ARCELORMITTAL KEERT HET TIJ

De Lange Wapper een klotedossier? Venetië kan er ook wat van. Sinds de overstroming in 1966 denkt de stad na hoe het zich tegen het stijgende zeeniveau kan beschermen. Pas nu komt er schot in de zaak en zijn ook niet-Italiaanse bedrijven welkom.

Rond 1950 telde Venetië nog ongeveer 184.000 inwoners, maar nu is dat al minder dan een derde daarvan. ‘s Avonds brandt er steeds minder licht in de huizen langs de stemmige kanaaltjes en zeker de benedenverdiepingen worden hoe langer hoe meer verlaten. De Venetianen beseffen dat het risico op een catastrofe – zoals de rampzalige overstromingen in 1966 – groter wordt. De juiste oplossing is niet evident, maar intussen is iedereen het erover eens dat staal een belangrijke rol speelt in de toekomst van Venetië en zijn lagune. Staalgigant ArcelorMittal sprong op de kar en ziet een kans om het imago van de staalindustrie op te blinken.

MOSE, zo heet het langverwachte project dat Venetië moet vrijwaren van een geleidelijke onderdompeling. De naam verwijst naar de Bijbelse figuur Mozes, die ooit de Rode Zee in tweeën zou hebben gesplist. MOSE komt ook van MOdulo Sperimentale Elettromeccanico. Het project is ontworpen om de Venetiaanse lagune te beschermen tegen plots opkomend water.

De nood is hoog, want al sinds het begin van de twintigste eeuw vindt het aqua alta-fenomeeen steeds vaker en intenser plaats. Niet alleen het stijgende zeeniveau is een probleem, maar ook het zakken van het landniveau. Stedelijke centra in de lagune – waaronder Venetië – liggen gemiddeld al 23 centimeter lager dan in het begin van de twintigste eeuw.

Tijd voor actie, met andere woorden. Begin de jaren tachtig werden al haalbaarheidsstudies uitgevoerd voor een groot project dat Venetië moest beschermen. Toen kwam staal voor het eerst op de proppen als alternatief voor beton. In de daaropvolgende jaren lieten de lokale autoriteiten tests uitvoeren om het MOSE-project verder te verfijnen. In 1985 leverde ArcelorMittal 600 ton stalen damwanden voor een test ter plaatse.

Pas in 2002 werd MOSE officieel gelanceerd. ArcelorMittal bleef een belangrijke betrokken partij en levert tegen eind dit jaar nog eens 1600 ton staal af in Venetië. “Het was niet gemakkelijk om als niet-Italiaans bedrijf binnen te raken in het MOSE-project”, vertelt Dan Kohnen, de projectverantwoordelijke voor stalen funderingsoplossingen bij ArcelorMittal. “De voorbije decennia was het Italiaanse protectionisme legendarisch. De tussenkomst van de Europese Commissie betekende geleidelijk aan beterschap.”

Volgens Kohnen is de concurrentie om te kunnen deelnemen aan het gigantische project hevig. MOSE bestaat dan ook uit tal van deelprojecten, waarvoor telkens een openbare aanbesteding wordt uitgeschreven. Voor de funderingen van de staalbarrières trad ArcelorMittal in felle competitie met het Duitse Salzgitter. “Het nadeel van onze concurrenten is dat ze telkens maar een stukje van de volledige expertise kunnen bieden die nodig is voor een project als MOSE. ArcelorMittal daarentegen beheerst de volledige ketting en biedt oplossingen op maat.”

Stinkend toilet

De stalen funderingselementen die nodig zijn in Venetië worden vooral geproduceerd bij ArcelorMittal in Belval in Luxemburg, waar een elektrische boogoven van de nieuwste generatie een hitte van 1500 graden Celsius uitstraalt. De stalen damwanden voor Venetië bestaan uit verschillende elementen en dankzij een ingenieus kliksysteem passen de ze naadloos in elkaar.

Voor de deelnemende bedrijven klinkt MOSE misschien als muziek in de oren, maar het project is jaren erg controver-sieel geweest bij de lokale bevolking en de autoriteiten. De voorbije jaren waren graffitiboodschappen als ‘No MOSE’ geen uitzondering op de Venetiaanse muren. Ook de vorige burgemeester van de stad was een rabiate tegenstander. Hij beschouwde MOSE als een samenzwering die enkel en alleen de bedoeling had om ‘zijn’ lagune om te toveren in een stinkend toilet.

De getijden in de lagune houden een breekbaar ecologisch evenwicht in stand. Groene Venetianen vreesden dat gigantische barrières dat allemaal in gevaar zouden brengen. Er waren ook economische bezwaren: zou het scheepvaartverkeer niet in de war raken bij een langdurige sluiting van de barrières? Op al die vragen werd de voorbije jaren een antwoord geformuleerd. Sluizen die tussen de barrières terechtkomen, verschaffen visserssloepen en grotere boten nog altijd toegang tot de lagune als de barrières dicht zijn.

Het Consorzio Venezia Nuova, dat werd opgericht om MOSE in goede banen te leiden, maakt zich sterk dat ook het ecologisch evenwicht in de lagune bewaard wordt. Meer nog, MOSE omvat niet alleen de dammen die Venetië tegen het water moeten beschermen. Alles bij elkaar gaat het om een veel groter project om de Venetiaanse lagune in ere te herstellen. De nabijgelegen Porto Marghera bijvoorbeeld is een petrochemisch havencentrum, dat het levenslicht zag in de loop van de twintigste eeuw.

De aanwezigheid van die industrie had als gevolg dat er heel wat vervuilende stoffen lekten in het ecosysteem van de lagune, met alle gevolgen van dien. Ook het steeds drukker wordende scheepvaartverkeer veroorzaakte de voorbije decennia de uitholling van de vaarroutes zodat Venetië steeds minder verweer had tegen het binnenrollende water. MOSE moet dat stoppen. Vervuilde sites in Porto Mar-ghera bijvoorbeeld worden tot op de zeebodem ommuurd met stalen platen, zodat de vervuiling zich niet langer kan verspreiden in de lagune.

Kortom, MOSE is het grootste project in zijn soort waar Italië ooit mee geconfronteerd werd. De budgetmeter staat momenteel op 4,7 miljard euro, waar zo’n 3000 mensen mee aan de slag gaan. Het is de Italiaanse overheid die met het geld over de brug komt. Nu maar hopen dat de crisis geen roet in het eten strooit.

Door celine de coster in italië

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content