Azië voor de Aziaten

De sterke groei van het toerisme in Zuidoost-Azië is niet toe te schrijven aan Europa of de VS, wel aan de opkomst van de Zuidoost-Aziatische middenklasse.

Het toerisme in Zuidoost-Azië groeit nog altijd spectaculair. Vorig jaar opnieuw met 15 %. Die aanwas komt echter niet uit Europa of de Verenigde Staten, maar wel uit de regio zelf.

Alles bij elkaar heeft nog amper 14 % van de bezoekers in deze hoek van de wereld een Europees paspoort op zak. Van de 7,2 miljoen toeristen die vorig jaar Singapore aandeden, was zo’n 75 % uit de regio afkomstig. Idem voor Maleisië, waar het aantal gasten dat minder dan twee uur vliegt om daar te geraken, wordt geraamd op 78 % van het totaal. De Duitsers, tot voor enkele jaren nog hoog genoteerd op de hitlijsten, tuimelen nu in de meeste Zuidoost-Aziatische landen naar een plaats tussen vijf en tien.

Deze evolutie is voornamelijk toe te schrijven aan de opkomst van een Zuidoost-Aziatische middenklasse. Tot medio jaren tachtig was die gewoon onbestaande, maar door de opmerkelijke groei van de Aziatische Tijgers ontstond meteen ook een nieuwe burgerij die reist. Liefst in eigen streek. Deze klanten hebben immers veelal maar tien dagen vakantie per jaar, en daarvan willen ze geen twee dagen verliezen voor een lange vlucht naar Europa of de Verenigde Staten.

De verschuiving heeft heel wat neveneffecten. Zo wordt een gedeelte van de marketinginspanning van deze landen niet langer op Europa of de Verenigde Staten geconcentreerd, wel op de buurlanden in de ruime zin van het woord. Dat is het meest uitgesproken in Thailand, waar het ministerie van Toerisme dit jaar zo’n 70 % van de promotie- en reclamemiddelen inzet voor Japan, China, Zuid-Korea, Maleisië, Singapore en Hongkong.

Ook het hotelwezen speelt in op deze nieuwe trend. Bijvoorbeeld met de massale opening van nieuwe hotels geen vijfsterrentempels, maar eerder gerieflijke middenklassehotels of resorts. De “nieuwe gasten” willen liefst op vakantie in geïntegreerde dorpen, waar hotel, golfterrein, zwembaden, speeltuinen en shoppingcentra allemaal op één kluitje liggen. Dit vergt een totaal ander concept dan het hotel dat de Europese touroperator boekt, want dat moet voornamelijk luxueus zijn én aan een strand liggen.

Opvallend is ook de verdere geografische spreiding van de vakantiegangers over de hele regio. Vooral landen als Maleisië en Indonesië profiteren van de nieuwe boom. Maar eigenlijk gaat het niet alleen om zuivere groei (van het aantal toeristen), maar zit er ook een stuk verschuiving bij. Toerisme is in een aantal Zuidoost-Aziatische landen dé groeisector geworden. Door die versnippering kampt onder meer Thailand momenteel met een overcapaciteit van hotelkamers. Want ook in het toerisme is de ene zijn brood, de andere zijn dood. En vice versa.

MARK VRIJENS

Het toerisme in Zuidoost-Azië De groei komt voornamelijk uit de regio zelf.