Bij het overlijden van Stephen Covey
MARC BUELENS
Stephen Covey is op 78-jarige leeftijd overleden. De man heeft in 1989 een van de meest invloedrijke managementboeken aller tijden geschreven: ‘ The seven habits of highly effective people‘. In de Nederlandse vertaling werd het omgedoopt tot ‘ De zeven eigenschappen van effectief leiderschap‘, een dwaze vertaling, want het boek richt zich tot iedereen, en niet alleen tot managers of leiders, en het gaat om gewoontes, niet om eigenschappen.
Jim Collins zou van ‘ Good to Great‘ slechts 4 miljoen exemplaren hebben verkocht en ‘ In search of excellence‘ zou 10 miljoen exemplaren hebben bereikt; met zijn meer dan 20 miljoen verkochte exemplaren moet ‘ Seven habits‘ met lengten voorsprong het meest verkochte managementboek aller tijden zijn. Maar dan zien we maar al te graag ‘ Who moved my cheese‘ over het hoofd, het enige managementboek dat waarschijnlijk ook meer dan 20 miljoen exemplaren heeft verkocht. Maar het was altijd heel moeilijk om een leuk verhaaltje over mensen en muizen in een doolhof, een verhaal op Studio 100-niveau, het predicaat ‘managementboek’ mee te geven.
‘ Seven habits‘ is een van de weinige managementboeken waarover mensen mij spontaan aanspreken, bijna altijd in positieve bewoordingen. Niet toevallig, want het is een positief boek, een boek dat op heldere, overtuigende wijze uitlegt dat ook u succesvol kunt zijn. ‘Succes’ is een woord dat we beter begrijpen dan ‘effectiviteit’. Iedereen wil wel succesvol zijn. En Covey legt netjes uit hoe je dat moet doen. Succes betekent niet de Ronde van Frankrijk winnen of miljardair worden, maar een goede en geliefde leerkracht zijn, een boeiende carrière uitbouwen of een degelijk lid zijn van de club waartoe je behoort.
Het boek heeft dus geen hoerasfeertje en is vooral geen één-ideeboek. De meeste Amerikaanse boeken vertrekken van één idee en melken dat eindeloos uit. Covey heeft elk van zijn zeven, vrij verschillende principes, voldoende uitgewerkt zodat je een breed spectrum krijgt van zaken waar je op moet letten om anderen te beïnvloeden, om geen tijd te verliezen, om het te maken in dit leven.
Veel principes zijn gemeengoed geworden en behoren tot het dagelijkse taalgebruik in managementland: win-win, begin met het einde voor ogen, wees proactief, first things first. In vergelijking met die andere algemeen aanvaarde managementgoeroe, Peter Drucker, was Covey veel meer een predikant, veel meer wereldverbeteraar, veel meer een man met een missie. Covey was mormoon en kon het moraliserende moeilijk verbergen. Drucker was intellectueel veel hoogstaander en veel breder, met een belangstelling voor economie, sociologie, technologie. Covey was eigenlijk een verkoper, een man van de toegepaste psychologie.
Covey kon het natuurlijk niet laten en publiceerde in 2004 ‘een achtste gewoonte’. Niemand herinnert zich nog wat die was. Het was een oproep om van ‘effectief’ naar ‘groot’ te gaan. Collins had die oproep al in 2001 gelanceerd. Covey beweert dan ook nergens dat je origineel of creatief moet zijn.
In 1997 fuseerde het bedrijf van Covey met een bedrijf dat timemanagementagenda’s op de markt bracht. In mijn knipseldoos heb ik een artikel uit BusinessWeek van 7 november 1999, waar de draak wordt gestoken met dat bedrijf. De fusie was een drama. En de journalist kon het uiteraard niet laten erop te wijzen dat de nieuwe onderneming helemaal niet haar eigen adviezen volgde. In plaats van win-win bevochten de twee afdelingen elkaar en ze vergaten proactief te zijn. Covey moest snel zelf toegeven dat er een groot verschil is tussen uitleggen vanaf de zijlijn hoe het allemaal moet en het dagelijks zelf doen.
De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Leuven Gent Management School.
Covey heeft elk van zijn zeven, vrij verschillende principes, voldoende uitgewerkt zodat je een breed spectrum krijgt van zaken waar je op moet letten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier