Banken gaven bedrijven nooit meer krediet
De bedrijfskredieten pieken in ons land. Door het economische herstel en de lage rente tanken ondernemers gretig vers geld. Dat toont de gezondheid van de Belgische ondernemingen, menen specialisten. “Bedrijven krijgen weer zicht op de ontwikkelingen in de komende vijf jaar.”
140 miljard euro. Dat is volgens de sectorfederatie Febelfin het bedrag dat de bedrijven in ons land eind vorig jaar in het krijt stonden bij de banken, of 5,5 procent meer dan een jaar eerder. De banken hadden nooit meer leningen uitstaan bij de ondernemingen. Daarmee worden de kredietlijnen intensief benut, weet Febelfin. Bedrijven spreken bijna drie kwart van de toegestane kredieten aan, het hoogste peil sinds begin 2012.
Dat de schulden bij de bedrijven in de lift zitten, blijkt ook uit cijfers van de Nationale Bank. Volgens het jongste jaarrapport bedraagt de schuldgraad van de niet-financiële ondernemingen nu al 55 procent van het bruto binnenlands product (bbp), ruwweg zo’n 230 miljard euro. Die cijfers laten dan nog de schulden van dochterbedrijven op groepsniveau buiten beschouwing. Anders lag de schuldgraad veel hoger.
Op zich mag de toename van bedrijfsschulden niet verbazen. Na jaren van magere groei wint het economische herstel eindelijk vaart, het ondernemersvertrouwen staat op het hoogste peil in jaren, en de lage rente maakt lenen spotgoedkoop. De gemiddelde rente op een nieuw bedrijfskrediet is vorig jaar zelfs gedaald naar een historisch dieptepunt van 1,6 procent.
Weinig bot vangen
Voor de banken zijn de bodemrentes minder goed nieuws. “De marges blijven onder druk staan door de concurrentiële omgeving. Maar dat is natuurlijk positief voor wie een krediet aangaat”, zegt Dirk Gyselinck, directielid en verantwoordelijk voor public & corporate banking bij Belfius. Hij merkt bovendien dat ook de alternatieven voor een klassieke banklening nog extra druk zetten op de markt.
In die context is het niet zo vreemd dat bedrijven gretig verse schulden aangaan. Ondernemers vinden het doorgaans ook eenvoudig een krediet goedgekeurd te krijgen. Een rondvraag van de Nationale Bank leert dat amper 6 procent van de ondernemers in ons land de kredietvoorwaarden ongunstig noemt. Begin 2013 was dat nog ruim een kwart.
Volgens Belfius zijn er verschillende redenen waarom weinig bedrijven bot vangen bij de bank als ze een krediet willen aangaan. “Door de overvloed aan liquiditeit en het lage rendement op andere investeringen, zoals staatsobligaties, zijn kredieten aan bedrijven interessanter voor de banken. Bovendien verkeren veel bedrijven in goede gezondheid, nu het economische herstel doorzet, waardoor ook hun businessplan en hun kredietdossier sterker ogen. Ten slotte speelt ook dat de we bedrijven beter begeleiden en we moeten motiveren waarom een krediet geweigerd wordt, wat zich vertaalt in betere dossiers.”
Positieve dynamiek
De bedrijven van hun kant lenen volgens de Nationale Bank om heel diverse redenen: voor de opbouw van bedrijfskapitaal en voorraden, voor de financiering van overnames en voor investeringen in vaste activa. Volgens Gyselinck is de stijgende vraag naar kredieten ook helemaal niet verrassend. “Als de conjunctuur verbetert en het vertrouwen bij de ondernemers stijgt, neemt ook de kredietvraag doorgaans toe. Dat is een teken dat de bedrijven in goede gezondheid verkeren.”
Pierre Gustin, directeur bij ING België, merkt dat ondernemers positiever zijn. “Het economische klimaat is globaal vrij goed en minder ondernemingen bevinden zich in problemen. Wij krijgen dan ook veel vragen voor investeringen op lange termijn voor de aankoop van machines of de bouw van industriële panden. Dat betekent dat bedrijven weer zicht beginnen te krijgen op de ontwikkelingen in de komende vijf jaar. Er is zeker een positieve dynamiek.”
Ondanks het vrij brede economische herstel surft niet iedereen mee. “Vooral de bouw, de industrie, de autosector en de grote exporteurs draaien op dit moment het best”, merkt Gustin. “Andere sectoren, zoals de distributie, hebben het moeilijker, niet alleen door de onderlinge concurrentie maar ook door de opkomst van het internet.”
Gyselinck stelt vooral in de bouw een sterke groei vast, “hoewel de publieke sector, de grootste opdrachtgever, voorzichtig blijft door de beperkte budgettaire ruimte”. Hij merkt voorts ook een sterke overnamemarkt, over alle sectoren heen. Die vertaalt zich in hoge overnameprijzen en dus ook hogere kredieten, “wat – op termijn – gevaarlijk kan blijken”.
Lange termijn
Nog een andere factor speelt een belangrijke rol: de lage rente. Bedrijven willen die maar wat graag vastleggen voor de komende jaren, zeker nu het niet ondenkbaar is dat de rentes zullen stijgen. Het aandeel van de langetermijnschulden in de totale schuld blijft zo stijgen, wat maakt dat de Nationale Bank zich weinig zorgen maakt over de relatief hoge schuldgraad.
Er zijn natuurlijk grenzen aan de verlenging van de looptijden. “De looptijd van het krediet komt het best overeen met de duur van de financieringsbehoefte”, klinkt het bij Belfius. “Een investeringskrediet mag bijvoorbeeld nooit langer lopen dan de levensloop van de investering zelf. Omgekeerd is het zinvol op korte termijn te lenen als er een tijdelijke liquiditeitsbehoefte bestaat.” Het heeft met andere woorden geen zin geld op lange termijn te lenen als je het maar een korte periode nodig hebt, simpelweg omdat het zo goedkoop is.
Ook de omvang van de schuld in verhouding tot de eigen middelen heeft zijn limieten. Volgens Belfius is vooral het ontwikkelingsstadium van de onderneming van tel. “Een jong bedrijf kan nog onvoldoende aantonen dat het zijn zaakjes op orde heeft en verdient misschien nog niet genoeg geld om een groot krediet af te lossen. In zo’n geval kan een deel van de financiering van de ondernemer zelf komen of van een externe investeerder.”
Dat plaatje verandert naarmate de onderneming evolueert, haar balans op orde krijgt en winst begint te maken. “Die factoren zijn voor ons zeer belangrijk in de beslissing een krediet toe te staan en onder welke voorwaarden”, klinkt het. Simpel gesteld, ook in tijden dat geld bijna gratis is, kunnen bedrijven zich maar beter niet te diep in de schulden steken.
Schuldafbouw
In het verleden werd een forse financiële crisis doorgaans gevolgd door een periode van schuldafbouw. Data van de Bank voor Internationale Betalingen (BIS), de centrale bank der centrale banken, tonen dat dat in België in tegenstelling tot andere Europese landen totaal niet is gebeurd. Volgens ING-econoom Geoffrey Minne sloeg de crisis hier veel minder hard toe, waardoor bedrijven ook veel minder moesten bijsturen dan hun collega’s in Zuid-Europa.
Zit er nu een periode van schuldafbouw aan te komen? Minne denkt van niet, al kunnen de maatregelen van de Nationale Bank om de groei van de hypotheekmarkt af te remmen ook een impact hebben op de kredietverlening voor bedrijven. Omgekeerd denkt de econoom ook niet dat de schulden veel verder zullen oplopen. “Door de lage rente is het nog goedkoper om te lenen dan een jaar geleden, maar bedrijven met een goed project hadden voorheen al geen probleem om krediet te vinden.”
Jasper Vekeman en Sébastien Buron
“Als de conjunctuur verbetert en het vertrouwen bij de ondernemers stijgt, neemt ook de kredietvraag doorgaans toe” – Dirk Gyselinck, Belfius
De bedrijven lenen voor de opbouw van bedrijfskapitaal en voorraden, de financiering van overnames en investeringen in vaste activa.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier