BETER DAN NIETS ?

LOONNORM.

Als België het brengt tot lid van de EMU (Economische Monetaire Unie) is devaluatie als vluchtweg definitief afgesloten. Het enige wat de overheid dan nog rest om onze prijzen competitief te houden voor het buitenland, is loonmatiging.

De loonnorm die premier Jean-Luc Dehaene in zijn kaderwetten afkondigde, doet echter niet meer dan onze loonstijging afstemmen op die van de handelspartners, en dan nog alleen Duitsland, Nederland en Frankrijk. Onze loonhandicap in nationale munt uitgedrukt zijn onze lonen sedert ’87 5,5 % sneller gestegen dan deze van die drie landen wordt daarmee bestendigd. Jammer, we waren net zo goed bezig onze lonen te matigen : vorig jaar zijn onze lonen dank zij de maatregelen van het Globaal Plan slechts met 1,6 % gestegen tegenover 4 % in Duitsland, 2,6 % in Frankrijk en 2,8 % in Nederland.

Al deze percentages zijn uitgedrukt in nationale munt. Houden we rekening met de geapprecieerde Belgische frank, dan moeten we alles in gemeenschappelijke munt omrekenen en ziet onze loonhandicap er nog slechter uit : 8 % tegenover de 3 landen. Een sterke frank heeft dus naast voordelen als goedkopere invoer, lagere intrestvoeten en geringere inflatie zijn prijs : een grotere loonhandicap. Wie kiest om die te betalen met loonmatiging, moet dan ook doorbijten.

Vergelijken we onze loonevolutie met die van de vijf (de drie plus Italië en Groot-Brittannië) en de zeven (de vijf plus de VS en Japan) voornaamste handelspartners. Tegenover het gemiddelde van die landen hebben we bijna geen loonhandicap, althans in nationale munt uitgedrukt : sedert ’87 zijn de Belgische lonen tegenover de 5 met amper 0,6 % en tegenover de 7 met 1,3 % sneller gestegen. Maar de depreciatie van de Italiaanse lire en het Britse pond (en dus de appreciatie van de frank) maakte het erger : in gemeenschappelijke munt zijn onze lonen in dezelfde periode opeens met 11,2 % en 11,9 % sneller gestegen tegenover de vijf en zeven handelspartners.

Het argument dat we ons geen zorgen moeten maken om Italiaanse of Britse depreciaties omdat Duitsland, Nederland en Frankrijk het leeuwendeel (52,3 %) van onze goederenexport voor rekening nemen, snijdt geen hout. Op de Duitse, Nederlandse en Franse markt zijn Italianen en Britten onze concurrenten.

Met hoeveel mogen onze lonen nu stijgen, afgaande op de loonnorm van Dehaene ? “Met 2,8 % in ’97, volgens onze prognose,” zegt Caroline Ven van de KB-studiedienst. “Maar door de verwachte stijging van de gezondheidsindex met 2 % bedraagt de marge nog maar 0,8 %.” Zal de loonnorm baten ? “Het is altijd beter dan niets,” antwoordt Carl Dewulf, vice-president van machinebouwer LVD. “Maar gedane zaken nemen geen keer.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content