‘Artiesten staan op een bepaalde manier in het leven’
Matthias Schoenaerts en het meeste andere Vlaamse filmtalent dat internationaal scoort, hebben één man gemeen. Ex-fraudejager Ken Lambrechts is hun manager. “Geen van mijn cliënten zit in de business om met één project rijk te worden.”
De acteur Matthias Schoe-naerts duwde ongeveer acht jaar geleden enkele verfrommelde papieren in de handen van Ken Lambrechts. “Mijn vrouw is beeldhouwster en is al sinds de kunsthumaniora met hem bevriend”, vertelt Lam-brechts. “Tijdens een bezoekje haalde Matthias een document uit zijn binnenzak en vroeg hij me er eens snel naar te kijken, ‘of het wel allemaal oké was’. Dat bleek zijn contract voor Loft te zijn. Ik was niet thuis in die wereld. Ik had onder meer rechten en criminologie gestudeerd, maar ik was toen gerechtelijk expert voor financiële misdrijven. Ik zocht naar fraude in de boekhoudingen in opdracht van het gerecht.”
“Door de contacten met Matthias en andere artistieke vrienden van mijn vrouw kreeg ik snel door dat er in Vlaanderen een leemte was in de zakelijke begeleiding van creatieve beroepen. Er waren enkele gespecialiseerde advocatenkantoren en boekhouders. Maar niemand had een totaalpakket. Iemand die het administratieve, fiscale, juridische en financiële werk voor zijn rekening nam, zodat talenten zich op het creatieve konden concentreren. Rond 2012 deed ik nog de begeleiding van verschillende soorten zelfstandigen, maar sinds 2014 ligt de focus van het managementkantoor op kunstenaars, met in het bijzonder regisseurs en acteurs. Ik krijg meestal een vast percentage op hun inkomsten. Ik zit niet in de business van uurtje-factuurtje.”
Volgende week start het Filmfestival van Gent. Voor veel van uw cliënten was dat een mooie opstap naar andere festivals en een internationale doorbraak.
KEN LAMBRECHTS. “Het is cruciaal om op festivals in the picture te staan of een onderscheiding weg te kapen. Ik bezoek alle topfestivals: Sundance en Toronto in Amerika en Berlijn en Cannes in Europa. Het is belangrijk daar handjes te schudden. Ik leg er de eerste contacten met buitenlandse agenten, managers en vooral producers en studio’s.
“Wie het momentum niet op die manier verzilvert, komt in het buitenland niet makkelijk aan de bak. Het gevaar dreigt voor acteurs of regisseurs dat ze zich laten leven tijdens zo’n festival. Ze worden van screening naar screening gesleept en voordat ze het weten, zitten ze weer op het vliegtuig, hebben ze vooral promotie gemaakt voor hun film en verdwijnen ze enkele dagen later in de vergetelheid. Ik ben op die festivals om mee de kar te trekken, zeker voor mijn klanten die nog niet zo ver staan.”
Wat als dat momentum ergens naartoe leidt, een deal met een buitenlandse agent of manager?
LAMBRECHTS. “Een cliënt krijgt meestal eerst een hoop bagger over zich heen. Die internationale bureaus weten nog niet goed welk vlees ze in de kuip hebben en sturen gewoon alle voorstellen door. Martha Canga Antonio kreeg bijvoorbeeld een rol aangeboden in de nieuwe Power Rangers. ‘Thanks, but not interested‘, blok ik dan af. Zij moet een sterke rol krijgen, zoals haar hoofdrol in Black. Regisseur Robin Pront is internationaal opgemerkt, maar is terecht zeer kieskeurig. Adil El Arbi en Bilall Fallah regisseren nu een tv-reeks voor het Amerikaanse Fox en gaan ook Beverly Hills Cop IV draaien. Uiteindelijk komt er dus wel iets uit bus dat goed bij de klant past. Die fase is wel nuttig. Het helpt het netwerk verder te verdiepen. Dat is belangrijk wanneer cliënten ooit zelf een productie willen opzetten.”
Is het financiële aspect soms een obstakel?
LAMBRECHTS. “Heel zelden. Past het in de agenda, is er een creatieve connectie en wat is de vergoeding? Dat is de volgorde. Soms zijn mijn cliënten zot van een project en nemen ze vrede met een lage vergoeding. Geen van hen zit in de business om met één project rijk te worden. Natuurlijk heeft iedereen zijn belangen, en soms moet ik eens de boeman spelen en harde woorden gebruiken. Maar er wordt altijd naar een compromis gezocht waar iedereen zich goed bij voelt. Ik vergeet nooit de lange termijn, mijn cliënten willen tot hun tachtigste meedraaien.”
U begeleidt zowat alle Vlaamse acteurs en regisseurs die internationaal scoren (zie kader).
LAMBRECHTS. “Ik had geluk. De Vlaamse filmindustrie is het voorbije decennium echt beginnen te boomen. Dankzij steun van onder meer het Vlaams Audiovisueel Fonds en de taxshelter voor privé-investeringen wordt er geld in de sector gepompt. Onze talenten krijgen lokaal meer kansen en kunnen betere producties maken, cruciaal om internationaal door te breken.
“Het vertrouwen van die talenten winnen is niet vanzelf gegaan. Ik heb bijvoorbeeld lang op Matthias moeten inpraten tot hij de voordelen zag om zelfstandig te worden en niet gewoon bij projecten in loondienst te gaan. Anderen zeggen meer ‘doe maar’, maar Matthias weet graag de details. Hij heeft dagelijks contact met mij of mijn assistente. We adviseren hem ook in het beleggen van zijn vermogen. Zijn investeringen in vastgoed volgen we intensief op. Soms zijn de contacten met aannemers, architecten en andere relaties voor Matthias bijna een fulltimebaan.”
Uw cliënten moeten u wel heel erg vertrouwen.
LAMBRECHTS. “Het vertrouwen moet all the way zijn, in beide richtingen. Dat is de enige manier waarop het kan werken. Ik zie de bankrekeningen en de agenda van mijn cliënten en vaak ken ik ook de rest van hun privéleven, zelfs hun liefdesrelaties, zeer goed. Die vertrouwensband opbouwen vergt tijd. Jan Bijvoet (die naast Schoenaerts in Rundskop acteerde, nvdr) is een nieuwe cliënt en dan voel je direct dat je in het begin niets mag forceren. Ik wil nu niet al te veel veralgemenen, maar artiesten staan op een bepaalde manier in het leven, een die vaak veraf staat van zakendoen. Het is vaak op sokken lopen.”
Durft u een nieuwe cliënt aan te spreken op zotte aankopen of andere fouten?
LAMBRECHTS. “Ik probeer van in het begin duidelijk te maken dat ze mij er het beste bij betrekken als ze een gek idee hebben. Want misschien heb ik een beter idee of kan ik hen overtuigen eerst een tweedehands auto te bekijken in plaats van het nieuwe model.
“Zoals in elke relatie botst het weleens. Dat wordt altijd opgelost. Mijn cliënten zijn heel loyaal, daar ben ik hen echt dankbaar voor. Sommige van die talenten zijn al doorgegroeid naar het internationale niveau. Ze hebben een internationale agent en manager en toch blijven zij verbonden aan het kantoor. Akkoord, de meesten hebben hier nog een pied-à-terre en moeten hier nog veel regelen. Ze hadden evengoed kunnen zeggen ‘who cares about Ken’? Ik word niet aan de kant geschoven en dat apprecieer ik, het toont aan dat ik een meerwaarde heb voor de topklanten.”
Maar u speelt niet de eerste viool bij internationale onderhandelingen?
LAMBRECHTS. “Voor internationale projecten werken we altijd in team. In Europa is mijn rol meestal wat uitgebreider, omdat er geen tijdsverschil is. Onderhandelingen in Hollywood zijn iets anders. De industrie is er gebouwd als een machine met vele radertjes, waar iedereen in het succes kan delen. Matthias wordt er vertegenwoordigd door Creative Artists Agency, een topbureau. Zij weten als geen ander hoe ver ze kunnen gaan. Als het over de centen gaat, is het meestal mijn rol om pas in een latere fase naar het internationale fiscale deel te kijken. Zo werkt het ook met Felix Van Groeningen en Jakob Verbruggen in hun buitenlandse projecten.”
Wordt in Hollywood lang en stevig onderhandeld?
LAMBRECHTS. “Amerikanen doen niet kneuterig, dat is aangenaam werken. Het eerste akkoord wordt meestal in een paar dagen afgesloten. Maar de opmaak van het definitieve contract kan soms maanden in beslag nemen, terwijl de productie al loopt. De onderhandelingsmarge ligt eigenlijk op voorhand vast. De vergoedingen voor regisseurs zijn verbonden met het budget van de film. Het precieze percentage kan ik niet zeggen. Eigenlijk zijn er voor alles barema’s in Hollywood. De acteurs, de scenaristen en de regisseurs hebben elk hun vakbond en er zijn strikte regels over minimumvergoedingen, werkomstandigheden enzovoort.”
Er duiken almaar meer Europese namen op in Amerikaanse producties. Is dat om die afspraken te omzeilen en goedkoper te werken?
LAMBRECHTS. “Europese namen sluiten zich ook aan bij de plaatselijke vakbonden, omdat de meeste producties enkel met aangesloten personeel werken. Iedereen, ook een buitenlandse nieuwkomer, is dus zeker van het minimumtarief. Bij succes kan dat snel stijgen, met goed onderhandelen. Amerikaanse productiehuizen kijken al lang naar Europa. Er is hier veel talent, en de lokale bekendheid van Europese sterren is mooi meegenomen om Amerikaanse series of films hier beter te doen scoren. De sector boomt er ook, maar de hausse zit vooral in de tv-reeksen. Er is een opbod tussen de klassieke zenders en Netflix, HBO en co. Die reeksen zijn gemakkelijker te financieren omdat de tv-sector op meer stabiele inkomsten kan rekenen. Films zijn altijd een risico, maar nu speelt Hollywood wel erg op safe met al die sequels. Daar is er een malaise, de slinger is doorgeslagen naar tv. Zelfs topacteurs willen nu in tv-reeksen spelen.”
Hoe dan ook, Belgen krijgen meer kansen.
LAMBRECHTS. “Er is gewoon veel talent. Door de hogere kwaliteit van onze lokale producties maken onze acteurs en regisseurs meer kans opgemerkt te worden op internationale festivals. Dat momentum moeten we dan verzilveren in nieuwe producties. Het gaat nog beter worden, daar werken mensen zoals ik hard aan.
“Het lukt voorlopig vooral goed voor regisseurs. Jakob Verbruggen draaide afleveringen van House of Cards, de topreeks van Netflix. Michaël Roskam, Robin Pront, Adil en Bilall en Felix Van Groeningen zijn allemaal bezig met internationale projecten en een volgende lichting staat voor de deur met Gilles Coulier en Bülent Öztürk. Dat zijn mijn cliënten. Daarnaast zijn er ook nog Erik van Looy en andere Belgische regisseurs. Bij de acteurs draaien vooral Matthias, Koen De Bouw, Veerle Baetens en Jan Bijvoet internationaal mee. Op dat gebied zijn we sneller uitgeteld.”
Kriebelt het bij u niet om door te groeien en Hollywoodsterren te begeleiden?
LAMBRECHTS. “Dat zegt mij weinig. Ik zou misschien een hoop extra verdienen, maar tegelijk zou ik niet het gevoel hebben dat ik echt heb bijgedragen aan zijn of haar carrière. Het is een veel grotere uitdaging om hier een jong talent te vinden en die de sprong helpen te maken. Maar dat is wel slopend, ik leef nu in een tempo dat ik onmogelijk tot mijn 60ste kan volhouden. Al geldt dat waarschijnlijk voor alle zelfstandigen die keihard werken om iets te bereiken.”
Ken Lambrechts geeft de afsluitende keynotespeech van de beurs Ondernemen in Vlaanderen op 27 oktober in Gent.
Stijn Fockedey, fotografie Franky Verdickt
“Het zal nog beter worden voor Belgische acteurs en regisseurs, daar werken mensen zoals ik hard aan”
“In Hollywood zijn er voor alles barema’s”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier