‘BELGISCHE’ VRIJSTELLING IN HELE EUROPESE RUIMTE

Voor de volledige ‘Belgische’ vrijstelling van de eigen woning volstaat het voortaan dat de woning zich bevindt in de Europese Economische Ruimte.

Een verwezenlijking van de paarse regering die ongetwijfeld de fiscale geschiedenisboeken haalt, is de volledige vrijstelling van het kadastrale inkomen van de ‘eigen’ woning. Een eigenaar wordt in de personenbelasting niet langer belast op de woning die hij zelf betrekt.

Onrechtvaardig. Vroeger was dat anders. Voorheen vond men het onrechtvaardig dat een eigenaar geen personenbelasting zou moeten betalen voor zijn eigen woning. Sinds de doortocht van de paarse regering vindt men het onrechtvaardig dat een eigenaar wel personenbelasting moet betalen voor de woning die hij zelf betrekt. Vandaar dat sinds het aanslagjaar 2006 in een volledige vrijstelling van het kadastraal inkomen van de eigen woning is voorzien.

Let wel, de vrijstelling geldt enkel voor de eigenlijke personenbelasting, niet voor de onroerende voorheffing. Die is nog altijd verschuldigd. Ook voor de woning die men zelf betrekt.

Het idee dat het betalen van personenbelasting voor de eigen woning onrechtvaardig zou zijn, blijkt bij nader inzien een drogreden te zijn. De nieuwe regeling heeft tot gevolg dat de meeste belastingplichtigen die een eigen woning hebben, ‘meer’ belasting betalen dan voorheen.

In de oude regeling werd men weliswaar belast op het kadastrale inkomen van de eigen woning. Maar men had tegelijk recht op een bijzondere aftrek: de woningaftrek. Die was zo hoog, dat de meeste belastingplichtigen in feite ook al geen belasting betaalden voor de eigen woning. In de oude regeling was de onroerende voorheffing in verband met de eigen woning bovendien gedeeltelijk verrekenbaar met de personenbelasting. Enkel belastingplichtigen met een zeer grote woning – waarvan het kadastrale inkomen beduidend hoger was dan de woningaftrek – voelden de belasting aan den lijve.

In de nieuwe regeling is de eigen woning vrijgesteld van personenbelasting, maar is de verrekening van de onroerende voorheffing volledig geschrapt. Voor een belastingplichtige die een eigen woning heeft waarvan het kadastrale inkomen niet hoger is dan de (oude) woningaftrek, heeft de nieuwe vrijstelling op zich geen effect. Wat voorheen – onder invloed van de woningaftrek – vrijgesteld was, is nu ook vrijgesteld. Maar de schrapping van de (beperkte) verrekenbaarheid van de onroerende voorheffing heeft voor hem wel tot gevolg dat hij per saldo meer betaalt. Enkel de happy few – zij die een eigen woning bezitten waarvan het kadastrale inkomen hoger is dan de oude woningaftrek – gaan erop vooruit. Zij verliezen weliswaar ook de verrekening van de onroerende voorheffing. Maar zij betalen geen belasting meer op het gedeelte van het kadastrale inkomen dat hoger is dan de oude woningaftrek. Een typisch ‘liberaal’ getinte maatregel dus.

Europa. Goed om weten: net voor zijn ontbinding heeft het parlement een wet aangenomen die deze regeling meer in overeenstemming brengt met het Europese recht. Tot nog toe is voor de vrijstelling van de eigen woning vereist, dat zij in België gelegen is. Vanaf het aanslagjaar 2008 volstaat het dat zij gelegen is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (dat zijn de lidstaten van de Europese Unie plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein).

Voor de meeste landgenoten heeft deze wijziging geen belang. In de praktijk zal men al goed moeten zoeken om iemand te vinden die er zijn voordeel mee doet. Denk bijvoorbeeld aan een rijksinwoner die in een andere lidstaat een woning in eigendom heeft, maar die hij om beroeps- of sociale redenen niet zelf betrekt.

Een dergelijke woning voldoet aan de definitie van ‘eigen woning’. De belastingplichtige in het voorbeeld kan voortaan dus ook de volledige vrijstelling van personenbelasting claimen voor zijn in het buitenland gelegen woning die hij om de voormelde redenen niet zelf betrekt.

Maar het voordeel van de vrijstelling zal hoe dan ook beperkt zijn. Onder invloed van de dubbelbelastingverdragen moet België al vrijstelling verlenen voor onroerende goederen die in het andere verdragsland gelegen zijn. De ‘verdrag’-vrijstelling is evenwel niet volledig. België mag met de buitenlandse onroerende inkomsten rekening houden om het tarief van de belasting op de overige inkomsten van de belastingplichtige te bepalen. Dat noemt men het ‘progressievoorbehoud’. De nieuwe regeling heeft tot gevolg dat de vrijstelling wel volledig zal zijn. Met het inkomen uit de eigen woning wordt in de nieuwe regeling in het geheel geen rekening meer gehouden.

Aftrek. De wetgever heeft de aanpassing aan de Europese regels niet beperkt tot de vrijstelling voor de eigen woning. Ook ten aanzien van de specifieke aftrek van interesten enzovoort voor de ‘enige eigen woning’ is voortaan niet langer vereist dat de woning in België gelegen is. Het volstaat dat de woning zich bevindt in de Europese Economische Ruimte.

Deze specifieke aftrek – de naam zegt het zelf – geldt enkel voor de enige en ‘eigen’ woning, dit wil zeggen de woning die men zelf betrekt (of die men om beroeps- of sociale redenen niet zelf kan betrekken). Daarom is het ook hier duidelijk dat het aantal toepassingsgevallen dat baat vindt bij deze uitbreiding heel beperkt zal zijn.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content