België heeft eigen stabiliteitspact nodig

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Premier Guy Verhofstadt (VLD) zit volgende week met zijn ministers rond de tafel om de begroting van 2005 te controleren. Deze heren hebben echter geen twee millimeter manoeuvreerruimte. De federale regering houdt zelf nog amper 15 % van de totale overheidsuitgaven over voor eigen beleid en moet op die fractie tot op het bot gaan om te compenseren voor de uitgavendrift op andere niveaus. Dik 65 % van de fiscale inkomsten die de federale regering int, stroomt meteen door naar de deelstaten, de gemeenten en de sociale zekerheid (zie blz. 58). Ja, in de sociale zekerheid zou Verhofstadt kunnen ingrijpen, maar noodinstrumenten als de gezondheidswet dienen op de eerste plaats om de uitgaven onder controle te krijgen.

De Belgische overheidshuishouding is een kluwen waar niemand nog vat op heeft. De uitgavenstijging is zo geïnstitutionaliseerd dat het opbouwen van begrotingsoverschotten een nagenoeg onmogelijke klus is. De belastingdruk kan daarom nauwelijks lager. Alleen spijkerharde afspraken tussen de deelstaten kunnen deze patstelling doorbreken. Een betere wisseloplossing is een verdere ontmanteling van de Belgische topstructuur.

Want de zwakste steunbalk van de Belgische financiële constructie is de financiering bij wet van de deelstaten door de federale regering. Yves Leterme, Jean-Claude Van Cauwenberghe en Charles Picqué krijgen elk jaar een vette cheque van Verhofstadt. Daarmee kunnen ze een vals gevoel van zuinigheid en begrotingsdiscipline kopen. Afgaande op hun individuele begrotingssaldo’s lijken ze op prima leerlingen van de begrotingsorthodoxie, maar in de geconsolideerde boekhouding van de NV België zijn ze een zware kostenpost, te financieren door de belastingbetaler. En een strikte doorlichting van de uitgaven is voor de deelstaten niet dringend: het geld is er toch. Neen, het is zelfs in hun belang om hun budget op te doen, of de federale regering zou kunnen zien dat de deelstaten het ook met minder rooien.

Er zijn wel afspraken gemaakt tussen de deelstaten en federale regering, waarbij de deelstaten beloofd hebben niet alles op te souperen en zo een bijdrage leveren om een gezamenlijk begrotingsevenwicht te bereiken. Vlaanderen toonde zich de voorbije jaren de beste van de klas en hield zich aan de strengste normen die de Hoge Raad voor Financiën uitschreef. De andere deelstaten nemen het echter niet zo nauw met die normen. Daarom wil ook Vlaanderen wat extra beleidsruimte voor zichzelf scheppen en de strengste normen laten varen.

Waarom ook niet? Er is geen sanctie voor wie zich niet aan de afspraken houdt en dat is een manco in de Belgische constructie. Wil de federale regering ervoor zorgen dat de deelstaten ten volle meewerken aan de verdere sanering van de overheidsfinanciën, dan is een heus Belgisch stabiliteitspact nodig – met sancties voor wie zich niet aan de afspraken houdt, eventueel met bonussen voor wie extra bespaart. Nu doen de deelstaten maar, de klap is voor de federale regering. Het is een vreemd land waar de regionale ministers bepalen hoeveel de federale ministers moeten besparen.

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content