Belgisch sociaal-economisch huis staat in brand
Het Belgische sociaal-economische huis staat in brand. Omdat de vlammen nog niet door het dak slaan, is er naar goede Belgische traditie evenwel geen haast bij om de brandweer te mobiliseren. Ook Guy Quaden, de gouverneur van de Nationale Bank van België ( NBB), schikt zich in zijn pluchen zetel naar de Belgische politieke inertie. In het jongste jaarverslag van de NBB wijst hij er vooral tussen de regels op dat het brandt. Maar waarom belt hij dan niet meteen de brandweer op? Neen, ook voor Guy Quaden moet een telefoontje pas in 2005. Pas dan moet de regering werk maken van de hervorming van de arbeidsmarkt en het in toom houden van de uitgaven in de gezondheidszorg.
Ondertussen laaien de vlammen op. De schade neemt zienderogen toe. Hoe langer de regering talmt, hoe harder de keuzes worden die men vroeg of laat toch moet maken. De uitgaven in de sociale zekerheid zijn ontspoord – de gezondheidszorg kreeg een blanco cheque zonder enige verplichting tot efficiëntie – en die uitgaven souperen de budgettaire ruimte die vrijkomt dankzij de daling van de rentelasten, helemaal op. Alleen met ongezien kunst- en vliegwerk kan de regering een begroting in evenwicht presenteren (zie blz. 19), terwijl iedereen weet dat een begrotingssurplus en een versnelde afbouw van de staatsschuld een must zijn om de kosten van de vergrijzing op te vangen. Een forse toename van de werkgelegenheid kan wonderen doen, maar ook hier blijft België ondermaats scoren en is getalm troef.
De regering gokt op de verse conjunctuuropleving en dito belastinginkomsten om het kraken van de harde noten nog maar eens uit te stellen. De VLD heeft al veel meer moeten slikken dan het migrantenstemrecht om paars op de been te houden. Maar als de hoogconjunctuur rond 2007 de geest geeft – op het einde van de legislatuur dus, als paars de rit uitdoet tenminste – zal de oude of nieuwe minister van Begroting bedolven geraken onder de facturen en in diepe begrotingsputten tuimelen. Dan resten er twee opties: de belastingdruk nog opvoeren (wat de werkgelegenheid ondermijnt) of hard snoeien in de uitgaven (en dus in de sociale zekerheid). Maar wie van vandaag op morgen de hakbijl durft bovenhalen in de sociale zekerheid, pleegt politieke zelfmoord.
De noodzakelijke hervormingen zijn dus een werk van lange adem. Begin er daarom alstublieft vandaag aan, nu het nog op een menselijke en geleidelijke manier kan. De hernemende conjunctuur is geen alibi om niets te doen, maar biedt een tijdelijk venster om daadkracht te tonen. En er is niet alleen het venster van de conjunctuur. Ergens tussen 2010 en 2020 zal de meerderheid van de kiezers geen betaalde job meer uitoefenen. Ze zullen in groten getale gepensioneerd of werkloos zijn. Welke politicus zal dan nog voluit de kaart van de werkgelegenheid durven trekken, een keuze die tegen dan snijden in het vlees van de niet-actieve klassen impliceert? Nu al is er blijkbaar een niet-verkiezingsjaar nodig om de koe bij de horens te vatten. Het venster om structureel in te grijpen, sluit ergens na 2010. De hernemende conjunctuur is de laatste kans om het huis nog te redden. Bel daarom de brandweer. Nu.
Daan Killemaes Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier