BELGEN IN BRAZILIE. Blaffende honden

Hoe verkopen België en Vlaanderen zich op een groeimarkt als Brazilië ? Kwasi niet. “Belgen laten zich afblaffen, ” heet het.

Locatie : Sao Paulo, Brazilië.

“Ik ben individueel lid van de Belgisch-Braziliaanse Kamer van Koophandel, ook al lijkt die vooral op papier te bestaan, ” zegt Pierre-Alain De Smedt, topman van Volkswagen-Brazilië (zie Trends 25 mei). En nog : “De Kamer zou beter een voorbeeld nemen aan de kollega’s van de Duits-Braziliaanse Kamer van Koophandel. Dat is een rasechte oorlogsmachine. “

Ook Frans d’Hanens, sinds 1993 ekonomisch en handelsvertegenwoordiger van het Vlaamse Gewest in Brazilië, staat aan de klaagmuur : “Als er hier al Belgische bedrijven aktief zijn dan is dat grotendeels aan hun eigen inventiviteit te danken. De diverse Belgische en/of Vlaamse sektoriële federaties hechten te weinig belang aan de Braziliaanse markt, één van de grootste ter wereld. Wanneer ik van een federatie, neen, ik noem geen naam, te horen krijg dat “onze produkten voor zichzelf spreken”, dat publiciteit voeren overbodig is, dan weet je hoe laat het is. Dan moet je hier toezien hoe Brazilië wordt ingepalmd door anderen. Heel Brazilië roemt België omwille van zijn bieren terwijl iedereen Heineken drinkt. “

In de praktijk is d’Hanens ook handelsvertegenwoordiger van het Brusselse en het Duitse Gewest en van Wallonië. D’Hanens staat er immers alleen voor ook al denkt Robert Collignon (PS) er sterk aan om Wallonië officieel te laten vertegenwoordigen in Brazilië.

De Belgisch/Vlaamse vertegenwoordiging in Brazilië is zwak. Het konsulaat in Rio is niet zo lang geleden gesloten. In Brasilia houdt de Antwerpse diplomatieke medewerker Marc Vinck (37 j.) de Belgische ekonomische belangen in het oog. Vinck bewerkt, in naam van de federale regering, noordelijk Brazilië ; d’Hanens neemt, in naam van Vlaanderen, zuid-Brazilië voor zich. D’Hanens, 63 en al 31 jaar in Brazilië : “Wij, Belgen, laten ons altijd maar afblaffen. Het ontbreekt ons soms aan net dat beetje pretentie die anderen op overschot hebben. “

Voorbeelden ? “Och, er zijn er zoveel, ” reageert d’Hanens. “Toch eentje : op een onlangs gehouden maritieme beurs beslisten de vertegenwoordigers van een belangrijke Vlaamse haven geen speech te houden omdat Rotterdam er al één gaf. Ik heb gezegd dat juist daarom een tussenkomst van de Vlaamse konkurrent belangrijk was. Maar neen. “

GOLDEN NINETIES.

Die underdog-houding moet veranderen, meent d’Hanens. “Brazilië maakt tussen nu en de eeuwwisseling eenzelfde ekonomische evolutie mee als diegene die wij hebben gekend in de golden sixties. Als we nu niet resoluut op de trein springen, zijn we verloren. ” D’Hanens ziet hoopgevende elementen voor Belgische bedrijven in Brazilië : de import vanuit België groeit, van 7,7 miljard Belgische frank in ’93 naar 12,5 miljard in ’94.

“In ’94 exporteerden we evenveel naar Mexico als naar Brazilië. Tenminste : dat denk ik want de NIS-statistieken kan je nog amper als werkinstrument hanteren. Maar toch, ik ken de cijfers. Vorig jaar voerden we voor zo’n 250 miljoen dollar scheikundige en farmaceutische produkten uit naar Brazilië. Vooral naar meststoffen is hier een enorme vraag. Weet u, de fax is een echt marteltuig. De eerste drie maanden van dit jaar kreeg ik 390 faxberichten. Braziliaanse bedrijven draaien op volle toeren ; veel industriën werken op 80 tot 90 % van hun kapaciteit. Die kunnen niet voldoen aan de vraag van kollega’s. Dikwijls hoeven Belgische bedrijven niet eens goedkoper te zijn ; als ze maar in staat zijn om vlugger te leveren. Het ontbreekt de Braziliaanse industrie momenteel aan zo wat alles. Via België importeerden de Braziliaanse brouwerijen in ’94 voor 10 miljoen doller mout. Dat kan enkel als er bij ons “uitvoerbare overschot” is. Hetzelfde geldt voor het vlas. Ook daarvan ging er in ’94 voor 10 miljoen dollar vanuit België richting Brazilië. “

“En dan moet u weten, ” zegt d’Hanens, “dat Brazilianen op de Amerikaanse markt de grootste konkurrenten zijn van de Belgische producenten van huishoudlinnen. “

Naast meststoffen, mout en vlas, gingen vorig jaar ook opmerkelijk veel krukassen en wisselstukken voor exportwagens vanuit de Vlaamse havens naar Brazilië. De handel tussen beide landen zit in de lift ; de Nationale Delcrederedienst verzekert sinds kort exportkontrakten, de Generale Bank tekende begin deze maand een kaderakkoord met de Banco do Brasil voor een bedrag van 500 miljoen frank.

“De aanwezigheid van Belgische bedrijven in Brazilië is, ” zegt d’Hanens, “zo goed als verwaarloosbaar. ” Maar Belgen hebben er een enorm goede naam als beheerder. Elke Braziliaan kent de naam Pierre-Alain Desmedt van Volkswagen do Brasil. Maar er zijn nog voorbeelden. Denk maar aan Marcel vanden Bussche van Mallort of Philippe de Baenst van Pisani. We hebben hier echt wel een stap voor op anderen. Nu moeten we er nog in slagen om dat ook in cijfers om te zetten. “

R.H.

FRANS D’HANENS VDBH) Belgen onderscheiden zich als beheerders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content