Angstige tijden
Door de sancties tegen Iran, een grote producent, daalt het olie-aanbod op de internationale markt fors in 2019. Het is niet zeker wie in dat gat kan springen.
De olieprijs wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Terecht. Stijgingen en dalingen ervan kunnen voor verschuivingen zorgen in het mondiale machtsevenwicht en economieën in een recessie storten. In 2018 vloog de prijs van ruwe aardolie naar zijn hoogste punt sinds de hoogtijdagen van 2014, maar daarna zakte hij weer door de angst dat de vraag zou afnemen. In een tweet gelastte de Amerikaanse president Donald Trump de organisatie van olie-exporterende Landen (OPEC) de productie op te voeren. Maar zelfs als de OPEC-landen de prijzen in 2019 zouden willen drukken, dan nog is het niet zeker of ze dat wel zouden kunnen.
In november kreeg de oliemarkt haar grootste schok te verwerken. De Verenigde Staten legden strengere sancties op aan Iran, dat in 2017 de vierde producent van ruwe aardolie ter wereld was. President Trump wil de Iraanse export terugbrengen tot nul. Maar China zal waarschijnlijk ruwe aardolie van Iran blijven importeren en de regering van Trump zal mogelijk een aantal uitzonderingen toekennen op haar sancties. Niettemin zal de Iraanse uitvoer in 2019 fors afnemen. Andere producenten zullen dat misschien niet kunnen opvangen.
Nieuwe toevoer
Saudi-Arabië, dat als de centrale bankier van de oliemarkt fungeert, moet een onevenredig deel van die taak voor zijn rekening nemen. Het koninkrijk heeft in Rusland een machtige nieuwe partner gevonden. Rusland en Saudi-Arabië coördineren hun productie als reactie op de verhoging van de Amerikaanse productie. Maar Saudi-Arabië wil vooral graag de prijzen stabiliseren en bondgenoten sussen na de ophef over de moord in Turkije op de Saudische journalist Jamal Khashoggi. Er zijn drie factoren die dat zullen bemoeilijken.
Ten eerste ligt het niveau van de Saudische export al heel hoog. Sommige traders betwijfelen daarom of het koninkrijk voldoende capaciteit heeft om snel aan de vraag te kunnen voldoen. Ten tweede is de situatie bij andere grote olieproducenten volatiel. Venezuela maakt een crisis door, zijn productie zal verder de dieperik ingaan. In Nigeria en Libië is de productie toegenomen, maar gezien de politieke instabiliteit kan het daar gemakkelijk weer de andere kant op gaan. De productie van Irak is nu groter dan die van China of Canada. De olie-industrie is echter nog lang niet veilig.
De derde factor is de onzekerheid over de Amerikaanse productie. Het Internationaal Energieagentschap voorspelt dat de Amerikaanse oliehausse in 2019 voor de grootste productietoename ter wereld zal zorgen sinds het agentschap die zaken bijhoudt. Maar de schalievelden in Texas produceren zoveel olie dat die niet snel genoeg bij de kopers geraakt. Er zijn nieuwe pijpleidingen gepland, maar die projecten kunnen vertraging oplopen.
Wie zal na 2019 voor een nieuwe toevoer zorgen? De meeste grote oliemaatschappijen hebben in hun investeringen gesnoeid. Tussen 2014 en 2017 zijn de kapitaaluitgaven met bijna de helft gedaald. Er stroomt almaar meer geld naar de Amerikaanse schaliebronnen. Die produceren sneller olie, maar ze zijn ook sneller uitgeput. Bedrijven hebben geen zin meer in dure, langlopende projecten. Mogelijk zullen de prijzen in 2019 hoog genoeg klimmen om hen alsnog over de streep te trekken.
De auteur is redacteur energie en grondstoffen van The Economist in New York
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier