Axel Verhoustraeten

Subversief binnenskamers

Hij omlijnt heel nauwkeurig zijn bezigheden als binnenhuisarchitect en als meubelontwerper. Verankerd in het hier en nu, geeft hij met zijn werk commentaar op onze tijd om zijn stempel op de toekomst te drukken. Axel Verhoustraeten creëert voorwerpen “gespeend van estheticisme, maar mooi omdat ze functioneel zijn”.

TEKST : SERGE VANMAERCKE / FOTO’S : GERALD DAUPHIN

Vraag hem niet uw interieur ‘aan te kleden’ of het een aura, een imago te geven dat niet strookt met uw persoonlijkheid. Axel Verhoustraeten (35) werkt met ruimte, functionaliteit, licht en beweging : de grondslagen en de eigenlijke uitgangspunten van zijn werk als binnenhuisarchitect. Zijn hedendaagse meubelontwerpen vormen daarbij voor hem “de ideale ondersteuning van de binnenhuisarchitectuur”.

Verhoustraeten is een rasechte francofoon die nauwelijks Nederlands spreekt, hoewel hij 80 procent van zijn cliënteel in Vlaanderen recruteert. “In dit land met zijn ietwat ingewikkelde sociale breuklijn zijn veel mensen rijk geworden door hard te werken. Zij weten wat het betekent inspanningen te leveren. In bepaalde gevallen, en in Vlaanderen meer dan elders, uiten die inspanningen zich niet alleen in noeste arbeid, maar ook op het intellectuele vlak. Een aantal mensen is dan ook in staat zich op een doordachte manier te interesseren voor cultuur en voor hun tijd. In Vlaanderen kom ik heel wat pretentieloze mensen tegen die er het beste willen van maken, zelfs als ze daarvoor hun interieur moeten ‘verarmen’ in plaats van ‘verrijken’.”

Verhoustraeten maakt een onderscheid tussen de wereld van de binnenhuisarchitectuur en hedendaagse meubels enerzijds en wat hij de designwereld noemt, anderzijds.

“De hedendaagse binnenhuisarchitectuur volgt een filosofie, terwijl de wereld van het design, die daar sterk parallel mee loopt, de mode volgt. De modewereld interesseert mij volstrekt niet. Mensen die een beeld van zichzelf ophangen via hun kleding, hun accessoires, hun auto… zijn niet geïnteresseerd in hedendaagse binnenhuisarchitectuur, maar in hedendaags design. Zij zetten zich wellicht even fel af tegen de maatschappij, maar zij uiten hun reactie met wat ik tegendraadse keuzes noem. Zij kiezen voor bepaalde dingen “als reactie tegen”, om “zich te onderscheiden van”, niet om zich ergens “bij aan te sluiten”. Bij ons is het juist de bedoeling aansluiting te vinden bij een cultuurvorm die alle mensen verenigt. Wij maken eerder een genereus dan een reactief gebaar. Wij werken veeleer voor dan tegen iets. Een goed architect weet functionaliteit en gevoeligheid perfect te combineren, anders blijft hij steken in sociale pretentie of pathos. In Franstalig België zijn er mensen die het huidige gebrek aan cultuur uitbuiten en een zeer commerciële stijl willen opdringen die je zou kunnen typeren als een flauwe Ralph Lauren-imitatie, een ondermaats Engels sfeertje. Zij doen gemakkelijke decoratieklusjes waarbij de mensen zich goed voelen, zonder hen op te tillen tot een hoger niveau, zonder ze aan te zetten tot het nemen van risico’s. Voor een dergelijke zienswijze bedank ik. Je moet je juist afzetten tegen die beschermde, risicovrije wereld waarin alle generositeit zoek is.”

Hij spuit

graag kritiek. Onzekerheid roept volgens hem vragen op, terwijl zekerheid leidt tot apathie. Axel Verhoustraeten is echter niet pessimistisch, chagrijnig of systematisch oneerbiedig.

“Hier in België heb ik veel waardering voor het werk van Claire Bataille of voor Emiel Veranneman. Hij legde in Vlaanderen al heel vroeg de klemtoon op de waarde van het eigentijdse, op de noodzaak om te evolueren in een moderne wereld. Hij schudde Vlaanderen heel vroeg wakker en haalde het uit de middeleeuwse stijl van het klassieke meubel. Wij hebben heel goede galeriehouders zoals Greta Meert, Micheline Szwajcer, Xavier Hufkens, Rodolphe Janssen. Al die mensen brengen iets op gang en werken met een passionele gedrevenheid. Trouwens, elk werk dat passie aanwakkert, is interessant voor de maatschappij.”

Verhoustraeten gebruikt vaak dezelfde woorden : “deugdzaamheid”, “uitmuntendheid”, “veeleisendheid” en vooral het woord “eigentijds”.

“Mijn arbeidsfilosofie is gebaseerd op het begrip eigentijdse wereld elke periode is trouwens in se eigentijds , op het vermogen om in een bepaalde tijd zo comfortabel mogelijk te leven als de technologie en de vooruitgang maar enigszins mogelijk maken. Als de tijden moeilijk zijn, sociaal dubbelzinnig, als er armoede heerst, zoals nu, dan moeten de architectuur, het meubilair of de stijl dat volgens mij rechtstreeks weerspiegelen. Maar zij moeten toch ook altijd hoop uitstralen of een uitweg bieden : de mogelijkheid om vooruit te komen. Dat is niet zomaar een vaststelling. Dat is commentaar leveren bij zijn tijd.”

“Ik heb jammer genoeg geen talent als decorateur. Daarom neem ik zulke opdrachten ook niet graag aan. Ik kan geen stijlen interpreteren, ik kan geen gewenste sfeer creëren met interieurideeën. Het theatrale interesseert mij niet. Ik vind het leven veel interessanter vanuit menselijk oogpunt. Daarin schuilt alle rijkdom van een interieur. Je hoeft dat niet te creëren met gordijnen of een bepaalde muurbekleding. Je kan juist verschillende sferen scheppen afhankelijk van de functionaliteit of het karakter van de mensen. Het komt erop aan de gegeven richtlijnen te volgen. Ik weiger een opdracht enkel wanneer men mij in een bepaalde richting duwt of wanneer ik te maken heb met oninteressante mensen die er vooral op uit zijn hun sociale imago op te poetsen. Een opdracht wordt pas echt interessant wanneer klanten een samenwerking zoeken. Zulke mensen willen uitdrukking geven aan hun persoonlijkheid en hun gevoelsleven via een materie die zij minder goed beheersen. Ik heb mijn beste werk gepresteerd in samenwerking met de klant. Ik kan maar één ding correct doen en ik hoop de beste te zijn in wat ik doe en in wat ik beweer te kunnen. Je kan beter een voortreffelijk zachtgekookt eitje bereiden dan een halfgare gelakte eend.”

In de praktijk

wordt een eventuele samenwerking tussen Verhoustraeten en een klant altijd voorafgegaan door een aftastend gesprek.

“Eerst wordt er gepraat, in onze kantoren of ter plaatse. Meestal ben ik degene die zich verplaatst om na te gaan of er een mogelijke samenwerking in zit. Dat is geen kwestie van centen. Het is eerst en vooral de ingesteldheid die telt. Ik ga na of de mensen bij mij niet aan het verkeerde adres zijn. Je hebt mensen die menen dat ze tot iets in staat zijn, maar in werkelijkheid zijn ze onbekwaam, niet financieel maar intellectueel.”

“Ik tracht uit te zoeken of er een filosofische notie is, een ‘drang’ of alleen maar ‘referenties’. Wij leggen op onze beurt uit hoe wij te werk gaan. Pas dan wordt er beslist. Het is dan aan mij om iets op gang te brengen. Na dit gesprek laat ik het aan de klant over om opnieuw contact te nemen. Ik doe dat nooit zelf. De keuze is aan hem.”

En het prijskaartje ?

“Je kan iets inrichten voor 150.000 fr/m², maar je kan dat net zo goed doen voor 10.000 fr/m². De prijs van een opdracht heeft niets te maken met de middelen waarover de klant beschikt. De kostprijs heeft alles te maken met de mentaliteit of de eisen van de mensen. Joden bijvoorbeeld, willen doorgaans kostbare materialen, zeldzame houtsoorten, verfijnde technieken, zelfs als alles puur en eenvoudig gehouden wordt. De ene wil kostbare zaken, de ander wil alles zo sober mogelijk. De gebruikte technieken en ambachten bepalen uiteraard de prijs.”

Verhoustraeten is niet alleen actief als binnenhuisarchitect en meubelontwerper, hij verdeelt ook drie meubelmerken, in vakkringen en aan particulieren : Philippe Hurel, Christian Liaigre en Manufactor, bij wie hij trouwens zijn eigen creaties laat vervaardigen. Op zijn naamkaartje staat overigens ook ‘Bureau de style’ te lezen.

“Het bureau regelt alle details, alle accessoires, de voorstelling, het imago. Kortom, het zorgt voor de finishing touch, het toetje bij de koffie… Hier kan je terecht voor advies in zijn zuiverste vorm. De wensen van de persoon die zich tot ons richt, worden hier vertaald.”

Vermits elke periode in se eigentijds is, impliceert ze bijgevolg verandering. Hoe ziet u uw beroep dan evolueren ?

“De volgende stap zal niet met architectuur als dusdanig te maken hebben, maar zal zich situeren op het vlak van de techniekbeheersing een beetje zoals virtual reality. In een gegeven ruimte zullen licht en schaduw de muren van morgen zijn. Wij zullen onze huizen niet langer met kilometers elektrische leidingen moeten uitrusten. Daar komen nieuwe technieken voor in de plaats. Met zulke zaken zal de binnenhuisarchitectuur van morgen zich bezighouden.”

De rol van een huis :

“Een huis is een ontmoetingsplaats, een onderkomen waar mensen elkaar kunnen treffen en met elkaar in dialoog treden. Uit deze energie resulteert iets. Wat de kamerindeling van een huis betreft, hebben wij een enorme erfenis meegekregen van Le Corbusier. Sedertdien werd alles al in alle mogelijke richtingen hertekend, maar Le Corbusier is er volgens mij in geslaagd voor eens en altijd een definitie vast te leggen van de indeling van het huis in onze moderne wereld. Hij heeft daarbij trouwens heel wat zaken afgekeken van de oudheid.”

Het huis van Verhoustraeten ligt in het achterste gedeelte van een gebouw aan het Bloemenhofplein in Brussel. “Dit is een oude zilvergieterij uit de jaren ’40. Ik woon hier nu een jaar. Ik heb het gebouw opgeknapt en er enkele boekenkasten neergezet. Ongeveer 90 procent van wat u ziet, werd hier gecreëerd. Stoelen, tafel, voorwerpen, lampen… Op enkele snuisterijtjes na werd alles hier uitgedacht en ontworpen.”

Het huis telt drie verdiepingen. Op de benedenverdieping bevinden zich de kantoren, op de eerste verdieping de woonkamer en de keuken.

“Voordien heb ik altijd in heel erg burgerlijke huizen gewoond, in de mooiste wijken van Brussel : Emile Duraylaan, Generaal de Gaullelaan, Louis Lepoutrelaan. Ik had toen nog niet de nodige rijpheid om in een ruimte als deze te wonen. Ik heb echter nooit stijlmeubelen verzameld of mijn interieurs ingericht volgens een bepaalde stijl. Alles werd altijd uitgezuiverd. Met gelijksoortige kunstvoorwerpen, sobere sculpturen, soms een beetje maniëristisch. Toegegeven, het zag er toen misschien een beetje burgerlijker uit, minder verfijnd.”

“Dit huis was lange tijd het atelier van Jan Vercruysse, voor wie ik een mateloze bewondering koester, niet alleen omwille van zijn werk maar ook omwille van zijn intellectueel vermogen om een plaats te respecteren en subtiel te transformeren. Veel van dergelijke gebouwen worden slecht gerenoveerd. Men probeert er bijvoorbeeld een sociaal woonklimaat in te scheppen of ze worden juist heel gesofisticeerd heringericht, ‘the New York way’ weet je wel. Vreselijk ! Ik ontvang hier zo vaak mogelijk mensen. Mijn huis weerspiegelt het best het werk waarvan ik hou, en het is groot genoeg om veel mensen te ontvangen. Als je de hele dag werkt in andermans huizen, moet je eigen huis in veel opzichten bevrijdend zijn. Ruimte is de enige luxe van onze tijd. En als je de ruimte hebt, zou het jammer zijn ze niet te gebruiken om mensen te ontvangen, om tentoonstellingen of concerten te organiseren. Alles is goed om mensen te ontmoeten.”

Waarom kruipt u niet in uw hoekje en daarmee uit ?

“Als je een plaats bekleedt in de maatschappij en als je de middelen hebt om je uit te drukken, moet je dat ook doen. Je leeft niet alleen, je moet de zaken op gang brengen. Het is tijd om de mensen wakker te schudden. Om te zeggen : “Trek uw ogen open of u gaat kopje onder”. Ik heb een heel bevoorrechte kindertijd gehad, maar ik was ook omringd door mensen voor wie veeleisendheid en uitmuntendheid geen vage begrippen waren. Ik denk dan vooral aan mijn grootmoeder, een intelligente, gevoelige vrouw die me oog voor nuances heeft bijgebracht. En voorts put ik veel kracht uit onzekere of oncomfortabele situaties.”

Ten huize van Axel Verhoustraeten : tafel in massief teakhout, vloer in grijs linoleum, biblioteek in MDF en kunstwerk van Allan McCollum in beschilderd plaaster. Op de boekenplank : Peter Greenaway, Brancusi, James Turrell en John Pawson.

Kunstwerken van de Cubaan Felix Gonzales-Tores, zwart leren zetel, lampen van Christian Liaigre, bijzettafeltjes van Philippe Hurel. Salontafel, stoel, lampje, witte zetel en tabouret van Liaigre. Sculptuur van de Belgische Nicole Philippart-Jamart uit de

Bureau en stoel van Christian Liaigre. Gips van Nicole Philippart-Jamart, ceramiek van France Martin, sokkels van Liaigre, Vredesduif van Nadine Effront en geometrisch didactisch materiaal in zink.

Originele foto’s van Amish Fulton. Lampekap Ecart International en zetel van Philippe Hurel.

Zetel Alzan van Christian Liaigre.

Alles moet nog achterhaald worden. Getekend Fred Eerdekens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content