Axel Vervoordt bouwt een cultuurdorp

Axel Vervoordt, de meest befaamde kunsthandelaar van België, waagt zich aan een groots vastgoedproject. Dat moet de familiale verzamelingen het schrijn en de omgeving bieden die ze verdienen. We brachten een exclusief bezoek aan het hart van het toekomstige Vervoordtdorp, aan de rand van Antwerpen.

We zijn in Wijnegem, met zicht op het Albertkanaal. Stilaan herleeft de 4 hectare grote driehoek waar al decennia lang verlaten gebouwen staan, veroordeeld om te verkommeren. In het hoge gelijkvloerse kantoor van Kanaal, het nieuwe hoofdkwartier van Axel Vervoordt en zijn ondernemingen, wachten vader Axel en zijn jongste zoon Dicky ons op. De volgende uren zullen ze ons op een bijna gewijde manier begeleiden op een initiatiereis door tijd en ruimte, te midden van kunstwerken uit alle tijdperken. Boris, de andere zoon, bevindt zich allicht in verre streken op zoek naar schatten die hoognodig uit de schaduw gehaald moeten worden.

“Een eerste deel heb ik gekocht in 1999 en dat hebben we zeer geleidelijk gerenoveerd. Toen al zaten we een beetje krap in de bijgebouwen van het kasteel van ‘s Gravenwezel met onze teams, ons wagenpark, onze voorraad van duizenden meubels en onze verzameling kunstwerken. We waren op zoek naar een functionele vestigingsplek. Ik stond op het punt om onze activiteiten over te brengen naar het industriepark van Wijnegem, maar een stemmetje in mijn hoofd heeft me daarvan weerhouden. Ik reed toen regelmatig dit terrein van de oude stokerij voorbij en ik vond dat die plek wel een zekere charme had. En op een dag hing er een bordje met ‘te koop’. Ik heb niet geaarzeld en meteen contact opgenomen. Uiteindelijk hebben we onze intrek genomen in het puntje van het gebouwencomplex. Daar hebben we geleidelijk onze showroom en onze kantoren ingericht. Tegelijk heb ik een ander stuk van het verlaten terrein gekocht en iets later ben ik met de drie eigenaars tot een akkoord gekomen over het geheel. En dat allemaal met eigen middelen”, vertelt Axel Vervoordt.

Tot 1990 werd het terrein voornamelijk gebruikt door de mouterij Albert (Boom), die vooral leverde aan de Heineken-brouwerijen. Er bevond zich ook een drukkerij; de verroeste rotatiepersen staan er nog altijd. De industriële site werd weliswaar aan het einde van de negentiende eeuw uit de grond gestampt, maar de enorme silo’s die hun stempel op de omgeving drukken, staan er nog maar sinds 1960.

De regels van de kunst

Het redenaarstalent van de nieuwe eigenaar geeft de plek al gauw een archeologische charme en potentieel. Het lijkt wel alsof Vervoordt een of andere antiquiteit aanprijst. Dat neemt niet weg dat het hele project dat voor de zowat 4 ha industrieel braakland gepland is, voor een onbevooroordeelde investeerder allerminst risicoloos lijkt.

“Voor de financiering van het vastgoedproject doen we voor 50 procent een beroep op de banken; 15 procent komt uit eigen middelen en 35 procent wordt gefinancierd door de verkoop op plan. Een twintigtal mensen heeft al belangstelling getoond voor een van de appartementen die binnenkort op de site opgetrokken worden”, preciseert Axel Vervoordt, die het project en de bouwwerken coördineert via de naamloze vennootschappen Idetex (een patrimoniumvennootschap) en Vervoordt Real Estate, die samen optreden om het project ‘Kanaal’ te ontwikkelen en te commercialiseren. Het moet een echt privécultuurdorp worden.

Bij zijn zoektocht naar investeerders en kopers kan de bouwheer vanzelfsprekend terugvallen op zijn adressenboekje, verguld op snee, en zijn behoorlijk trouwe en welgestelde vrienden- en klantenkring, die al niet meer overtuigd moet worden van de meerwaarde die ‘het huis’ hen pleegt te bieden. En hoewel de zoon nog onderaan de ladder staat, krijgt hij nu een gouden kans om zijn voornaam tot een begrip te maken. “Vastgoed trekt mij al jaren aan”, zegt Dicky Vervoordt. “En ik heb al sinds mijn 21ste kunnen oefenen in de groep. Het verschil is dat nu een vastgoedproject in drie in plaats van twee dimensies verkocht moet worden. De hoogte van de lofts – soms tot zes meter – brengt met zich dat we hier in kubieke in plaats van in vierkante meter spreken.”

Druk in de weer

Nog zo’n uitdaging: de omvang van de werf. Zowat 50.000 vierkante meter moet worden bebouwd of grondig gerenoveerd, in overeenstemming met de geschiedenis en het patina van de plek. Gepland zijn 25.000 vierkante meter woningen (98 units), 10.000 vierkante meter ondergrondse parking (het hele dorp wordt voetgangerszone), 5000 vierkante meter kantoren, 7000 vierkante meter musea en showrooms, 3000 vierkante meter handelszaken, waaronder een grote ambachtelijke bakkerij, een versmarkt van hoog niveau, een restaurant met terras en zicht op het Albertkanaal en enkele diensten die onmisbaar zijn voor het leven in gemeenschap (crèche, dokter, wellnesscentrum).

Niet minder dan drie zorgvuldig geselecteerde architectenbureaus moeten zorgen voor de Vervoordt-look & feel. Stéphane Beel (Gent) en zijn team zijn vooral in en rond de silo’s aan de slag. Het kantoor Coussée en Goris (Gent) neemt de bestaande gebouwen aan de kant van de Stokerijstraat onder handen (bakkerij, versmarkt en appartementen) en het bureau van Leo Van Broeck en Oana Bogdan (Brussel) ontwierp, naast de groene ruimte ook de woonkubussen. Daarbij komen nog de architect-planoloog Jens Aerts (Antwerpen), een vriend van de familie, en de internationaal vermaarde landschapsarchitect Michel Desvigne (Paris-Grenoble).

“Op 15 oktober beginnen we officieel aan de commercialisering van het woongedeelte, meer bepaald het honderdtal appartementen, waarvan 65 met zicht op het kanaal. De gemiddelde oppervlakte bedraagt ongeveer 200 vierkante meter en de prijs gaat van 1500 tot 5000 euro per vierkante meter, wat neerkomt op een waaier van 250.000 tot 3 miljoen euro per wooneenheid. Daarbij komen de relatief bescheiden maandelijkse lasten, die geschat worden op 250 euro”, somt de bouwheer-ontwikkelaar-verkoper op.

“We spreiden de werken uiteraard over verschillende jaren”, stelt Dick Vervoordt ook zichzelf gerust. Hij kan zich immers geen fouten veroorloven. “We beginnen met de renovatie van alle gebouwen aan de straatkant, daarna wordt het museum gebouwd en dan volgen de andere gebouwen en de afwerking van de hele site. We beschikken over alle vergunningen om de werken op te starten. We zijn nu al sinds 2001 bezig met het project en nu willen we het eindelijk uit de grond zien rijzen”, lacht de zoon-bouwer. Eind 2012 zouden dan de eerste bewoners hun pand kunnen betrekken. Nog twee jaar later moet alles klaar zijn.

Vader en zoon laten het hier niet bij. Zij denken al aan nieuwe projecten, in dezelfde unieke en typisch familiale dorpsgeest.

Philippe Coulée

Hoewel Dicky Vervoordt nog onderaan de ladder staat, is dit een gouden kans om zelf naam te maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content