BEGEMANN. Deleye leidt de uitverkoop

Het doek is gevallen over Boelwerf. En wat nu met de industriële groep Begemann ? Beleggers en banken volgen niet meer. De leiding van een grote uitverkoop berust bij de Vlaming André Deleye.

De één noemt het krimp, de ander zegt uitverkoop. André Deleye houdt het erop dat Begemann bezig is met “afbouw”. De bestuursvoorzitter van de veelbesproken Bredase industriële groep moet noodgedwongen afscheid nemen van de belangrijkste werkmaatschappijen om de begroting kloppend te maken.

Deleye legt zich daarbij neer. “Ik geef toe, afbouwen is niet altijd een pretje. Net als elke andere ondernemer investeer en acquireer ik liever. Maar een groeiscenario is niet realistisch, gegeven de omstandigheden. “

De droom van grootaandeelhouder Joep van den Nieuwenhuyzen is uiteengespat. De man die tien jaar geleden in hoog tempo noodlijdende industriële bedrijven opkocht, hoopte Begemann tot kern te maken van een in Nederland verankerd industrieel concern dat zich in sommige markten met internationale grootheden als Siemens of Asea Brown Boveri zou kunnen meten.

Anno 1995 dunt Begemann zijn bedrijvenportefeuille in snel tempo uit. Joep van den Nieuwenhuyzen trad vorig jaar oktober al terug als bestuurlijk topman, in afwachting van de uitkomst van een proces wegens misbruik van voorkennis bij handel in aandelen HCS. “Joep”, die ontegenzeglijk beschikt over een sterk ontwikkeld ondernemersinstinkt, heeft het verbruid bij beleggers en bankiers. De HCS-affaire besmeurde zijn reputatie, die al had geleden onder de voor velen onnavolgbare privé- en zakelijke transakties die hij in het verleden pleegde om de Begemann-groep te formeren. Deleye, die eind vorig jaar Joeps bestuursvoorzitterschap overnam, houdt het bij een nuchtere konstatering : “Het imago van Begemann is verkeerd. Dit belet ons als een normale holding te funktioneren. “

DE WIND TEGEN.

André Deleye draait niet om de hete brij heen. Hij beaamt dat banken wegens het slechte imago uiterst terughoudend zijn met de financiering van de Begemann-groep. En wie de ontwikkeling van de beurskoers over de afgelopen jaren beziet, ontdekt dat beleggers evenmin staan te trappelen om in Begemann te investeren ofschoon de beurskoers tot zo’n veertig procent van de intrinsieke waarde is gereduceerd. Op die manier komt er niets terecht van het voornemen om Begemann minder afhankelijk te maken van het kapitaal van de grootaandeelhouders Joep en Jeroen van den Nieuwenhuyzen.

Integendeel. Begemann en de Van den Nieuwenhuyzens blijven met elkaar geïdentificeerd. Met de verstrekking van een achtergestelde konverteerbare lening van 150 miljoen gulden (vijf procent rente, omwisselkoers 50 gulden per aandeel), maakte juist Joep het mogelijk dat Begemann vorig jaar financiële armslag hield. Pogingen om nog eens 150 miljoen gulden onder te brengen bij externe kapitaalverschaffers mislukten.

Begemann heeft de wind dus al een poosje tegen. Het mag een hele prestatie heten dat Begemann vorig jaar dik 35 miljoen gulden nettowinst genereerde. Net als in eerdere jaren is wel een belangrijk deel daarvan, te weten 14,2 miljoen, te danken aan boekwinsten op verkochte bedrijfsonderdelen. In 1992 en 1993 werden respektievelijk Bredero Price en Smit Transformatoren voor grof geld van de hand gedaan. Vorig jaar nam Begemann afscheid van Holec Hoogspanning en werd grond verkocht bij marinewerf RDM. Nu al kondigt Deleye aan dat wat hem betreft Holec International nog dit jaar een andere eigenaar krijgt. Ook de Rail-groep, waarvan Holec Machines en Apparaten (HMA) deel uitmaakt, zou eventueel worden getransfereerd.

VCST.

Ook Volvo Car Sint-Truiden (VCST), een bedrijf van negenhonderd werknemers dat onder meer automatische versnellingsbakken aan de auto-industrie levert, staat in de etalage. “Weet u, ” zegt Deleye, “eigenlijk willen we niet af van een veelbelovende onderneming als VCST. Maar in de auto-industrie heb je te maken met concerns die langjarige kontrakten aangaan met hun toeleveranciers en die daarbij op zeker willen spelen. Ze eisen kontinuïteit van aandeelhouderschap. Welnu, Begemann verkeert niet in de positie om die kontinuïteit te garanderen. “

Deleye verwijst opnieuw naar de weigerachtigheid van banken om met de Begemann-holding in zee te gaan. Daardoor dreigt op een zeker moment ook zuurstofgebrek voor werkmaatschappijen zoals VCST, die verlegen zitten om forse investeringen in de meerjarige projekten. “We willen absoluut niet dat VCST in de problemen komt. In het belang van VCST gaan we daarom op zoek naar andere aandeelhouders. “

Begemann heeft de voorbije jaren enkele lessen geleerd, zegt Deleye. Een daarvan luidt : mijd de zaken waarin de overheid een grote rol speelt. In Nederland liep het faliekant af met de marinewerf RDM en omstreden duikbotenleveranties aan Taiwan. In België was er het debâcle met Boelwerf.

“We hebben gemerkt dat politieke voorkeuren en prioriteiten in Vlaanderen snel kunnen evolueren, ” zegt Deleye. “De ondergang van de werf was nutteloos en nodeloos. De Vlaamse overheid wilde niet meer zoeken naar een faire regeling. We zullen nu via de rechter onze schade trachten te verhalen. Zoiets heeft weinig met zaken te maken. Heel vervelend. “

NIEUWE INITIATIEVEN ?

Tot dusver kan de uitverkoop van Begemann de kapitaalmarkt niet imponeren. De schuldenlast blijft loodzwaar. Niet voor niets betaalde Begemann vorig jaar per saldo 50 miljoen gulden rente. Deleye : “Dat is te veel. Met de opbrengst van de verkoop van bedrijfsonderdelen brengen we dit jaar die schulden fors naar beneden. ” Deleye blijft optimist : “Als we beleggers de tijd geven, keert het vertrouwen terug. Dan kunnen we initiatieven nemen. “

(c) Elsevier

ANDRÉ DELEYE “Als we beleggers de tijd geven, keert het vertrouwen terug. Dankunnen we initiatieven nemen. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content