Applaus voor George Bush
Voor een meerderheid van de Europese politieke en intellectuele elite werkt de naam van de Amerikaanse president George W. Bush als een rode lap op een stier. Vooral bij links neemt de kritiek op Bush zulke extreme vormen aan, dat je automatisch gaat twijfelen aan het waarheidsgehalte van de sneerpartijen. Kan Bush echt zo dom en/of inslecht zijn als links Europa ons voorhoudt? Neen, en dat blijkt ook uit een ernstige analyse van zijn economische en buitenlandse beleid.
Het staat buiten kijf dat de regering-Bush zwaar uit de bocht is gegaan met haar protectionistische maatregelen voor de staalsector en de landbouw. Dat kwalijke beleid staat haaks op de onvoorwaardelijke steun die hij aan de vrijhandelsgedachte zegt te verlenen. Maar zijn recente voorstel om dividenduitkeringen belastingvrij te maken, is al minder vatbaar voor kritiek. Het is absurd, zoals Bush verkondigde, om van deze maatregel spectaculaire groei-effecten op korte termijn te verwachten. Deze ingreep kan echter wel in belangrijke mate bijdragen tot het herstel van het meest fundamentele onevenwicht van de Amerikaanse economie: een te klein spaarvolume of, wat op hetzelfde neerkomt, een te groot bestedingsvolume.
De belastingvrijstelling voor dividenduitkeringen zal op twee manieren bijdragen tot het rechttrekken van deze wanverhouding tussen sparen en investeren. Ten eerste spoorde de (zware) belasting van dividenden de aandeelhouders ertoe aan winsten binnen het bedrijf te houden. De bedrijfsleiders beschikten daarom over een pot investeerbare middelen waarmee ze niet altijd even zorgvuldig zijn omgesprongen. Nu hebben aandeelhouders een interessant alternatief: dividenduitkering. De druk om minder maar rendabeler te investeren, zal sterk toenemen. Ten tweede leert de geschiedenis dat dividenden meestal terechtkomen bij mensen die relatief veel sparen. Bush stelt hier dus een maatregel voor die de gezondheid van de Amerikaanse economie (en dus van de wereldeconomie) op langere termijn zonder twijfel ten goede komt. In Europa praten we over structurele problemen tot we er groen en geel van zien, maar van concrete actie komt niks in huis.
De verwijten aan het adres van George Bush over zijn buitenlandse beleid zijn tweeërlei. Ten eerste zou de president zijn beslissingen te vaak unilateraal nemen. Daar zit iets in. Wel vergeten de criticasters nogal makkelijk dat, gezien de enorme militaire overmacht van de VS, het land zich nog zeer gematigd opstelt. Het tweede verwijt luidt dat Bush al te graag de oorlogstrom roffelt. Met Al Gore als president, zo weerklinkt het in Europa, zou het helemaal anders gelopen zijn in het post-elf-september-tijdperk. Onzin. Met Gore zou de politiek-militaire situatie wellicht nog explosiever zijn. Gore, een man met een pacifistisch label, had veel agressiever moeten optreden dan Bush. Hij had aan overreacting moeten doen. Bush daarentegen won aan geloofwaardigheid en populariteit door op te treden zoals hij doet. En dat is nog vrij beheerst.
Johan Van Overtveldt [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier