Beter aangepaste en transparantere beleggingen in 2018
Publishing Partner verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Beleggingsadviseurs en portefeuillebeheerders bereiden zich voor op een nieuwe reglementaire revolutie in 2018. De Belgische belegger krijgt meer transparantie en informatie, maar elke medaille heeft een keerzijde.
Sinds het uitbarsten van de crisis 10 jaar geleden werd de financiële sector met een enorme golf van regelgeving geconfronteerd. Zo moeten de Bazel 3-normen de actoren in de sector sterker maken om een herhaling van het domino-effect van 2008 te vermijden, waarbij de ene instelling na de andere ineenstortte. De Europese richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten, MiFID gedoopt, wijzigde de relaties tussen de cliënt en zijn bankier op het gebied van beleggingen dan weer ingrijpend. Om advies- en beheerdiensten te kunnen aanbieden, moet elke maatschappij voortaan de erkenning van zijn nationale regulator verkrijgen. Daaruit blijkt dan dat ze met haar structuren de voorwaarden voor de verrichting van beleggingsdiensten kan naleven. “MiFID bepaalt niet alleen wie beheer- of adviesdiensten mag leveren, maar legt tevens de modaliteiten vast aan de hand van een gedragscode”, vertelt Filip Bogaert, verantwoordelijke wetgeving en regelgeving voor de financiële sector bij EY.
De basisregels van MiFID
De Belgische banken moeten hun cliënten vanaf 2008 dan ook in categorieën indelen en informatie vergaren over hun kennis van en ervaring met beleggingsproducten, hun financiële situatie en beleggingsdoelstellingen. “Die informatie vormt de hoeksteen van de relatie tussen de cliënt en de bank. Elk beleggingsproduct dat aan een niet-professionele cliënt wordt voorgesteld, moet worden aangepast aan zijn voorkeuren, behoeften en andere kenmerken”. Het is dan ook niet langer denkbaar dat een particulier een complex gestructureerd product aangeboden krijgt, zoals dat in het verleden weleens kon gebeuren.
“MiFID voerde tevens de best execution-verplichting in. Financiële instellingen moeten een beleid uitwerken waarmee ze orders op de financiële markten in het beste belang van hun cliënten kunnen uitvoeren”.
Meer informatie, bescherming en transparantie vanaf 2018
Een nieuwe Europese richtlijn, MiFID II, zal deze gedragsregels vanaf januari nog verscherpen. “Vanaf dan moeten banken niet alleen beleggingsproducten aanbieden die bij het profiel van de cliënt passen, maar ze moeten voor elk advies ook een gepersonaliseerd document opstellen, met de redenen waarom de belegging aangepast is aan de situatie en de behoeften van de cliënt”, legt Filip Bogaert uit.
“MiFID II voert tevens de verplichting in om de cliënt op de hoogte te brengen indien de waarde van zijn portefeuille in discretionair beheer meer dan 10% verliest, en per veelvoud van 10%.”
Ook de kosten worden transparanter: “vanaf 2018 moeten de financiële instellingen een gedetailleerde samenvatting opstellen van de kosten die van toepassing zijn op de specifieke situatie van de cliënt”.
MiFID II legt overigens nieuwe verplichtingen op omtrent de interne organisatie, gaande van de evaluatie van het personeel tot de governance van financiële instrumenten. “De distributeurs van beleggingen moeten met name een goedkeuringsproces voor de producten en een identificatieproces voor het doelpubliek opstellen”.
Een discrete maar efficiënte controle
Het volstaat uiteraard niet om regels uit te vaardigen, ze moeten ook worden nageleefd. Die controle wordt waargenomen door de nationale regulatoren. “In België stelt de FSMA zich bijzonder aandachtig op, en schreef al verschillende rapporten”, aldus Filip Bogaert. “Ze beschikt daarvoor over een waardevol instrument: mystery shopping. Ze hoeft haar controles dus niet langer aan te kondigen, maar kan zich voordoen als klant en zo onaangekondigd een financiële instelling bezoeken. Op die manier kan ze uiteraard nagaan of de regels van MiFID ook in de realiteit worden nageleefd”.
Een betere bescherming, maar tegen welke prijs?
De Belgische belegger kan dus op beide oren slapen: MiFID II garandeert hem meer transparantie en bescherming. Dankzij een uitgebreider investeringsprofiel, de verplichting om het advies te documenteren en de totale transparantie over de kosten, moet de sector zijn rol opnieuw vormgeven, meer communiceren met zijn klanten en zijn meerwaarde aantonen.
Een idyllisch beeld dat Filip Bogaert toch enigszins nuanceert: “De talloze informatieverplichtingen en nieuwe processen zullen zich vertalen in een toename van de kosten, of het nu gaat om de aanpassing van de informaticasystemen of het contact met de cliënten. Die kosten zullen ongetwijfeld worden afgewenteld op de cliënt. Ik vrees dan ook dat de invoering van MiFID II de keuze van de belegger zal beperken. Door deze opgelegde governance zullen tal van instellingen de kostenstijging proberen te beperken door het aantal voorgestelde producten terug te dringen. Elke belegging wordt mogelijk ook aan minder cliënten voorgesteld”.
De specialist van EY pleit dan ook voor een echte evaluatie van de richtlijn, waarbij rekening wordt gehouden met alle gevolgen ervan, ook op het vlak van kosten en keuzevrijheid.