Bankenregulering is vaak zelfregulering
Ondanks de financiële crisis heeft de Europese bankenlobby nauwelijks aan slagkracht ingeboet. De strijd tegen de splitsing van deposito- en zakenbanken is al haar derde werf dit jaar. Ze verzet zich ook tegen de omzetting van de Bazel III-regels in Europese wetgeving en tegen de invoering van de financiëletransactietaks.
Begin oktober 2012 publiceerde een groep experts onder het voorzitterschap van Erkki Liikanen, de gouverneur van de Finse centrale bank, een rapport dat de banksector in Europa ingrijpend zou veranderen. De groep kwam tot de conclusie dat het nemen van buitensporige risico’s, de overdreven hefboomfinanciering en de ontoereikende kapitaal- en liquiditeitsvereisten aan de basis van de financiële crisis lagen. Het rapport pleitte voor een juridische scheiding tussen bepaalde riskante financiële activiteiten en de maatschappelijk belangrijkste bankonderdelen — kredietverstrekking, betalingsverkeer en deposito’s. De loskoppeling of afscherming van die twee soorten activiteiten (ring- fencing) zou veiliger zijn en het aantal reddingsoperaties door de belastingbetaler beperken.
Europees commissaris Michel Barnier kreeg de taak de aanbevelingen van de werkgroep-Liikanen tegen de zomer van 2013 in Europese wetgeving te gieten. Maar sindsdien is er weinig vooruitgang geboekt. Het blijft wachten op een wetgevend initiatief van Barnier, en van een implementatiedatum is nog lang geen sprake. Als Barnier voor de zomer geen tekst neerlegt, schuift alles minstens drie jaar op, wordt in de wandelgangen gefluisterd: de tijd die nodig is om een nieuw Europees Parlement te verkiezen en een nieuwe Europese Commissie te installeren. Europarlementslid Marianne Thyssen is het daar niet mee eens: “Het is toch niet omdat er in mei volgend jaar verkiezingen zijn dat de werkzaamheden worden stilgelegd. Het Europees Parlement keurt in juli zijn initiatiefrapport goed en de Europese Commissie wil uiterlijk eind oktober een concreet voorstel op tafel leggen. Er rest voldoende tijd om dat tot een goed einde te brengen.”
Liikanen light
Eén partij zou niet liever zien dan dat de structurele hervorming van de banksector op de lange baan wordt geschoven: de banksector zelf. De voorbije maanden heeft de bankenlobby intensief achter de schermen gewerkt. Honderden politici kregen het bezoek van bankiers of lobbyisten. Telkens met dezelfde boodschap: de splitsing van financiële instellingen in een retail- en een beleggingspoot zou een bijzonder kwalijke zaak zijn voor het Europese bankenmodel bij uitstek, dat van de ‘universele bank’ die retail- en zakenbankieren combineert.
“Het is altijd hetzelfde liedje. We horen dat nu al twee jaar lang”, zucht het Belgische Europarlementslid Philippe Lamberts (Ecolo). “Dat refrein klinkt als volgt: de Europese banken zijn verwikkeld in een wereldwijde concurrentie en worden belaagd door de Amerikaanse mastodonten. Hen in tweeën delen zou hen enkel verzwakken, en dat dreigt te wegen op hun vermogen om krediet te verstrekken.” Het liedje klonk enkele maanden geleden ook op een chic diner van de Franse bankenvereniging in Straatsburg. Behalve Lamberts werd er een twintigtal invloedrijke Europarlementsleden uitgenodigd, bijna allemaal leden van de commissie Economische en Financiële Zaken van het Europees Parlement. Frédéric Oudéa, de CEO van Société Générale, en Jean-Paul Chifflet, CEO van Crédit Agricole, maakten de verplaatsing uit Parijs en haalden alles uit de kast: uitleggen, angst aanjagen, dreigen en uiteindelijk… hun publiek overtuigen.
Als eurocommissaris Barnier dit jaar nog een voorstel op tafel legt, zal het hoogstwaarschijnlijk maar een flauw afkooksel van de voorstellen van de werkgroep-Liiikanen zijn, daar zijn zowat alle waarnemers het over eens. De nationale regels die Frankrijk en Duitsland hebben genomen om de ring-fencing in hun banksector vorm te geven, zijn veel minder ambitieus dan wat Liikanen had voorgesteld. De Franse overheid spreekt zelfs openlijk van een ‘Liikanen light’, alsof ze de argumenten van de bankenlobby overneemt dat een volledige opsplitsing de Franse banken en economie grote schade zou toebrengen. “De Franse regering voerde de forcing met haar bankenhervorming en creëerde zo een soepelere wetgeving dan wat Europa voor de sector in petto had. Op die manier is de Liikanen-hervorming de wind uit de zeilen genomen”, meent een insider.
Banken veiliger maken
Liikanen wilde de banken verplichten al hun tradingactiva af te zonderen zodra die uitkomen boven 15 procent van de totale activa of boven 100 miljard euro. De wet die het Franse parlement heeft aangenomen, verplicht de banken enkel hun proprietary trading (handel voor eigen rekening) af te zonderen. Die activa vertegenwoordigen een kleiner deel van de totale activa. Ook het Duitse voorstel, dat nog geen wet is, focust op de handel van banken voor eigen rekening. Met grote onduidelijkheid tot gevolg, want het zou de taak van de nationale toezichthouders worden om uit te maken waar de grens ligt tussen proprietary trading en market making (handel ten behoeve van een klant).
Ook in het Europees Parlement groeit een consensus dat enkel de “risicovolle en speculatieve activiteiten” moeten worden afgezonderd. “Ik ben geen voorstander van een volledige splitsing van deposito- en zakenbanken”, zegt Europarlementslid Philippe De Backer (Open Vld). “Ik ben er niet van overtuigd dat een radicale splitsing de financiële stabiliteit ten goede zal komen, en ik vrees de gevolgen voor de financiering van de reële economie.”
In een stellingname wijst de European Banking Federation erop dat een afzondering van de handels- en de beleggingsactiviteiten zal leiden tot hogere financieringskosten voor de bank. De tradingactiviteiten kunnen voor hun financiering dan geen beroep meer doen op de klantendeposito’s. Een Belgische bankier vreest dat er nauwelijks langetermijninvesteerders voor de zakenbank te vinden zullen zijn, en dat de financieringskosten met honderden basispunten kunnen toenemen. “In zo’n situatie hebben we straks geen zakenbanken meer in Europa”, zegt hij.
Geen probleem, vindt Carol Sergeant, de voormalige chief risk officer van Lloyds die deel uitmaakte van de Liikanen-werkgroep: “Als zakenbanken op eigen houtje niet kunnen overleven, zonder massale liquiditeitsinjecties van de retailpoot, dan hebben ze geen reden van bestaan. Het doel van ring-fencing is beide delen van de bank veiliger te maken, niet de bestaande zakenmodellen overeind te houden.”
De stem van de lobbyisten
Maar zover durven de meeste politici niet te gaan. Zij hebben oor naar de argumenten van de banken, die aanvoeren dat de kredietverstrekking en de dienstverlening aan de Europese ondernemingen in het gedrang zullen komen. De bankenlobby staat in Brussel nog altijd zeer sterk. Van de naar schatting 15.000 lobbyisten die in de hoofdstad actief zijn, verdedigt een duizendtal de belangen van de financiële industrie. “Het is een van de machtigste en best georganiseerde lobby’s”, wordt toegegeven op het kabinet van eurocommissaris Michel Barnier.
Bovendien staan de Europese instellingen erg open voor de invloed van lobbyisten. Bij de voorbereiding van wetgevende initiatieven wordt altijd een beroep gedaan op expertgroepen. Onderzoek van de lobbywaakhond Alter-EU heeft uitgewezen dat de groepen die de Europese Commissie adviseren over financiële kwesties grotendeels bestaan uit vertegenwoordigers van de financiële sector. Hun stem klinkt luider dan die van economen, academici, vakbonden en consumentenorganisaties. Lobbyisten of bankiers bezorgen de parlementsleden ook volledig uitgeschreven voorstellen voor amendementen.
De financiële regulering is een zeer complexe en technische zaak geworden. De voorschriften voor kapitaal- en liquiditeitsratio’s bijvoorbeeld zijn onbegrijpelijk voor gewone stervelingen. Volgens Martin Hellwig van het Max Planck Instituut is dat voor een deel een bewuste tactiek: “De banken hebben er een handje van weg om de zaken eerst nodeloos ingewikkeld te maken, zodat een kat er haar jongen niet meer in terugvindt. En die complexiteit gebruiken ze dan om je als een idioot te behandelen als je zegt dat je er niets meer van snapt.”
Klein Duimpje
Precies die techniciteit heeft een handvol Europarlementariërs ertoe gebracht Finance Watch op te richten als een soort van Greenpeace van de financiën. Aan het hoofd staat de ‘spijtoptant’ Thierry Philipponnat, een van de stichters van de investeringsmaatschappij Exane. In drie jaar is de ngo erin geslaagd de Europese elite een andere klok te laten horen. De Europese Commissie kende Finance Watch vorig jaar een subsidie van 1 miljoen euro toe.
Maar Klein Duimpje heeft de strijd nog lang niet gewonnen. De veldslag over de omzetting van de Bazel III-regels in Europese wetgeving heeft bij Finance Watch een bittere smaak achtergelaten. In feite volgde de Commissie de aanbevelingen van de European Banking Federation naar de letter. Het Europees Parlement heeft zich daar niet tegen verzet. “Op een jaar van de Europese verkiezingen was het voor de parlementsleden politiek lonender om een beperking van de bonussen te verkrijgen, dan om zich vast te bijten in de ondoorgrondelijke kwestie van bijvoorbeeld de hefboomeffecten en de schuldfinanciering”, verdedigt Lamberts zich.
Een rapport van de lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO) bevestigt dat de banken de nieuwe Europese regelgeving over de kapitaalvereisten perfect naar hun hand hebben gezet. Aan het principe van de risicoweging van activa — hoeveel risico houden activa in en hoeveel kapitaal moet de bank daar tegenover zetten — wordt niet getornd, en ook niet aan het feit dat voor die risicoweging de interne risicomodellen van de banken worden gebruikt. Dat betekent dat banken hun risicoprofiel kunnen manipuleren, en dus ook de kapitaalnormen die ermee samenhangen. Onder Bazel II leidde dat tot een gevoelige daling van de risicoactiva en van de kapitaalbuffers. Net daardoor waren de banken niet sterk genoeg om de klap van de financiële crisis op te vangen en moesten ze worden gered met overheidsgeld.
Door de complexiteit van de materie is het voor regulatoren en toezichthouders zogoed als onmogelijk geworden de banksector goed op te volgen, concludeert CEO. Daardoor is de Europese bankregulering niet veel meer dan zelfregulering. De banken bepalen in grote mate zelf welke regels de sector opgelegd krijgt. En als iets hen niet zint, beginnen ze angst te zaaien. Strengere regulering blijkt altijd een slechte zaak te zijn voor de kredietverlening aan de bedrijven, voor de economische groei, voor de werkgelegenheid, en ga zo maar door.
In de achterkamertjes
De belangrijkste organisaties van de wereldwijde financiële lobby zijn het Institute of International Finance (IIF), dat de grootste banken vertegenwoordigt, en de International Swaps & Derivatives Association (ISDA), die de belangen van de financiële traders verdedigt. Het IIF stuurt heel wat mensen uit naar de expertgroepen die de Europese Commissie ‘adviseren’. In Brussel is ook de European Banking Federation (EBF), die meer dan dertig nationale bankenfederaties vertegenwoordigt, een belangrijke speler.
Maar de beste lobbyisten van de financiële sector zijn nog altijd de topbankiers zelf. Het is geen geheim dat zij direct toegang hebben tot de toppolitici van hun land. En in de achterkamertjes wordt nog veel geregeld. Geen enkele politicus wil hommeles met zijn bankiers. Wie zal er anders voldoende kredieten verlenen om de economie te doen groeien? En wie zal de overheidsschuld financieren? Van een win-winsituatie gesproken.
PATRICK CLAERHOUT, BÉATRICE MATHIEU
“Door de complexiteit van de materie is het voor regulatoren en toezichthouders zo- goed als onmogelijk geworden de banksector goed op te volgen”
De banken bepalen in grote mate zelf welke regels de sector opgelegd krijgt. En als iets hen niet zint, beginnen ze angst te zaaien.
De beste lobbyisten van de financiële sector zijn de topbankiers zelf. Het is geen geheim dat zij direct toegang hebben tot de toppolitici van hun land.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier