Back to the future

Het akkoord tussen de federale regering en GDF Suez houdt ook de oprichting van een Opvolgingscomité in. Dat herstelt de overlegfunctie die bestond onder het oude Controlecomité.

Concurrentie is goed, controle is beter”, orakelde Paul Magnette, de minister van Energie, bij de bekendmaking van het akkoord dat hij namens de federale regering had gesloten met GDF Suez. Hij wil opnieuw het overleg invoeren zoals dat bestond ten tijde van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas (CCEG).

Wat was het CCEG?

Het CCEG verzamelde tot 1 juli 2003, toen de energiemarkten officieel werden vrijgemaakt, vertegenwoordigers van de drie grote vakbonden, het Verbond van Belgische Ondernemingen, de producenten en verdelers van elektriciteit en aardgas, en ten slotte de federale en gewestelijke overheden, die een toezichts- en initiatiefrecht hadden.

De partijen onderhandelden maximumprijzen voor elektriciteit en gas. Die werden nadien via ‘aanbevelingen’ aan de leveranciers opgelegd, na goedkeuring door de federale minister van Energie. De taken van de CCEG werden na 1 juli 2003 grotendeels overgenomen door de Commissie voor de Regulering van de Electriciteit en het Gas (CREG).

Wat is het verschil met de CREG?

Terwijl bij het CCEG alle betrokken partijen rechtstreeks aan tafel zaten, is de CREG een onafhankelijk orgaan. Volgens minister Magnette is het grote nadeel echter dat de overlegfunctie verloren is gegaan: er is nu geen forum meer waar overheid, producenten en sociale partners kunnen discussiëren over investeringen, prijzen en werkgelegenheid. Niet dat dit vroeger tot ieders tevredenheid gebeurde. Onder andere Test-Aankoop protesteerde dat de elektriciteitstarieven voor particulieren toen hoger lagen dan die voor de industrie.

Kan het Opvolgingscomité die functie overnemen?

Volgens het protocolakkoord tussen GDF Suez en de Belgische staat moet dat Comité maken dat de elektriciteitsprijzen voor particulieren onder het gemiddelde liggen van onze buurlanden. Hoe dat gemiddelde wordt berekend, is vooralsnog onduidelijk. Weegt de prijs van Luxemburg bijvoorbeeld even sterk als die van Frankrijk?

Over de industrie wordt niets gezegd, wat de werkgeversorganisaties erg bezorgd maakt, want het risico dat zij dan moeten opdraaien voor lagere tarieven voor de particulieren is niet onbestaande. Een Opvolgingscomité waar meerdere producenten over hun kosten en de marktprijzen discussiëren, ruikt al snel naar kartelafspraken. Een herinvoering van een maximumprijs mag van Europa slechts tijdens een overgangsperiode, maar daarvan is in het protocolakkoord geen sprake.

En wat met de CREG?

De toekomstige verhouding tussen het Opvolgingscomité en de CREG is op zijn minst zeer wazig te noemen. Gaat het Opvolgingscomité een deel van de bevoegdheden van de CREG overnemen, of wordt het een orgaan dat daarnaast opereert? In het laatste geval dreigen er ofwel voortdurend spanningen, ofwel verschrompelt een van de twee tot een praatbarak met louter decoratieve bevoegdheden. Indien de CREG effectief een deel van haar controlebevoegdheden verliest, dreigt België opnieuw op de toorn van de Europese Commissie te kunnen rekenen. Want Europa wil sterke, onafhankelijke regulatoren die kunnen toezien op de eerlijke concurrentie in de energiemarkt. Zolang er echter geen begin wordt gemaakt met de liberalisering van de productiecapaciteit, blijft dat wellicht niet meer dan een ver toekomstbeeld.

Door Luc Huysmans

Een comité waar meerdere producenten over hun kosten en de marktprijzen discussiëren, ruikt al snel naar kartelafspraken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content