‘Als we plooien, verliezen we alle geloofwaardigheid’
De regeringen, de Belgische inbegrepen, zullen in 2013 weer harde noten moeten kraken. “Wij hebben als ECB een lijn in het zand getrokken. Als de politici hun werk niet doen, zal dat het herstel bemoeilijken.” Luc Coene blikt vooruit naar de schietgeweren en wolfijzers, maar ook naar de kansen en verbeteringen die 2013 in petto heeft.
De regering wist bij de opmaak van de begroting dat we rekening hielden met een lagere groei voor 2013 dan in haar werkhypothese”, zegt Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank en lid van de beheerraad van de Europese Centrale Bank (ECB). Een economische groei van 0 in plaats van de begrote 0,7 procent verplicht de regering-Di Rupo volgend jaar tot een extra inspanning van ruim 2 miljard euro om de begroting op koers te houden. Die inspanning komt boven op de 4 miljard euro aan maatregelen die nodig zijn om in 2014 het begrotingstekort terug te dringen naar 1,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
“Toegegeven, de groeivooruitzichten zijn heel volatiel geworden”, zegt Luc Coene. “Maar politici winnen er niets mee door het moment van de waarheid voor zich uit te schuiven, in de hoop dat het manna vanzelf uit de lucht komt vallen. Ondanks de al genomen begrotingsmaatregelen stijgen de Belgische overheidsuitgaven nog altijd sneller dan het bbp.”
Maar soms valt er ook een lekkere appel uit de kast, zoals een akkoord over een eengemaakt Europees toezicht op de voor het systeem belangrijke banken. Luc Coene: “Onverwacht snel, maar zoveel te beter. Dit akkoord giet het fundament om de volgende stap te doen, waarbij een herkapitalisatie van de banken niet meer ten laste zal vallen van nationale overheden, maar van het Europees Noodfonds of een Europees resolutiefonds, al zal die regeling niet gelden voor de dossiers van het verleden. Die ballast blijven we meeslepen.”
In het verleden hebben we ook problemen gekregen met niet-systeembanken, zoals Northern Rock en de Spaanse spaarbanken. Is een Europees toezicht op de systeembanken dan wel voldoende?
LUC COENE. “Uiteindelijk heeft de ECB toezicht op alle banken, ofwel direct op de systemisch belangrijke, ofwel indirect omdat de ECB toezicht heeft op de manier van werken van de nationale toezichthouders. De ECB kan op elk moment de controle op gelijk welke instelling verhuizen naar Frankfurt. Dat zal de nationale toezichthouders motiveren om hun werk goed te doen.”
Zijn de volgende stappen naar een echte Europese bankenunie, het opzetten van een Europees resolutiefonds en een Europees depositosysteem, realistisch?
COENE. “Een resolutiefonds is een must, dat is geen kwestie van realisme. Zonder een Europees gefinancierde en gestuurde afwikkeling van probleembanken, zou een beslissing van Frankfurt om een bank te liquideren gevolgen hebben voor de belastingbetaler in het betrokken land. Dat is geen houdbaar systeem. Dat fonds moet er dus snel komen en het moet voldoende financiële slagkracht hebben. Het Europees Noodfonds ESM kan die rol op zich nemen, maar daar is nog een politiek akkoord voor nodig. Dat moet haalbaar zijn.
“De uitbouw van een Europees depositogarantiesysteem zal meer tijd vergen omdat de nationale systemen verschillend zijn. Een stroomlijning zal budgettaire implicaties hebben voor de lidstaten. Maar de bouwstenen liggen op tafel, dat is het belangrijkste.”
Is de gevaarlijke link tussen noodlijdende banken en overheden die elkaar de dieperik in sleuren, al voldoende doorbroken?
COENE. “De ECB heeft afgelopen zomer beslist zonder limiet staatobligaties te kopen van landen die een strikt hervormingsprogramma aanvaarden. Daarmee hebben we een heel belangrijk signaal gegeven aan de financiële markten. Daar heerste deze zomer het gevoel dat de euro op springen stond. Maar dat risico hebben we van tafel geveegd, en dat is een voor de markten psychologisch keerpunt geweest. Hun reactie blijft positief, ook al wordt de kans kleiner en kleiner dat Spanje ooit zal aankloppen voor steun. Maar de markten reageren ook positief omdat de problemen nu op een relatief coherente manier worden aangepakt. Er is een nieuw akkoord voor Griekenland, er is een akkoord voor de herkapitalisatie van de Spaanse banken, en landen als Ierland en Portugal evolueren in de goede richting. Het rapport van Europees president Herman Van Rompuy schetst ook een Grand Design voor de toekomst van de euro. Dat alles heeft twijfels weggenomen. Maar ik maak me geen illusies: in Angelsaksische hoek zullen altijd twijfels bestaan over het voortbestaan van de euro.”
Wie is de geestelijke vader van het idee om onder voorwaarden onbeperkt obligaties op te kopen?
COENE. “Ons plan is het gevolg van de les die we geleerd hebben uit de mislukking van ons vroegere aankoopprogramma van overheidsobligaties. De manier waarop politici als Silvio Berlusconi daar misbruik van maakten, deed de deur dicht. We wisten dat we op een bepaald moment tussenbeide zouden moeten komen om de euro te redden en we zijn toen op zoek gegaan naar de juiste modaliteiten, om te verhinderen dat we gepakt zouden worden door loze beloftes van politici. Nu zullen we onze steun stopzetten zodra een land niet meer aan het opgelegde programma voldoet. Het Internationaal Monetair Fonds fungeert als scheidsrechter. We geven dus geen automatische en continue steun.”
Maar wat als de rente in een land door het dak gaat? Kunt u dan de stekker eruit trekken?
COENE. “Ja, en dan moet dat land maar de consequenties dragen. Als we plooien, verliest de ECB alle geloofwaardigheid. Het zal hard tegen hard gaan op een gegeven moment. Maar dit is de lijn die we in het zand getrokken hebben, en die we niet kunnen en niet zullen oversteken. Wij kunnen als centrale bankiers de problemen niet fundamenteel oplossen. We kunnen alleen tijd kopen voor de regeringen om de noodzakelijke structurele hervormingen te door te voeren, hervormingen die zich sowieso opdringen. Als we enkel tijd kopen zonder voorwaarden op te leggen, maken wij onszelf kapot. Dan eindigen we met de hele Spaanse en Italiaanse schuld op de balans van de ECB. Er zal niks veranderd zijn en onze geloofwaardigheid zal om zeep zijn.”
Duitsland ging niet akkoord met de voorwaardelijke, maar onbeperkte aankoop van staatsobligaties.
COENE. “Duitsland blijft principieel tegen inmenging van de ECB op de financiële markten. Dat is de ook de basisvoorwaarde die de Duitsers gesteld hebben om de euro te aanvaarden. Dat is dus veeleer een principiële dan een pragmatische houding. Maar op een bepaald moment ben je verplicht je principes af te zwakken, als je de zaken recht wil trekken.”
Schieten de herstructureringen voldoende op?
COENE. “Ja, al kan je erover discussiëren of dat in sommige landen voldoende is. We zien in een aantal landen de eerste tekenen van beterschap, zoals een verbetering van de concurrentiekracht en een stijging van de uitvoer. Die verbetering zou moeten doorzetten.”
Het verteringsproces van de excessen van het verleden blijft wegen op de economie. Hoe lang nog?
COENE. “De geschiedenis leert dat de moeilijke periode van uitzieken acht tot tien jaar kan duren. Ik zie twee bronnen van economische groei: extern van de groeilanden en intern van productiviteitswinsten via structurele hervormingen. Daar wordt véél te weinig aandacht aan besteed. De Europese Commissie bijvoorbeeld heeft vooral aandacht voor de budgettaire consolidatie. Die is absoluut nodig omdat de crisis veroorzaakt is door excessieve schuldopbouw. Maar nog belangrijker is economische groei te genereren. Dat debat wordt te weinig gevoerd. We beseffen te weinig dat de industriële wereld kampt met een overheidsschuld die we in het verleden alleen in oorlogstijd hebben meegemaakt. Maar toen liet een grote maatschappelijk solidariteit toe die schuld op een geordende manier af te bouwen. De omstandigheden zijn nu totaal anders. We hebben te veel overheidsschulden gemaakt om consumptie-uitgaven te financieren. Daar ligt het kalf gebonden. Hadden we die uitgaven gedaan om te investeren, dan had het plaatje er vandaag veel rooskleuriger uitgezien. Dus moeten we nu investeren in groeivriendelijke hervormingen, want precies die groei kan de schuldafbouw gemakkelijker maken.”
De Amerikaanse Centrale bank streeft expliciet naar een werkloosheid van 6,5 procent. Is dat ondenkbaar voor de ECB?
COENE. “Ja. Het mandaat van de Fed is dubbel. Als er geen inflatie is, zoals nu, moet ze vol voor een lagere werkloosheid gaan. De ECB heeft maar één belangrijk doel: prijsstabiliteit en financiële stabiliteit. Dat is de prijs die betaald moest worden om de Duitsers te overhalen om hun munt in te ruilen voor de euro. Maar in de praktijk kan je niet zeggen dat we niet ons best doen om de economie van alle nodige middelen te voorzien.”
Als een sterker wordende euro de Europese economie zou vertragen, heeft de ECB dan nog wapens om tegengas te geven?
COENE. “Je kan altijd nog een stap verder gaan. Er is nog ruimte voor iets.” (Een verlaging van de rente, nvdr.)
Is schuldafbouw via een onverwachte dosis inflatie een deel van de oplossing?
COENE. “Ja, maar het verleden heeft geleerd dat je inflatie wel kan aanwakkeren, maar om ze te blussen moet je een recessie organiseren. En wat heb je dan gewonnen? Niets. Bovendien is inflatie sociaal onrechtvaardig, want de herverdeling als gevolg van inflatie is allesbehalve neutraal.”
Is inflatie niet onvermijdelijk, gegeven de sterk toegenomen balanstotalen van de centrale banken?
COENE. “Absoluut niet. Die balanstotalen stellen niets voor omdat de omloopsnelheid van het geld fors gedaald is. Als het geld opnieuw begint te circuleren, dan zullen de centrale banken dat overtollige geld snel uit de economie halen en hun balansen snel afbouwen.”
Is het zo eenvoudig?
COENE. “Ja, dat is relatief eenvoudig.”
Zal dat niet gepaard gaan met hogere rentevoeten?
COENE. “Dat is de knoop van het verhaal. Dan zal de rente inderdaad stijgen. En al die overheidsschuld die nu dankzij de lage rente met meerwaardes in de boeken van de banken staat… Een renteverhoging zal die reserves opeten. Dat zal pijn doen. (zucht) En als de markten anticiperen op een stijgende rente, dan kan die rente bovendien niet geleidelijk, maar vrij snel de hoogte in gaan. Maar we verwachten niet dat dit volgend jaar al gebeurt.”
Is het een bewuste politiek om via lage rentevoeten koopkracht te verschuiven van schuldeisers naar schuldenaars, om zo de schuldafbouw te faciliteren?
COENE. “Neen, het doel van ons beleid is niet het leven van de schuldenaars gemakkelijker te maken. De enige bedoeling is de economie een beetje zuurstof te geven, om toch een minimale groei mogelijk te maken. Maar als neveneffect geef je de schuldenaars respijt.”
De reële 10-jarige rente op overheidsobligaties van hoge kwaliteit is negatief. Dat is toch niet meer gezond?
COENE. “Dat is niet gezond. Maar ik stel vast dat veel beleggers daarmee kunnen leven. Je kan vraagtekens plaatsen bij hun motivatie en psychologie. Die vlucht naar veiligheid is kortzichtig, want als de rente stijgt, blijft er van die kwaliteit niet veel over en betalen die beleggers de prijs voor hun vlucht naar veiligheid.”
Kunnen de verzekeraars die lage rentes volhouden?
COENE. “Dat begint een serieuze uitdaging te worden. We hebben voorgesteld het gegarandeerde rendement op de verzekeringsproducten te verlagen, maar de minister is ons daar niet in gevolgd. Daarom bekijken we de zaak nu verzekeraar per verzekeraar. Elke instelling die een hoger rendement biedt dan wat wij een evenwichtsrendement vinden, zal gevraagd worden hoe ze dat rendement kan garanderen. Wie geen redelijke uitleg kan geven, zullen we verplichten het rendement te verlagen. Volgens ons ligt het evenwichtsrendement rond 2 procent, ruim onder de gegarandeerde rendementen van 3,75 procent en andere rendementen toegekend in het verleden. Wij kunnen natuurlijk alleen ingrijpen voor nieuwe contracten en stortingen. Voor de bestaande contracten moet een andere oplossing gevonden worden.
“Nog een heikel punt is het gewaarborgde rendement van de groepsverzekeringen. Als dat rendement niet gehaald wordt, dan moeten de werkgevers het tekort bijpassen. Dat wordt een fameuze pil voor de werkgevers, die onze concurrentiekracht zal aantasten. Die last kan natuurlijk ook verdeeld worden tussen werkgevers en werknemers, op voorwaarde dat ze tot een akkoord komen.”
Waarom bent u tegen een splitsing van de banken in spaarbanken en zakenbanken?
COENE. “Onze economie hangt in grote mate af van de uitvoer, die vooral door kmo’s gerealiseerd wordt. Bij een splitsing van de banken moeten die kmo’s voor het afdekken van risico’s of voor het aantrekken van kapitaal dan bij een andere investeringsbank aankloppen. Op de Belgische markt is er ook maar plaats voor één investeringsbank van formaat. Dat is dan waarschijnlijk een Angelsaksische bank. Daar halen we geen voordeel uit.
“We hebben andere middelen om die risico’s te controleren, bijvoorbeeld door de risicovolle activiteiten te beperken via extra kapitaalvereisten. We willen toch geen minuscule Belgische banken? Bankieren is een zaak van technologie. Je hebt systemen nodig die het betaalsysteem efficiënt beheren. Hoe kleiner de instelling, hoe groter de beheerskosten. Als wij als enige land streven naar kleine banken, dan zullen die niet lang overleven. We zullen de Europese richtlijnen volgen, maar Europa stuurt niet aan op een splitsing van de banken.
“De banken moeten wel nog af van de cultuur om het eigenbelang te laten primeren op het belang van de klant. Dat doen ze door commissies te geven op de verkoop van risicovolle producten. Een commissiesysteem is niet slecht voor het geheel van de business, maar als commissies betaald worden voor risicovolle producten die enkel voor de bank winstgevend zijn, dat zitten we verkeerd. Ik heb onlangs nog persoonlijk de test gedaan. Een bankbediende probeerde mij een risicovol product aan te smeren dat niet in mijn belang was. Dat kan niet.”
Dexia dan. De instelling drijvende houden met waarborgen en kapitaalverhogingen, is dat de juiste aanpak?
COENE. “Met die vraag worstelen we al lang. Het enige alternatief is Dexia nu liquideren. Maar op de markt krijg je vandaag voor de activa van Dexia twee keer niks. Niemand is geïnteresseerd in activa met een looptijd van meer dan tien jaar, terwijl die twee derde van de portefeuille van Dexia uitmaken. De gemiddelde looptijd van het actief van Dexia is liefst 13,5 jaar. Dat liquideren, zou dus gigantische verliezen opleveren, en dan moeten de staatswaarborgen ingewonnen worden. Dus moet je Dexia zo lang mogelijk ondersteunen, en moet je financiering vinden tegen redelijke voorwaarden, wat alleen lukt met overheidswaarborgen.”
Zijn bepaalde activa van Dexia interessante beleggingen voor verzekeraars?
COENE. “Uiteraard. Maar verzekeraars zoeken standaardproducten, en dat zijn de activa van Dexia niet, en daarom haken de verzekeraars af.”
Klopt het dat de bedrijven vandaag moeilijker krediet krijgen van de banken?
COENE. “Ja, dat valt niet te ontkennen. De kredietverlening aan de bedrijven groeit nominaal met 2 procent, maar de banken verstrengen de kredietvoorwaarden. Ik heb hun al gezegd dat het in de huidige omstandigheden niet aangewezen is dat zij hun kredietvoorwaarden verstrengen, omdat ze op die manier de economische vertraging versterken. De banken zouden het omgekeerde moeten doen om de economie aan de praat te houden. Natuurlijk zien de kredietcomités de kans op wanbetaling stijgen, maar ze moeten afstappen van die logica en vertrekken van de veronderstelling dat de bedrijven zullen doorboeren en dus krediet verdienen.”
DAAN KILLEMAES, JOHAN VAN OVERTVELDT, PATRICK CLAERHOUT, FOTOGRAFIE THOMAS LEGRÈVE
“Met een dosis inflatie bereik je niets”
“Politici winnen er niets mee door het moment van de waarheid voor zich uit te schuiven”
“Het is niet aangewezen dat de banken vandaag hun kredietvoorwaarden verstrengen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier