlijnen zullen pas écht iets veranderen in de verzekeringsmarkt als de distributie erdoor beïnvloed wordt. En dat is niet het geval. Neem Duitsland: de particulier wordt daar voornamelijk door zelfstandige verzekeringsagenten bediend, die exclusief aan een bepaalde verzekeringsmaatschappij verbonden zijn. Zolang zulke distributiemodellen niet evolueren, zullen Europese richtlijnen geen grote impact hebben.”
Belgische beleggers worden sinds 1 januari belast op de meerwaarde die ze realiseren bij de verkoop van kapitalisatiefondsen die voor minstens 40% in vastrentende waarden beleggen. De verzekeringssector blijft dus buiten schot. Zal dat zo blijven, denkt u?
TEYSEN. “Eerlijk? Ik weet het niet. En ik ben er ook niet zeker van of ze het weten op het kabinet-Financiën, gezien de politieke constellatie. Plus: wij hebben onze 1,1 % al gehad, hé? (De belasting van 1,1 % die op 1 januari 2006 werd ingevoerd op levensverzekeringscontracten, nvdr) Daarvan is de sector nog altijd niet bekomen.”
Er wordt toch al gesproken over bijkomende meerwaardebelastingen?
TEYSEN. “Ik hou het bij een simpel antwoord: als België de fiscaliteit ooit in die zin wil veranderen, dan moet men het hele systeem omgooien. Onze fiscaliteit is het resultaat van vijftig jaar denkwerk en van voortdurende aanpassingen. Als je daar zomaar één aspect uitlicht, om er grondig aan te sleutelen, dan veroorzaak je onvermijdelijk scheeftrekkingen.”
Dringt een algemene hervorming van de fiscaliteit zich op?
TEYSEN. “De vergrijzing is volgens mij een veel prangender kwestie. De Belgen betalen trouwens nú al veruit de meeste belastingen van alle Europeanen. Ik pleit daarom voor een uitbreiding van het systeem van fiscale incentives die ervoor zorgen dat mensen op tijd financiële maatregelen nemen voor hun pensioen. Bovendien is het zeer de vraag of men in België de nodige politieke dynamiek zou vinden om het hele belastingstelsel te hervormen. Ik denk zelfs dat zoiets moeilijker zou worden dan de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.” (T)
Door Celine De Coster en Eric Pompen/ Foto’s Dimitri Van Zeebroeck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier