Bedrijfsjuristen zijn geen tweederangsjuristen

Redactie Trends

18-02-2010, 00:00 Bijgewerkt op: 20-07-2022, 07:57

Pierre Schaubroeck is sinds januari voorzitter van het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ). De Gentenaar leidt de juridische dienst van Bekaert, waar hij ook algemeen secretaris is. Na rechtenstudies aan de universiteit van Gent, een postgraduaat Europees recht en een korte carrière aan de balie, begon hij vrij snel als jurist bij de staalproducent. “Ik was vroeg overtuigd dat het bedrijfsleven de beste kans bood om internationale en complexe juridische kwesties degelijk aan te pakken”, argumenteert hij. “Als interne jurist sta je nu eenmaal dichter bij het bedrijf en kan je sneller en met een betere kennis van zaken optreden. Begrijp me niet verkeerd: ieder heeft zijn rol. Bekaert doet uiteraard een beroep op gespecialiseerde advocaten indien nodig.”

Het IBJ werkte in de eerste negen jaar van zijn bestaan vooral aan de invulling van het statuut van de bedrijfsjuristen. Vandaag telt het 1500 leden, de helft meer dan vier jaar geleden. “Het beroep heeft duidelijk aan zichtbaarheid en kwaliteit gewonnen”, klinkt het bij Schaubroeck. “Toen ik startte, goot de bedrijfsjurist meestal eerder genomen beslissingen in een formeel jasje. Vandaag zijn we betrokken bij de kern van het bedrijf en treden we proactief op om beslissingen te begeleiden.”

In tegenstelling tot vroeger zullen topjuristen dan ook sneller voor een bedrijfsfunctie opteren, meent Schaubroeck. “We zijn geen juristen van tweede orde meer. Dat blijkt ook uit het feit dat er een groter verloop is tussen de twee beroepen.”

Schaubroeck beklemtoont de onafhankelijkheid van het beroep. Af en toe moet de bedrijfsjurist immers tegendraads kunnen zijn en al te drieste beslissingen afremmen. “In die zin zijn we het geweten van het bedrijf”, zegt hij. “Het beklemtonen van de rol van ons beroep in het deugdelijk bestuur van het bedrijf is de prioriteit van mijn voorzitterschap. De bedrijfsjurist moet permanent en dicht bij de bedrijfsprocessen aanwezig zijn.”

De voorzitter wil ook werk maken van de professionalisering en de internationalisering van het beroep. “De voorbije jaren werd hard gewerkt aan de interne structuur van het Instituut”, aldus Schaubroeck, een liefhebber van bourgogne en klassieke muziek. “Vanuit een zelfbewuste positie kunnen we nu met meer gewicht naar buiten treden.”