Bedrijfsleiders koppen de bal binnen

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Bedrijfsleiders en voetbal, die combinatie was niet altijd een garantie op succes. Maar deze keer kan de nieuwe zakelijkheid het wel winnen van de emotie.

Oogt de toekomst van het Belgische voetbal zonniger dan ooit? Patrick Decuyper, de nieuwe gedelegeerd bestuurder van Zulte Waregem, is daarvan overtuigd. “Voetbal is cyclisch. Er zijn nu enorme scheeftrekkingen in de markt, waarbij ploegen als Real Madrid, Barcelona en Manchester City enorme bedragen uitgeven en zware verliezen maken zonder enig gevolg. Dat wordt rechtgetrokken, al kan dat niet in een, twee, drie.”

“Het lot van de Belgische competitie – ook die van Anderlecht, Brugge of Standard – is spelers maken en die na twee of vier jaar naar het buitenland laten gaan. Over tien jaar is het Belgisch voetbal belangrijker in Europa dan het nu is.”

Hoewel de laatste Europese finale van een Belgische ploeg al bijna twee decennia geleden is – Antwerp in 1993 tegen Parma – lijkt de grootste malaise achter de rug. Ten bewijze: de intrede van een pak bedrijfsleiders in het voetbal. Die wordt gesymboliseerd door de oprichting van naamloze vennootschappen, die naast of in de plaats van de traditionele vzw’s komen. Niet dat ze daarmee het warm water uitvinden, ook het AA Gent van Hudson-topman Ivan De Witte werkt al jaren op die manier. Maar elk van de nieuwkomers heeft zijn eigen aanpak.

Bart Verhaeghe, de topman van de vastgoedontwikkelaar Uplace, profileert zich bij Club Brugge als non executive-voorzitter. Hij zet de lijnen uit, bewaakt de strategie, maar laat het operationele werk bewust over aan het nieuw geïnstalleerde team. De Cuyper, gepokt en gemazeld bij zonnepanelenbedrijf Enfinity, legt als algemeen directeur de lat hoog voor Zulte Waregem: een verdrievoudiging van het budget binnen drie jaar. Ook bij nieuwkomer Oud-Heverlee Leuven staat sinds vorig jaar met Jan Callewaert van Option een rasondernemer aan het hoofd.

Waar Decuyper en Callewaert zich enten op de bestaande structuren, maakte vastgoedontwikkelaar Patrick Vanoppen (Vivimmo, Vivinvest) tabula rasa met het Germinal-verleden van Beerschot AC. Zowat het voltallige bestuur werd buitengebonjourd, en met een nieuwe naam en de nodige pr-stunts hoopt de nieuwe gedelegeerd bestuurder van de ‘Ratten’ weer een Antwerpse topclub te maken.

De grootste stunt kwam op rekening van Roland Duchâtelet, die de aandelen overnam van de Luikse voetbaltrots Standard. Daarvoor telde hij 40 miljoen euro neer. Maar, liet hij dadelijk weten: “Voetbal is een risicovolle business. Sommigen hebben er zelfs al hun geld aan verloren. Dat risico loop ik niet, maar dan nog is het niet mijn bedoeling er geld aan te verliezen.”

Al zei hij destijds bij Sint-Truiden elke maand een BMW full option in de club te steken, bij de Luikse club is dat risico minder groot. Want de topman van Elex, de holding boven Melexis, gespecialiseerd in chips en sensoren, en halfgeleiderfabrikant X-Fab, koopt met Standard zowat de gezondste voetbalonderneming van het land.

Financieel gezond

Ook de andere eersteklassers zijn doorgaans gezonde bedrijven. De Jupiler League komt in Europese financiële onderzoeken steevast naar voren als een van de betere. Door de invoering van het licentiesysteem is er boekhoudkundig grotendeels orde op zaken gesteld. Ter vergelijking, de Nederlandse Koninklijke Voetbalbond maakte enkele weken geleden bekend dat amper twee clubs uit de Eredivisie financieel gezond zijn.

Lierse, met een negatief eigen vermogen van meer dan 18 miljoen euro, is de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. De ploeg is de facto volledig afhankelijk van de goodwill van Maged Samy, de topman van de Egyptische holding Wadi Degla. Dat geldt in mindere mate voor het Bergen van voorzittter en bedrijfsleider Dominique Leone.

Roland Duchâtelet heeft naar verluidt Sint-Truiden een schuld van 7 miljoen euro kwijtgescholden waardoor de nieuwe voorzitter, Benoit Morrenne, ex-topman van KIA Belgium, een schuldenvrije club erfde, al is dat nog niet zichtbaar in de cijfers die nu beschikbaar zijn. Ook opmerkelijk, het Charleroi van de gecontesteerde Iraans-Amerikaanse voorzitter Abbas Bayat mag afgelopen seizoen wel gedegradeerd zijn, de Carolo’s slaagden er wel in hun eigen vermogen positief te maken.

Bovendien lijkt de financiële stabiliteit ook de komende jaren verzekerd. Met dank aan de tv-rechten. Om ons nationale voetbal op de kabel te mogen brengen, werd een recordbedrag van 55 miljoen euro neergeteld. Daarmee mogen de vaderlandse voetbalbonzen zich flink in de handen wrijven. De Nederlandse competitie bijvoorbeeld, nochtans hoger aangeschreven dan de onze, leverde de clubs van de Eredivisie amper 35 miljoen euro op. Dat is bijna een halvering van de 63 miljoen euro die tot 2008 werd betaald bij onze noorderburen.

Ten slotte helpt ook de overheid een handje. Het parlement besliste dat voortaan voor spelers onder de 26 jaar 80 procent minder bedrijfsvoorheffing moet worden betaald. Voor spelers ouder dan 26 moet dat geld verplicht in de jeugd geïnvesteerd worden, maar dan nog daalt de bruto loonmassa voor de voetbalbedrijven aanzienlijk.

Geen garantie op succes

Toch zijn bedrijfsleiders beleefd uitgedrukt niet altijd een garantie op succes in het voetbal. Willy Van den Wijngaert van koekjesfabrikant Bofin Biscuits pompte 12,5 miljoen euro van zijn eigen centen in KV Mechelen, dat vervolgens failliet ging. De onlangs overleden Jean Van Milders, sterke man achter snelwegrestaurantketen Carestel, ruimde eerst de schuldenberg bij AA Gent op, om er vervolgens een even grote over te laten voor zijn opvolger Ivan De Witte. In een recenter verleden duikelde La Louvière onder de leiding van serial entrepreneur Filippo Gaone de dieperik in en zag voorzitter Philippe Dufermont zich genoodzaakt de stekker te trekken uit het noodlijdende Excelsior Moeskroen.

Veel van die bedrijfsleiders opereerden als mecenassen, voor wie voetbal een dure hobby was. Of is, want de vraag mag worden gesteld wat er gebeurt met pakweg Lokeren of Lierse wanneer bandenmagnaat Roger Lambrecht en Maged Samy wegvallen.

Ook internationaal zijn de voorbeelden legio. De toekomst van AC Milan zonder het Fininvest van premier Silvio Berlusconi, van Chelsea zonder de jaarlijkse bijpassingen – boven op de 886 miljoen euro in transfers sinds 2003 – van de Russische tycoon Roman Abramovich, of van Manchester City zonder sjeik Mansour bin Zayed bin Sultan Al Nahyan uit Abu Dhabi, oogt dadelijk een pak somberder.

Daarom steken de meeste van de nieuwe voetbalondernemers veel tijd in een professionele uitbouw van de club, met een degelijke raad van bestuur en een directiecomité dat het operationele beheert. “Clubs worden gerund als bedrijven”, vindt ook Decuyper. “Een bedrijf dat alleen door de CEO wordt geleid, groeit trager dan andere en is nooit zeker van de continuïteit. Bij Enfinity waren mijn partner Gino Van Neer en ik voortdurend aan het delegeren en bij Zulte-Waregem doe ik dat ook.”

Het degradatiespook

Al waarschuwde Jos Vaessen, erevoorzitter van Genk en topman van radiatorenproducent Vasco, bij het aantreden van Bart Verhaeghe al dat er verschillen blijven. “Natuurlijk zijn er parallellen, je hebt mensen in dienst, administratie, inkomsten en uitgaven. Maar terwijl een bedrijf zich relatief incognito kan ontwikkelen, heb je bij een voetbalclub voortdurend supporters en de media die op je vingers kijken. Als je een herstructurering doorvoert, een speler wegstuurt of de trainer ontslaat, staat dat meteen in de krant. In het voetbal begin je ook elk seizoen weer met nul punten, terwijl je in de zakenwereld opbouwend kunt werken.”

Bovendien is en blijft voetbal onvoorspelbaar. Een bal op de paal kan een verschil van miljoenen euro’s betekenen. Je kunt de bedrijfsmatige aanpak wel op de structuur van een club inplanten, maar daarom nog niet op de resultaten van de ploeg. Roger Lambrecht verwoordde het enkele weken geleden in De Standaard zo: “Bij een bedrijf kan je de zaken voor 100 procent opvolgen. Voetbal is meer giswerk. De ene week lukt het, de andere week niet.”

De grootste valkuil voor de ondernemers/clubleiders blijft wellicht de passie. In de bedrijfswereld wordt een strategische beslissing doorgaans gebaseerd op businessplannen en studies. Terwijl bij voetbal veel emotie komt kijken. “Een zakenman met emotie is een gevaarlijk dier. Als je in de immobiliënwereld verliefd bent op een grond, dan ebt de zakelijkheid weg en maak je fouten”, liet Vanoppen in Sport/Voetbalmagazine noteren. Die emotie zorgt ervoor dat er soms irrationele risico’s worden genomen om Europees voetbal te halen of de degradatie te vermijden.

Vooral dat laatste bezorgt menige voetbalbons kopzorgen. In het seizoen 2009-2010 kon Lokeren ternauwernood de degradatie vermijden. Voorzitter Roger Lambrecht stelde dan ook voor om voortaan rekening te houden met de resultaten van de laatste drie jaargangen om te bepalen wie moest strijden om de degradatie te vermijden. Het voorstel werd uiteindelijk niet weerhouden, maar het tekent de angst om naar het vagevuur van tweede klasse te kelderen.

Want de cijfers daar tonen weinig verandering ten opzichte van de vorige jaren. Op Lommel, Waasland-Beveren en kampioen Oud-Heverlee Leuven na. Het eigen vermogen van de meeste verenigingen kleurt er dieprood. De uitzonderingen zijn ex-eersteklassers (Antwerp, Dender, Charleroi), nieuwkomers (Sint-Niklaas, Woluwe, Visé/Wezet en iets minder recent Wetteren) en de fusieclub Waasland-Beveren. Maar Guido De Croock, voorzitter van de Nationale Voetballiga, de koepel boven de tweedeklassers, is formeel. “Als het voetballandschap niet drastisch verandert, zijn we ten dode opgeschreven.”

Afhankelijk van tv-gelden

De tweedeklassers zoeken wel actief naar manieren om de visibiliteit te verhogen, onder andere door een naamsponsor aan te trekken, maar nu is de scheeftrekking erg groot. “Nochtans gaat het niet altijd om grote budgetten. Dat van Cercle is dat van Club niet, maar toch heeft die vereniging ook een bestaansreden. In de economie heb je ook een pak kleine bedrijfjes, die zeer nuttig zijn, bijvoorbeeld omdat ze innovatiever zijn.”

Steen des aanstoots is vooral het contract over de tv-gelden. De tweedeklassers dienden daarover eind maart al een klacht in bij de Raad voor Mededinging. En krijgen daarvoor ook de steun van Duchâtelet, die onlangs op een debat over ‘Topsport op open of gesloten zenders’ nog herhaalde dat hij voorstander blijft om geld door te schuiven naar tweede klasse.

“In de studie die Hypercube maakte om de competitie te hervormen, werd er ook voor gepleit om de budgetten van een topper uit tweede en die van de hekkensluiters in eerste niet te ver uit elkaar te laten lopen. Maar dat deel werd snel afgeschoten.”

De Croock verwijst naar buitenlandse voorbeelden. Ook in Frankrijk en Nederland krijgen de clubs uit de lagere divisies soms flink wat graan toegeworpen uit de tv-ruif. Ook de Europese voetbalbond UEFA pleit voor een grotere herverdeling om te vermijden dat al het geld naar de grote voetballanden vloeit. Zo verkoopt die de rechten van de kwalificatiewedstrijden van EK en WK voortaan centraal, waardoor kleinere landen minder afhankelijk zijn van een goede loting. België heeft in de EK-campagne bijvoorbeeld geluk dat Duitsland in de poule zit, goed voor 3 miljoen euro tv-rechten voor de Belgische voetbalbond.

Eerst de structuur

“Maar die redenering geldt ook voor het Belgische betaalde voetbal”, meent De Croock. “Nu is er wel steun voor de dalers uit eerste klasse, maar amper voor die uit tweede klasse. Zelfs de tv-gelden worden gedeeltelijk berekend op de rangschikking van de jongste vijf jaar, wat het voor nieuwkomers als Leuven extra moeilijk maakt.”

Toch moet het net de bedoeling zijn minder afhankelijk te zijn van tv-gelden, vindt Decuyper. “Dat was bijvoorbeeld het probleem in Nederland. Tweede- en derdeklassers moeten hun structuur aanpassen, zorgen voor recurrente inkomsten.” Wordt Antwerp de eerste testcase? Jos Verhaegen en Gunther Hofmans, zeg maar de ex-Germinal-groep van Beerschot, werken sinds kort samen met de Great Old. Eerste beleidsdaad: een aanpassing van de structuur, met een nv naast de bestaande vzw.

“Bij voetbalclubs gaat veel aandacht naar het sportieve, maar in de eerste plaats moet eigenlijk de structuur staan, zodat een club kan groeien”, zegt Decuyper. Hij verwijst graag naar Enfinity, dat hij in vijf jaar uitbouwde van nul naar 500 miljoen euro omzet.

“Waarom wil ik dat Zulte Waregem groeit? Juist om de risico’s te spreiden. Maar dan liefst door tientallen kleinere initiatieven, niet door één sponsor die plots kan wegvallen. Met een nieuw stadion kunnen we naar 20 of 25 miljoen euro gaan, dan zijn de tv-rechten daar nog 15 of 20 procent van. Dat is voor het voortbestaan geen drama. Zelfs bij degradatie blijft er dan nog 8 of 10 miljoen euro budget over, en dan blijf je niet lang in tweede.”

LUC HUYSMANS

De Jupiler League komt in Europese financiële onderzoeken steevast naar voren als een van de betere.

Je kunt de bedrijfsmatige aanpak wel op de structuur van een club inplanten, maar daarom nog niet op de resultaten van de ploeg.

“Waarom wil ik dat Zulte-Waregem groeit? Juist om de risico’s te spreiden” Patrick Decuyper, Zulte Waregem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content