BAYER EN AGFA. Moeder is boos
Manfred Schneider van Bayer is Duits. Hard en luid. Wereldwijd lucht hij zijn wrevel om Agfa. Is het hem menens met de dreiging dat Agfa meer winst moet maken indien het ingrijpende veranderingen wil vermijden ? Staat Agfa voor een zoektocht
naar een nieuwe aandeelhouder ? Of schaduwbokst Manfred Schneider met de analisten van Wall Street, waar hij o zo graag genoteerd wil worden ?
Bayer is de moeder van Agfa. Voor honderd procent. Hoeft dat zo te blijven ? In de voorbije weken begon een gedempt debat over een post-Bayer-tijdvak bij Agfa : als zelfstandige onderneming met Europese (Vlaamse) en internationale kapitaalschieters of als partner in een strategische alliantie met een sterkere konvergentie tussen de kennis en de produkten van Agfa en de kennis en de produkten van een nieuwe partner. De namen Philips, Siemens, Sony vallen bij de insiders.
Manfred Schneider bekent dat de oriëntering van Bayer-chemie weggroeit (divergeert) van de semi-elektronika-groep die Agfa vandaag reeds is en voor 2000 nog sterker zal worden. Is in de 21ste eeuw een konvergentie van het chemisch-elektronische beeldbedrijf Agfa met het elektronisch beeldbedrijf X niet logischer ?
De Vlaamse, en uiteraard de Duitse, dochters van Agfa worden sterker eingegliedert in het moederbedrijf. Het vrijgevochtene van Agfa-Gevaert in Mortsel (wij Vlamingen en enkele Duitsers onder mekaar) wordt daardoor gestremd. Beslissingen vallen na de beraadslaging langs de bureaukratische kanalen van ein deutsches Grossunternehmen.
De aanvaring tussen de moeder en de dochter wijst naar het andere tijdsraam waarin de ene en de andere werkt. Ondanks het feit dat Bayer sterker dan de andere ex-leden van IG Farben (Basf, Hoechst) doordrong in de niet-chemie (30 % van de produkten van Agfa zijn elektronika en apparaten), behoort haar beslissingskultuur en normenpatroon voor rendement en toekomst tot de chemische branche. Zij zijn trager en gerichter op de langere termijn dan het tijdsraam van een zuivere elektronika-groep (Compaq, Digital) of zelfs een gemengde onderneming (fotochemie én elektronika). Is Bayer verscheurd tussen twee werelden ? Wil het opnieuw naar zijn basisaktiviteiten en volgt het daarmee de trend in de chemie ? Buiten Bayer is ICI, noch Exxon, Dupont, Basf en Hoechst zover opgerukt in terra incognita.
VERENIGDE STATEN.
Op zaterdag 1 april wordt het Amerikaanse Miles Inc. herdoopt in Bayer Incorporated. De omzet van Miles bedraagt 7,1 miljard dollar, de omzet van Bayer 44,4 miljard DM, grosso modo komt de omzet van Miles uit op 24 % van Bayer. De VS moet nog sterker een groeimarkt worden voor Bayer.
Een stijging van 26 naar 30 % van het belang van de farmacie in de Duitse chemiegroep is het marsbevel van Manfred Schneider. Dat vertelt hij aan de pundits van de New York Stock Exchange die met hun rekenmachine in aanslag de voorgespiegelde winst, 15 %, vergelijken met de gehaalde winst, 7,4 % voor Bayer en 3,2 % voor Agfa. Hun ongeloof over de haalbaarheid van de winstsprong, als er geen majeure desinvestering gebeurt, is licht te begrijpen.
Het derde Duitse chemieconcern hijst in de Verenigde Staten, na tientallen jaren, opnieuw de eigen naam en kleuren in de mast. Het Amerikaanse farmaconcern Sterling, vorig jaar afgestoten door… Kodak, bezat de naam en het logo van Bayer. De chemici van Leverkusen willen naar Wall Street en zullen in ’97 één vijfde van hun research en investeringen besteden in Noord-Amerika. De Amerikaanse plannen van Bayer voeden mee de geruchten over Agfa. Papier is verduldig en journalisten drijven soms op een mengsel van waarheid en kwakkels, maar in de kranten werd in de voorbije jaren ooit gesuggereerd dat Kodak zijn Sterling-divisie had willen ruilen met Bayer voor Agfa. Se non è vero, è ben trovato.
Het vuur sloeg internationaal opnieuw in de pan toen Manfred Schneider op 25 januari jl. in een exclusief interview met het Amerikaanse vakblad Chemical Week, over zijn plannen in de VS, op de vraag Zijn er aktiviteiten in de Bayer-portefeuille die daar niet meer in thuishoren ? replikeerde : “Er zijn analisten die geloven dat Agfa geen toekomst meer heeft bij Bayer. Agfa is min of meer een financiële aktiviteit omdat er niet veel synergieën zijn tussen Bayer en Agfa. Zij (Agfa) staan onder sterke druk om hun prestaties te verbeteren, want die zijn nog niet bevredigend. Het is gemakkelijk voor analisten om te akteren dat (Agfa) niet past bij Bayer. Wat kunnen we doen ? Agfa verkopen ? Aan wie ? Aan Fuji of Kodak ? Dat zullen de karteladministraties nooit dulden. Wie zou miljarden DM willen spenderen voor een engagement waarvoor men hogere opbrengsten uit de intrest kan krijgen van de bank ? De boodschap voor het management van Agfa is dat Agfa zijn resultaten moet verbeteren omdat de aandeelhouders zich afvragen wat Agfa toevoegt aan de waarde van hun onderneming. En ik wil een antwoord kunnen geven. Ik kan niet antwoorden dat het praktisch gebaseerd is op sterke synergieën metBayer, want er zijn er geen. Iedereen weet dat. De analisten vragen ons om Agfa af te schuiven, maar ik zie de noodzaak niet in om dat nu te doen. Zij (Agfa) verbeteren vandaag sterk hun resultaten. En als ze dat goed doen, is dat een diversifikatie van mijn portefeuille. ” (einde citaat.) Kopies van Chemical Week circuleren bij de kranten, de vakbonden van Agfa, de analisten en de beleggers.
Op de eerste lentedag van ’95 draaide het mediacircus in Leverkusen op volle toeren. Manfred Schneider hield zijn jaarlijkse Bilanzpressekonferenz en zijn onbehaaglijkheid over Agfa stroomde naar de voorpagina’s van Gazet van Antwerpen en De Tijd. De Vlaamse kranten blokletterden : “Bayer zet Agfa-groep te koop. ” Voorzitter Gerlach van Agfa liet meteen horen dat de verplichte winstverdubbeling moeilijk haalbaar is voor zijn concern-dochter.
René Peeters is sedert de zomer ’94 de nummer 1 van Agfa in Mortsel. Hij is gedelegeerd bestuurder van Agfa-Gevaert Mortsel, wereldwijd hoofd van Technische Beeldsystemen, en betrokken partij op het hoogste niveau : “Ons rendement is 3,2 % van de omzet, terwijl het rendement van Bayer vandaag meer dan het dubbele bedraagt. Agfa valt dus uit de toon. Bayer evolueert sterker in de richting van een farmaceutische firma en in die branche stijgt de winstgraad naar 15 %. Voorzitter Schneider wil voor de totale groep 10 à 12 % optekenen. In de fotografische sektor worden echter nooit de winstgraden behaald van de farmabedrijven. “
Agfa kan dus, wordt ruiterlijk toegegeven, de gevraagde meerwinst niet opbrengen en Manfred Schneider konstateert eerder dan dat hij veroordeelt.
“Inderdaad”, zegt René Peeters, “is er een groeiend onderscheid tussen de algemene chemie en de fijnchemie, en in de fijnchemie, onze tak, sijpelt de elektronika binnen. In de omzet van Agfa is al 30 % elektronika en apparatuur en 70 % film. In de fotografie heb en had je weinig konkurrenten, Fuji en Kodak, en voor bepaalde produkten nog 3M en Dupont de Nemours, dus twee à vier grote namen. In de elektronika zijn er echter honderden kleine en grote konkurrenten. Daarom kan je in die sektor nooit de winsten boeken van de chemie. “
“Vergeet niet, wij hebben geen probleem, wij zijn niet in moeilijkheden, wij wensen evenmin versneld af te bouwen. Wij halen alleen niet het rendement van een geneesmiddelenbedrijf. We praten op een ander niveau, Bayer speelt in de eerste divisie, Agfa in de tweede, ” getuigt René Peeters.
Manfred Schneider trekt de konvergentie, de synergie, tussen Bayer en Agfa in twijfel. René Peeters : “Het gescherm met de synergie is bizar. De synergie tussen Bayer en Agfa zwakt niet af want zij was er in het verleden evenmin. Ook in de zuivere fotochemie ontbreekt de synergie met de algemene chemie vanBayer. Onze polyesters en emulsies zijn heel speciaal. Dat is één. En twee. Nadat wij die onderlagen en emulsies gefabrikeerd hebben, worden wij een zeer groot mechanisch bedrijf. Wij versnijden die grote oppervlakten in rollen, patroontjes, platen, stoppen ze in dozen, enzovoort. Het merendeel van ons produktiepersoneel snijdt, verpakt, konfektioneert, en is geen chemiewerker. Die mechanische bedrijvigheid had Bayer nooit. Men kan dus niet zeggen in de huidige diskussie, vroeger was de synergie 100 % en dus het samenleven van Bayer en Agfa sereen, en nu is de synergie slechts, ik geef een willekeurig cijfer, 70 %, dus stemt het samenleven tot nadenken. “
FUJI EN KODAK.
Zit alleen Agfa met dalende winsten ? Neen. De winst van Kodak en Fuji zakt eveneens. Fuji zweeft rond 13 %, Kodak is opgeveerd tot 7 % na een dieptepunt van 5 %, het tekende jarenlang 15 % op. Kodak is de grootste omzetmaker in de fotosektor, Fuji de tweede, Agfa de derde.
De 3,2 % waarover Manfred Schneider ontstemd is, is een historisch dieptepunt. “Enerzijds is er de algemene prijserosie in de fotobranche. Jaar na jaar lopen onze prijzen met gemiddeld 2 à 3 % terug. Anderzijds lijden wij onder een ontzettende handicap, de kleine thuismarkt die België en Duitsland samen vormen, en daaruit voortvloeiend onze grote afhankelijkheid van de buitenlandse markten en de valutastormen, ” onderlijnt René Peeters. “Wij exporteren 97 % van onze Belgische produktie en staan dus voor 97 % van onze omzet bloot aan buitenlandse turbulentie. Fuji verkoopt in Japan 62 % en exporteert 37 %, dan ben je ongevoeliger voor koersschommelingen. Kodak zit voor 60 % in en voor 40 % buiten de VS. Dat is een situatie die nooit de onze kan zijn, we hebben dus een strukturele zwakte. Over het jongste boekjaar noteerden we rond de 1,5 miljard frank aan koersverlies. In ’95 hadden we gehoopt op een windstilte of een verbetering. Met de duik van de munten in het zuiden van Europa, van de dollar en de Mexicaanse peso, om slechts die voorbeelden op te sommen, zal het over het lopende jaar even pijnlijk worden. De kans om onze winst dit jaar boven 3,2 % te duwen, is vooralsnog zeer gering. “
In het midden van de jaren zestig werkten in Mortsel rond de 10.000 mensen. Vandaag zijn er 7200 rechtstreekse en 2800 onrechtstreekse banen, via uitbesteding en toelevering. Al wat niet tot de kerntaken behoort, gaat de deur uit. Agfa-Gevaert heeft een voortreffelijke sociale reputatie. Vakantiedagen, kompensatiedagen, lonen en wedden, extralegale pensioenen, werkzekerheid om slechts enkele voorbeelden op te sommen, maken van het Mortselse bedrijf een rolmodel. Leidt de huidige diskussie naar een geruisloze afbraak, of een sociale stilstand ? “Neen, we zullen niet terugnemen wat er in het verleden is toegestaan, ” antwoordt René Peeters. “We hebben een 37,5 urenweek maar iedereen is per week 40 uren op het bedrijf, dus spaart de werknemer wekelijks 2,5 uur op. Tel dit samen en je hebt 18 dagen op jaarbasis wat meer opvalt dan iemand die ‘s avonds een half uur vroeger vertrekt. Voor de werknemers zijn die 18 dagen leuk, voor de werkgever verbeteren ze de zuigkracht van Agfa en dat precies op een moment dat we meer en meer kwalitatieve mensen moeten verleiden. Ons systeem verbetert het arbeidsklimaat. Men drumt aan de deur om hier te kunnen starten. We selekteren dan ook de beste breinen. Agfa-Gevaert biedt nog immer zeer zinvol werk in onderzoek, ontwikkeling, produktie, applicaties, marketing van zeer hoogtechnologische produkten voor de wereldmarkt. “
De logika dwingt Agfa tot een spreiding van arbeidsintensieve aktiviteiten naar territoria met nieuwe klanten en/of lage lonen. Mortsel en Leverkusen, de twee traditionele sites, koncentreren zich steeds sterker op de hoogtechnologische en kapitaalintensieve produktie ; het snijden, verpakken, konfektioneren verschuift buiten de grenzen van België en Duitsland. Naar de VS, India, Brazilië, Indonesië, China…
In Gevaert V, zoals het gigantische en jongste gieterijcomplex heet in het huisjargon, draait, verdiepingenhoog en een straat lang, een filmmachine aan ettelijke honderden meter per minuut. Prijskaartje 5 miljard frank. Het produktiepark in Mortsel kost 65 miljard frank. “Dat breekt niemand af, dat is een waarborg voor de toekomst, ” aldus René Peeters. “Bij een amateurfilm of een röntgenplaat schommelt het percentage van de arbeidskosten van 15 tot 25 procent. De konfektionering in een lage-lonenland drukt dit percentage. Vergeet echter nooit bij de diskussie over de kontinuïteit van onze aktiviteit in hoge-lonenlanden als België en Duitsland dat wij per jaar voor 5 miljard frank een zeer dure grondstof kopen. Zilver. Waar je ook produceert ter wereld, bijvoorbeeld in Rusland met de laagste arbeidskosten, zal je dat zilver moeten blijven aanschaffen. “
Voor Fuji en Kodak maken amateurfilm 40 % en professionele film 60 % van hun omzet uit. Voor Agfa is de verhouding : twee derde professionele markt (medische film en grafische technologie) en een derde amateurmarkt.
Het gereputeerde vakblad Seybold schrijft letterlijk : Agfa is de knapste firma voor de kombinatie van druktechnieken en elektronika. Ook in de medische sektor (röntgenfilm) is Agfa vandaag nummer twee. Grafische beeldsystemen en medische produkten zijn de twee hoofdaktiviteiten in Mortsel. René Peeters : “Heel belangrijk is dat deze twee divisies in hun totaliteit geleid blijven vanuit Mortsel, dus het management, het onderzoek, de produktie, de marketing. Ik ben optimistisch dat het zal lukken. “
FRANS CROLS
RENÉ PEETERS (AGFA-GEVAERT MORTSEL) “Synergie ? Zou dat een probleem zijn vandaag ? Er is nooit synergie geweest tussen Bayer en Agfa. “
MANFRED SCHNEIDER (BAYER) Grote twijfels over de winstgevendheid van Agfa kunnen leiden tot afstoting.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier