Ben ik een eurohater?
V olgend jaar in Jeruzalem was de wens en de hoop van zestig generaties joden in de diaspora. Volgend jaar in Brussel blijft de wens en de hoop van de Europese militanten. ‘t Zal wellicht geen zestig generaties duren, maar toch méér generaties dan deze generatie meent te mogen verwachten op basis van de woorden (zonder daden) van haar politieke leiders.
De Top van Sevilla besliste afgelopen weekend om niet te beslissen of om later te beslissen. Daadkracht is vandaag geen gave van de Europese elite. Over Europese daadkracht koesteren de burgers van de Europese Unie trouwens gemengde gevoelens. Enerzijds wordt gehoopt op meer samenhang en flinke beslissingen, anderzijds zijn de hunkering naar nestwarmte binnen de bestaande volksgemeenschap en voorrang voor het eigenbelang onverwoestbare werkelijkheden.
Piet Akkermans (59), de vorige week schielijk overleden rector van het Europa College, zou niet verbaasd zijn over het non-resultaat van Sevilla. Akkermans was een goed geïnformeerde Europa-vriend. Hij sprak net voor zijn dood een testament uit tijdens het junicongres van de European Business Press Federation (EBPF) in Brugge. Aan journalisten en uitgevers uit West- en Centraal-Europa – de Belgische leden van de EBPF zijn de bladen Trends, Trends-Tendances, De Tijd en L’Echo – zei hij dat de Europese Unie voor een verscheurende crisis staat. Een crisis die na vele jaren weer kan leiden tot stappen vooruit naar een meer samenhangend continent, maar toch een crisis die diepe wonden zal slaan. Akkermans bezwoer de Belgen, Nederlanders, Polen, Slovenen, Hongaren, Duitsers, Zwitsers en Zweden in zijn aula de instabiliteit van de nieuwe kandidaat-leden niet te onderschatten. Meer nog: hij verwachtte snijdende conflicten over landbouw, besluitvorming, communicatie, industriebeleid, defensie, migratie, veilige grenzen en maffiosi. Zijn eerlijkheid kerfde als een mes door de Centraal-Europese zielen.
De biecht van Akkermans sluit aan bij de stelling van een knappe Vlaamse managementprof met studenten in Fontainebleau ( Insead), Leuven ( KU Leuven) en Brussel ( Solvay Business School) en klanten over heel Europa. Paul Verdin bekampt de grootschaligheidsmanie. In het boek ‘Wereldberoemd in eigen land’ (Lannoo, 2002) neemt hij de slogans over internationaal management op de korrel: ‘internationaliseren is een kwestie van leven of dood’; ‘internationaliseren is strategisch’; ‘groter is beter’…
Verdin studeerde in de VS en kwam vijftien jaar geleden terug met de overtuiging dat Europa in strak tempo een Nieuw Verenigde Staten zou worden. Een verwachting die vals is, bekent hij. Zelfs de euro ontketent niet de organisatorische sprong vooruit van de Europese ondernemingen. Parallel met zijn ontleedmes voor de internationaliserende slogans, kan men twijfelen over Europees gemeengoed zoals ‘europeaniseren is een kwestie van leven of dood’ of ‘europeaniseren is strategisch’.
Wie niet in het snelle eenmakingsproces gelooft, krijgt vandaag te horen dat hij een eurohater is, geen euroscepticus. Graag wordt men eurohater in het gezelschap van vrijdenkers zoals Piet Akkermans en Paul Verdin. Euro-Brussel en zijn Conventie voeden te veel propagandisten en te weinig realisten.
Frans Crols [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier