“Beton kan best sexy zijn”
Het Limburgse Vanbockrijck bewijst dat innovatie niet alleen is weggelegd voor IT- en biobedrijven. Binnen zijn niche in betonwanden vecht het zich – behoorlijk agressief – tot marktleider in de Benelux. In de verte lonkt Polen.
Met een omzet van 13,4 miljoen (2008) is Vanbock-rijck marktleider in de Benelux in betonnen keerwanden, in de fabriek gebouwde constructies die verschuivingen van grond of waterinsijpeling voorkomen. Voor een buitenstander is prefabbeton op het eerste gezicht een banaal product.
Wij liepen een middag mee met gedelegeerd bestuurder Mathieu Vanbockrijck (40). Het terrein in Borgloon is 9 hectare en ligt vol betonnen constructies. “Beton kan best sexy zijn”, zegt de selfmade man, terwijl hij fier wijst naar een muur van zeven meter. “Twee decennia stielkennis zitten in dat stuk beton. Zuiver onderzoek en ontwikkeling. Niemand doet ons dat na.”
De roots van het bedrijf gaan terug naar vader Leonard, die als werknemer metalen mallen fabriceerde voor betongieters. Mathieu Vanbockrijck perfectioneerde deze stiel en startte met moeder Agnes Ceulemans een gieterij op. Eerst leverden ze vooral aan boeren. Die plaatsten kleine muren naast elkaar om water te draineren of grotere constructies als steun voor heuvelachtige oppervlaktes die kunnen wegdrijven na regen.
Beton voor biogas
De landbouwsector is vandaag nog een belangrijke klant, maar in een modern kleedje: als producent van biogassen. Het streng genormeerde productieproces laat niet toe dat de maïs, koolzaad, aardappelen en andere producten op de velden blijven liggen. De opslag in constructies is verplicht. Met de muren van Vanbockrijck kunnen die loodsen groter of kleiner in functie van de voorraden. “Wie ter plekke een recipiënt laat gieten, hangt er voor dertig jaar aan vast. Ons product kan je verschuiven.”
De helft van de klanten vindt Vanbock-rijck in de bouw. Een eerder klassieke toepassing is het stutten van terreinen. Ook deze niche zit in de lift. “Vroeger was de aankoop van een terrein van 20 are geen uitzondering, dus plaats genoeg. Op een terrein van 4 are heb je elke vierkante meter nodig. De kost van een keerwand is dan peanuts als je met afgevlakte hellingen terrein wint.”
Ook in het bouwproces komt Vanbock-rijck te pas. Beton werd vroeger op de werf gegoten, nu doen aannemers liever een beroep op prefab. Dat gaat sneller omdat het beton niet meer ter plekke moet drogen. Vanbockrijck kan ook aan zeer specifieke vereisten qua samenstelling (dus sterkte en erosieweerstand) voldoen. Dat gaat moeilijker op de werf, waar het er wat ruwer aan toe gaat. De kwaliteit stijgt ook omdat het weer geen vat heeft op het productieproces. Ten slotte is het gebruik van prefab minder arbeidsintensief omdat er op de werf geen houten constructies gebouwd moeten worden. “In deze tijden van schaarste op de arbeidsmarkt is het gebruik van ons materiaal dus een troef.” Kortom, Vanbockrijcks bedrijf zit in de lift. De marges herstellen van de knik in 2006 als gevolg van de stijgende grondstofprijzen (nu verrekend) en de bouw van een nieuwe productiehal. De voorbije twee jaar was er bij Vanbockrijck een omzetstijging van twintig tot veertig procent.
In Borgloon werken 38 mensen. Onder hen heel wat migranten die uit de sei-zoensarbeid van de fruitteelt komen overgewaaid. Het gros van de administratie (personeelsbeleid, boekhouding, IT) wordt uitbesteed. De verkoop gebeurt grotendeels via de zeven zelfstandige agentschappen, drie in Duitsland en Nederland (goed voor de helft van de omzet).
Behoorlijk agressief
Mathieu Vanbockrijck kan commercieel en privé behoorlijk agressief uit de hoek te komen. Burgemeester Eric Awouters van Borgloon getuigt. “Toen we hem een vergunning weigerden, dreigde hij mij een kopje kleiner te maken.” Als iemand dat zegt die af en toe in een kogelvrij vest of gewapend rondloopt en volgens een concurrent connecties heeft met Rusland, klinkt zo’n verklaring behoorlijk eng. “In mijn vrije tijd doe ik aan sportschieten en ik reis af en toe naar Rusland om er moderne kunst te kopen”, schokschoudert Vanbockrijck. “Dat soort simpele dingen wordt dan tot ongehoorde proporties opgeblazen. En ja, in Rusland draag ik een kogelvrij vest, net zoals alle verstandige zakenlui dat daar doen. Maar toegegeven, ik ga 200 procent voor mijn zaak en heb een temperament. Als ik dat al zei tegen de burgemeester, was dat zeker niet gemeend. Het bewijs? Zijn kopje staat er toch nog op…”
Voka-topman Paul Kumpen bestempelt Vanbockrijck als een mooi en eigenlijk ook een typisch Limburgs bedrijf. “Het is een van de vele verborgen parels in de groene provincie”, zegt de CEO van bouwbedrijf Kumpen. “Mathieu verdient goed zijn brood, eerlijk verdiend. Dat wekt afgunst en dan gaan mensen wel eens roddelen. Zeker hier in Limburg”, zegt een aannemer die veel met Vanbock-rijck werkt.
De concurrentie heeft het moeilijk om de positie van Vanbockrijck te ondergraven. “Iemand die ons onderuit wil halen, moet tegen ons gamma van 400 producten opboksen”, zegt Vanbockrijck. “Voor simpele producten kan men ons op de prijs pakken. Een boerke kan inderdaad eens rondkijken bij de goedkopere concurrentie als hij een eenvoudige silo wil bouwen. Maar als er vakmanschap aan te pas komt, klopt men hier aan. Beton ziet er simpel uit, maar de instapkosten zijn groot.”
Vanbockrijck levert tot maximaal 400 kilometer buiten Borgloon. “In twintig jaar werden we marktleider in de Benelux, maar ik wil sterker groeien in Duitsland. Daar is immers geen bedrijf met onze omvang en expertise, dus er is ruimte. We bestuderen een vestiging in Polen, omdat het leveringsgebied van deze dochter dan aan het bestaande zou grenzen. Twee uitdagingen: het management en de financiering van dit project.”
Vanbockrijck overweegt partners te zoeken. Verleden jaar werd zelfs ei zo na een ‘gigantisch bod’ (15 miljoen volgens de geruchtenmolen) van de Ierse mastodont CRH geweigerd. “Ik sta erop onafhankelijk te blijven, minstens tot de Poolse uitbreiding.” (T)
Door Hans Brockmans/Foto Michel Wiegandt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier