Stijn Fockedey
Bezint eer ge klikt
Op het internet betalen mensen vooral met hun privacy en niet met hun centen. Een Europese hervorming van de privacywetgeving zal dat principe niet veranderen. De burger draagt zelf een zware verantwoordelijkheid.
De 28 lidstaten van de Europese Unie tellen tezamen 503 miljoen inwoners. Er zijn 503 miljoen redenen waarom de Europese Unie zo verbeten timmert aan een bijna allesomvattende hervorming van de privacywetgeving. Onze samenleving is zo gedigitaliseerd dat Europese burgers onvermijdelijk bijna overal een digitaal oliespoor achterlaten. Maar dat ontzegt hen het recht niet om controle te hebben over hoe hun gegevens worden gebruikt. Zeker als het gaat om gevoelige informatie zoals financiële of medische data.
De wetgeving daarover is bijna twintig jaar oud en heeft behoefte aan een hervorming. Al was het maar omdat Europeanen voor het gros van hun internetdiensten afhankelijk zijn van Amerikaanse bedrijven. Bedrijven als Google en Facebook bieden hun diensten zogoed als gratis aan. Maar ze zijn tegenover hun gebruikers niet transparant genoeg over wat er met hun gegevens gebeurt. Europa kan de privacy-autoriteiten maar beter wapenen tegen het advocaten- en lobbygeweld van zulke technologiegiganten. Al zal de wet de burger nooit helemaal tegen zichzelf kunnen beschermen.
Er is een stuitend gebrek aan datahygiëne. Mensen denken te weinig na voor ze zich ergens registreren. In een ideale wereld vragen ze zich iedere keer af of de service wel betrouwbaar is, en of het wel de moeite waard is er persoonlijke gegevens aan prijs te geven. Die vragen moeten een automatische reflex zijn, zoals we ook onze handen wassen na een toiletbezoek. Zolang dat niet gebeurt, blijft het dweilen met de kraan open.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier