ARBITRAGEHOF. KOMPROMIS-ARRESTEN. Franstalige lijsten tot in Mechelen en Aalst

Tegenover het arrest van het Arbitragehof van 22 december 1994 over het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde zou Vlaanderen een zelfde eensgezindheid aan de dag moeten leggen als tijdens de jongste “Voeren-krisis”. Het nieuwste Voeren-akkoord was aanleiding tot een nooit geziene eenstemmigheid in de Vlaamse pers : niet alleen in de kommentaren van de hoofdredakteuren, maar ook in een massa brieven van verontwaardigde lezers werd het zoveelste communautaire knoeiwerk radikaal afgewezen. De Vlamingen begrepen dat het de Franstaligen hier in wezen minder te doen was om Voeren dan wel om Vlaams-Brabant. Welnu, in zijn arrest van 22 december wees het Arbitragehof de eis af van 41 Vlamingen die de vernietiging hadden gevraagd van de niet-gesplitste kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Zeer terecht gewaagde Manu Ruys na deze uitspraak van “een Belgisch kompromis-arrest”. Dat blijkt uit de tekst zelf van het arrest, die zegt : “Het behoud van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is een keuze die is ingegeven door de zorg voor een algeheel kompromis in het raam waarvan werd beoogd het onontbeerlijke evenwicht te verwezenlijken tussen de belangen van de verschillende gemeenschappen en gewesten binnen de Belgische staat. ” (onze kursivering)

TWEE SOORTEN KIEZERS.

Deze vergaande openhartigheid van de rechters is niet van aard ons te doen aanvaarden dat door de niet-splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde geen fundamentele en door de Grondwet gewaarborgde rechten worden aangetast. Voor de 41 Vlaamse verzoekers stond als een paal boven water dat hierdoor de gelijkheid voor de wet en het recht om niet gediscrimineerd te worden van alle Belgische staatsburgers met de voeten getreden worden. Ook nu blijven zij erbij dat de bestreden bepalingen van het Sint-Michielsakkoord voor gevolg hebben dat sommige kiezers minder invloed hebben op de aanduiding van vertegenwoordigers dan andere kiezers.

Niemand kan ontkennen dat door deze bepalingen het “Franse” kieskollege voor de senaat en voor het Europees parlement zich uitstrekt tot tegen Mechelen en Aalst ; dat Waalse kandidaten Happart bijvoorbeeld automatisch kandidaat zijn in Opwijk, Londerzeel en Liedekerke, in Galmaarden en Affligem, in Kampenhout en Zemst, enz. ; dat voor de Kamer van volksvertegenwoordigers Franstalige Brusselaars eveneens kandidaat blijven in alle gemeenten van het Vlaamse Halle-Vilvoorde ; dat Vlaamse kandidaten daarentegen nooit stemmen kunnen halen in Wallonië ; dat thans in feite Vlaanderen wordt gestraft omdat destijds in Vlaams-Brabantse gemeenten faciliteiten werden toegestaan.

De plaats ontbreekt om hier ietwat volledig het pleidooi van de raadsman van de 41, meester David D’Hooghe, en alle Vlaamse argumenten samen te vatten. Ze hebben de rechters van het Arbitragehof niet kunnen overtuigen.

Was het niet wat naïef vanwege de Vlaamse verzoekers onder wie grondwetspecialist Robert Senelle, Paul Vermeulen, gewezen eerste voorzitter van de Raad van State, Eric Suy, gewezen adjunkt sekretaris-generaal van de Verenigde Naties, ere-rektor Daniël Vandepitte, Anton Van Wilderode, de journalisten Manu Ruys en Piet Van Brabant, de professoren De Backere, De Smet, Heremans, Maton, Prevenier, Soete, Van Gerven, Verhulst en Max Wildiers naast vele andere vooraanstaande Vlamingen te hopen dat het Arbitragehof hun verzoek zou inwilligen ? Wellicht wel. De samenstelling van dit Hof, voor de helft bestaande uit gewezen Vlaamse en Franstalige politici, is geen waarborg voor een serene, volstrekt onaanvechtbare rechtspraak.

BIJ GEWONE WET.

De vraag dient gesteld of het niet één der belangrijkste opdrachten is van dit hoogverheven Kollege, erover te waken dat de Belgische evenwichten niet verstoord worden. Als dat zo is, hebben de dames en heren van het Hof met hun kompromis-arrest van 22 december jl. zeer verdienstelijk werk geleverd. Inmiddels is eens te meer gebleken dat het territorialiteitsbeginsel in het “federale” België nog altijd niet wordt erkend en bijgevolg ook niet de onaantastbaarheid van het Vlaamse grondgebied. De taalgrens is nog geen staatsgrens. De verfransing van Vlaams-Brabant kan ongestoord verder gaan.

Vlaanderen dat ondanks alles leeft en bestaat, kan noch mag zich neerleggen bij de door het Arbitragehof gebillijkte regeling. Deze druist in tegen de belangen en de waardigheid van het Vlaamse volk.

Het woord is thans aan de Vlaamse politici. Laten zij dadelijk een wetsvoorstel indienen tot splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, zoals 74 onder hen reeds in 1974 op de indrukwekkende betoging in Halle met ons hebben gevraagd. Het kan bij gewone wet.

Onze Franstalige landgenoten moeten inzien dat er geen samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Franstalige gemeenschap en zelfs geen nieuw regeringsakkoord kan tot stand komen zonder een voorafgaande splitsing van de kieskring die zichzelf overleeft. Gelet op de eensgezindheid die onlangs zo sterk tot uiting kwam, zal het de Vlaamse parlementsleden moeilijk vallen hun kollega’s die het wetsvoorstel indienen (en moeten behoren tot verschillende partijen) niet te volgen.

ALOIS GERLO

Aloïs Gerlo is ere-rektor van de Vrije Universiteit Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content