Als geus naar de beurs
Vanuit een historische locatie bereidt Hendrik Seghers als een Vlaamse geus de beursgang van zijn milieu-activiteiten voor. Zijn bedoeling ? De Franse mastodont Suez/Lyonnaise des Eaux de pas afsnijden.
Morgen, 20 juni, opent Seghers Engineering zijn Technology Center. Het bedrijf neemt meteen ook zijn intrek in een nieuw hoofdkwartier, de oude brouwerij van Lamot in Klein-Willebroek. Een locatie die voorzitter Hendrik Seghers inspireert : “Hier worden sinds mensenheugennis geestrijke producten gemaakt. Wij zetten deze traditie van creatief hersenwerk voort. Net zoals het brouwen van bier is de ontwikkeling van milieutechnologie geestesverruimend. Daarom investeren wij sterk in een computernetwerk van geïntegreerde cad/cam-stations. Ons budget voor Onderzoek & Ontwikkeling dit jaar zo’n 300 miljoen frank bedraagt gemiddeld 10 % van de groepsomzet.”
Natuurlijk is de oprichting van een innovatiecentrum in de oude brouwerij Lamot niet louter gestoeld op emotionele (zie kader : Vlaamse geus) en familiale banden ( Jozef Seghers, de overgrootvader van Hendrik trouwde met Emerentia Lamot). Het nieuwe hoofdkwartier past ook mooi in de plannen van Seghers om met zijn milieubusiness naar de beurs te gaan. Groene projecten vereisen immers veel kapitaal om de noodzakelijke groei te financieren.
Ladder van Lansink als inspiratie
Stap voor stap bereidt directeur An Smet met het advocatenkantoor Loeff Claeys Verbeke en Lessius als consultant de roadshow van de groep voor.
In eerste instantie knipte het milieubedrijf alle banden door met de andere bedrijfstakken van de familie Seghers : Seghers Hybrid (varkensgenetica), Vitamex (additieven in diervoeding) en Bizibit (informatica- en managementdiensten). Daarna werd het eigen vermogen opgekrikt. In september 1996 onderschreef risicokapitaalverschaffer VIV dochter van de Generale Bank een converteerbare obligatielening van 100 miljoen frank. Ook legde Seghers de krijtlijnen vast van een nieuw organigram voor zijn milieu-activiteiten. Moedermaatschappij wordt Seghers Better Technology for Industry and Environment ( SBTIE). Het predikaat ‘engineering’ verdwijnt uit de naam. Seghers : “Wij koppelen voortaan diensten aan industriële knowhow.” De nog op te richten holding zal uit vier werkmaatschappijen bestaan : Seghers Better Technology for Water, Seghers Better Technology for Solid + Air, Seghers Better Technology in Machinery (ex- Dinamec) en Seghers Better Technology Services (ex- Imop). Samen realiseren die een geconsolideerde omzet van 2,45 miljard frank (cijfers 1996) met een totaal personeelsbestand van 540 medewerkers. Dit jaar wordt een groei verwacht van bijna 50 %. Verantwoordelijk daarvoor zijn de toename van de buitenlandse activiteiten, de overname van Imop en de Vlabraver-oven in Drogenbos (zie kader : Brussel).
“Wij delen de groep in volgens technologie,” verduidelijkt gedelegeerd bestuurder Ludwig Van Kauter, ex-directeur van Volvo Cars Sint-Truiden : “Conform de hiërarchie in de ladder van Lansink in dalende volgorde : preventie, hergebruik, recyclage, verbranding met energierecuperatie en storten zal elke dochter in elke fase van de afvalverwerking een volledige dienstverlening kunnen aanbieden.”
Zo omvat Seghers Water (omzet in 1996 : 540 miljoen frank) de biologische zuivering van alle afvalstoffen (inclusief slib en gassen). Met de integratie van het in februari 1997 overgenomen Wanson Water, dat proces- en drinkbaar water behandelt (omzet in 1996 : 100 miljoen frank), wordt de kring gesloten.
Seghers Solid + Air legt zich toe op thermotechnologie : verbranding, energierecuperatie, filtering van rookgassen en drogen van slib. Dat laatste segment is belangrijk, aangezien vanaf 2001 het storten van speciën met meer dan 5 % organische stoffen wordt verboden.
Seghers Machinery het huidige Dinamec vormt het derde luik van de groep. Deze dochter, gespecialiseerd in de wervelbedtechniek om afval te verwerken, staat onder leiding van André Geeroms en haalde in 1996 een omzet van 420 miljoen frank.
Aan de drie bestaande afdelingen wordt door de overname van het failliete metaalbedrijf Imop nu Seghers Services toegevoegd. Speciaal voor dit bedrijf werd Hendrik Janssens aangetrokken. Janssens is de broer van Kamiel Janssens, algemeen directeur van de Vlaamse Maatschappij voor Afvalrecuperatie ( Vlar).
Aanloop naar de beurs
De interne reorganisatie bij Seghers startte drie jaar geleden, toen Seghers Engineering Water zich als zelfstandige entiteit in Wespelaar vestigde. Onder leiding van Luc Vriens groeide deze dochter uit tot een bloeiend waterzuiveringsbedrijf : de omzet zal in 1997 vermoedelijk stijgen tot 750 miljoen frank, waarvan 70 % uit export. Zo sleepte Seghers Water in Singapore onlangs nog een zuiveringsopdracht van 200 miljoen frank in de wacht.
Na jarenlange verliezen volgens An Smet te wijten aan investeringen in de technologie en het commercieel netwerk behaalde de afdeling Solid + Air opnieuw goede resultaten. Eind ’95 werd ze verzelfstandigd. Keerpunt was de bouw van de Indaver-oven in Beveren met een capaciteit van 200.000 ton. Deze installatie van 2,4 miljard frank een realisatie van Seghers in samenwerking met aannemer Van Laere, dochter van Ackermans & van Haaren, en de Vlar, dochter van de Vlaamse Milieuholding werd vorige maand in gebruik genomen na een bouwtermijn van amper 20 maanden. Solid + Air (omzet in 1996 : 1,15 miljard frank) sleepte ook de aanbesteding in de wacht voor de vernieuwing van de Isvag-oven in Wilrijk (budget van 1 miljard frank). Met Dinamec en de recente overname van Imop is het plaatje nu compleet.
Langs de kassa ?
Na jarenlang in de schaduw te hebben geopereerd, treedt de groep nu eindelijk naar buiten met haar juridische en financiële structuur. Dit is een conditio sine qua non voor een beursgang. Bovendien profileert Hendrik Seghers zich sterk als Vlaamse verankeraar, wat sommige beleggers op prijs zullen stellen. Vraag is of hij langs de kassa wil passeren (cfr. Desimpel) of kapitaal aantrekt om verder te kunnen investeren in het bedrijf. In een gesprek met de Financieel Economische Tijd op 12 oktober ’96 verklaarde hij voorlopig niet te willen verkopen “ik ben misschien zo’n halve gare”. Hij voegde er evenwel aan toe : “In het bestaan van ieder groot en succesvol Vlaams bedrijf komt het moment dat een grote groep een strategische meerwaarde over heeft. En het is de logica zelf om die meerwaarde in te pikken.”
In die zin is het een teken aan de wand dat de onderhandelingen met Monsanto afgesprongen zijn. In november 1996 maakte Seghers in de krant bekend dat hij de licentierechten voor waterzuivering aan Enviro-Chem Systems, dochter van het Amerikaans chemiebedrijf, zou verkopen voor 300 miljoen frank. Dat zou gebeuren door middel van een joint venture. In het raam van de diversificatie naar duurzame producten wou de multinational de waterafdeling van het Vlaams milieubedrijf zelfs integraal overnemen. Naar verluidt had Monsanto hiervoor 875 miljoen frank veil, maar Seghers eiste meer dan 1 miljard frank, zodat de hele operatie werd opgeblazen.
ERIC POMPEN
HENDRIK SEGHERS Na jarenlang in de schaduw te hebben geopereerd, treedt de groep rond Hendrik Seghers naar buiten met haar juridische en financiële structuur. Een conditio sine qua non voor een beursgang.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier