‘ALLEEN DUITSLAND IS ANDERS’
Gutenberg, Goethe, Bismarck, het Bauhaus, de Volkswagen Kever, bier en worst, maar ook Buchenwald en de Muur. Neil MacGregor, de voormalige directeur van het British Museum, geeft ze allemaal een plaats in zijn schitterende biografie van Duitsland.
” Ik ben slechts een eeuwige student”, zegt Neil MacGregor (69). Hij studeerde Duits en Frans in Oxford, deed later rechten, maar koos uiteindelijk voor de kunstgeschiedenis. In 2002 werd hij directeur van het British Museum in Londen, dat hij uitbouwde tot het meestbezochte museum in Europa, na het Louvre. De liefde voor Duitsland is zijn hele leven gebleven. Midden vorige maand nam hij afscheid van Londen, om aan de slag te gaan als de eerste intendant van het Humboldt Forum in Berlijn, de reconstructie van het verdwenen keizerlijke paleis, waar tegen 2019 een prestigieus cultureel centrum met musea en bibliotheken worden ondergebracht.
MacGregor is niet alleen een goed cultuurmanager, hij is ook een van de grootste vertellers van onze tijd. In zijn boek Duitsland. Biografie van een natie gaat hij op zoek naar de essentie van Duitsland. Hij vertelt het verhaal van het land aan de hand van beroemde Duitsers, plaatsen, monumenten, kunstwerken en alledaagse voorwerpen – bier, worst, porselein, de Brandenburger Tor en het Walhalla, Gutenberg, Luther, Goethe, Schiller, Bach en Bismarck, het Bauhaus en de Volkswagen Kever, maar ook het Notgeld uit de jaren twintig, de handkarren die vluchtelingen gebruikten, Buchenwald en de Muur.
U bent kort na de Tweede Wereldoorlog geboren in Glasgow. Duitsland was toen allesbehalve populair in Groot-Brittannië en dat bleef nog geruime tijd zo. Waarom bent u zich toch gaan interesseren voor Duitsland?
NEIL MACGREGOR. “Je moet een onderscheid maken tussen Schotland en Engeland. Schotland was altijd veel nauwer verbonden met het continent. Mijn grootvader deed in de jaren twintig veel zaken met Duitsland. Mijn ouders, die allebei arts waren, hebben de oorlog meegemaakt en wilden dat de volgende generatie Europees zou opgroeien.”
Voelde u zich geen outsider toen u Duits leerde op school?
MACGREGOR. “Wij voelden ons de meerdere vanwege die lange Duitse woorden. Donaudampfschifffahrtskapitän, zoiets mogen schrijven… Daarmee gaven we al wie voor Oudgrieks had gekozen het nakijken.”
In een handleiding voor Britse soldaten in Duitsland uit 1944 staat over de toenmalige vijand: “Al eeuwen zijn ze het gewend zich naar autoriteit te voegen, niet omdat ze hun leiders voor wijs en rechtvaardig hielden, maar omdat hun gehoorzaamheid met geweld werd afgedwongen. Dat bracht een indrukwekkende militaire macht voort, maar geen goede mensen.” Duitsers zijn niet bepaald een sympathiek volk.
MACGREGOR. “Die houding is het gevolg van twee wereldoorlogen. Maar ik geloof niet dat ontwikkelde mensen zo denken. Niemand die weet wat Duitsers hebben verwezenlijkt in de muziek, de filosofie en de literatuur, laat zich tot zulke uitlatingen verleiden.”
De Duitsers stellen tot vandaag met verbijstering vast dat die verwezenlijkingen hen er niet van hebben weerhouden Hitler aan de macht te helpen. Ze zijn hem massaal blijven bejubelen, ook toen hij Europa in de as legde.
MACGREGOR. “Waarom het geavanceerde, fijnzinnige Duitsland van de literatuur, de filosofie en de muziek gewoon in elkaar zakte, is nog altijd een groot raadsel. Maar dat de Duitsers zich al te bereidwillig aan het gezag onderwierpen, lijkt me een te eenvoudig antwoord. In een oorlog moeten alle mensen zich aan het gezag onderwerpen, dat ligt in de aard der zaak.”
In uw boek looft u de Duitsers voor hun herinneringscultuur. Dat ze lessen trekken uit de catastrofes van hun geschiedenis, vindt u uniek. Waarom?
MACGREGOR. “De Britten en de Fransen hebben enkel aandacht voor de positieve kanten van hun geschiedenis, om zich daaraan te kunnen optrekken. Dat leidt tot een selectieve en vleiende kijk op hun verleden. Groot-Brittannië wordt bijvoorbeeld niet graag herinnerd aan zijn rol in de slavenhandel en aan de gewelddaden in zijn kolonies. Dat Frankrijk zijn brutale optreden in Algerije in detail onderzoekt? Liever niet. Alleen Duitsland is anders.
“Het land beschouwt het als een plicht vooral de duistere hoofdstukken uit zijn geschiedenis te belichten, in het besef dat die grote morele fouten zich nooit meer mogen herhalen. Het is ondenkbaar dat in Londen of Parijs een monument als het Holocaustgedenkteken wordt opgetrokken. Geen enkel ander Europees land – en wellicht geen enkel land in de wereld – bouwt in zijn hoofdstad een monument voor zijn eigen schanddaden, en vult dat gebaar nog aan met andere gedenkplaatsen over heel zijn grondgebied.”
Vorig jaar vonden in Duitsland meer dan achthonderd aanvallen plaats op opvangcentra en andere inrichtingen voor vluchtelingen. Blijkbaar zijn er veel Duitsers die de herinneringscultuur het liefst vergeten.
MACGREGOR. “Daarom heb ik bewondering voor de manier waarop de politieke klasse die herinneringscultuur in stand houdt. Ook in andere landen van Europa zie je geweld of worden nare dingen gezegd. De officiële instanties veroordelen dat wel, maar enkel in Duitsland is het eerste gebod dat het verleden zich nooit meer mag herhalen.”
In tegenstelling tot veel historici noemt u de late vorming van de Duitse natie een voordeel. Waarom?
MACGREGOR. “Na 1648 (het einde van de Dertigjarige Oorlog, nvdr) bestond in Duitsland een diversiteit die uniek was in Europa. Het was een groot politiek organisme waar katholieken, protestanten en joden samenleefden. Dat losse verband maakt een grote vrijheid van denken en een fantastische concurrentie tussen de steden mogelijk, maar ook een diversiteit en een autonomie die reikte van verschillende munteenheden tot worst. Het idee van een sterke centrale staat is eigenlijk een anomalie in de Duitse geschiedenis. Dat heeft geleid tot de aberraties van 1870 en 1933.”
Die structuur had in de achttiende eeuw wel tot gevolg dat Duitsland de aansluiting verloor met de snel ontwikkelende economieën van Engeland en Frankrijk. Begin negentiende eeuw werd het onder de voet gelopen en vernederd door Napoleon. In uw boek neemt u het ijzeren kruis, de Pruisische militaire orde, als symbool voor het egalitaire Pruisen. Waarom?
MACGREGOR. “Voor de Britten is het woord Pruisen synoniem met militaire agressie. Maar het ijzeren kruis is het symbool van het egalitaire moment dat Pruisen beleefde toen het zich van Napoleon probeerde te bevrijden. Het werd gekenmerkt door nuchterheid, bescheidenheid, plichtsgevoel, een besef van kracht en het idee dat het er niet om gaat rijkdom te vergaren, maar solidariteit te tonen.”
Is uw beeld van Pruisen niet wat geïdealiseerd?
MACGREGOR. “Dat idee van een ander Pruisen bestond tot 1815 of 1820. Daarna is het vervluchtigd, dat klopt.” (Lees ook blz. 103)
De autoritaire staat behield de overhand en mondde 125 jaar later uit in het fascisme. Het humanistische Duitsland ging daarmee ten onder. Die strijd om de ziel van het land wordt volgens u gesymboliseerd door de poort van het concentratiekamp Buchenwald, dat nauwelijks tien kilometer van het Weimar van Schiller en Goethe lag. Het opschrift op de poort luidt ‘Jedem das Seine’ – ieder het zijne.
MACGREGOR. “Dat opschrift geeft blijk van puur sadisme. De nazi’s waren niet alleen fysiek wreed, ze konden ook intellectueel doortrapt en gemeen zijn. Die tekst is niet alleen een belediging van een principe van de democratische rechtsstaat, hij is ook de titel van een prachtige cantate van Johann Sebastian Bach – alles wat in de traditie van het land nobel scheen.”
Het opschrift werd ontworpen door Franz Ehrlich, een gevangene die aan het Bauhaus had gestudeerd. Dat verklaart het elegante, modernistische uitzicht ervan, wat de barbaarsheid nog verhoogt. Waren de nazi’s zich ervan bewust dat Ehrlich een stijl gebruikte die zij als ontaard beschouwden?
MACGREGOR. “Ehrlich werd gedwongen dat opschrift te ontwerpen. De meeste onderzoekers gaan ervan uit dat hij die vorm koos als een daad van persoonlijke weerstand en dat de nazi’s dat over het hoofd zagen. Misschien was de keuze van die vorm zijn manier om moreel te overleven.”
U verbeeldt de DDR aan de hand van een blauw surfpak waarmee iemand in 1987 over de Oostzee wilde vluchten.
MACGREGOR. “Het toont aan hoe vertwijfeld velen waren over het systeem en welke middelen ze gebruikten om eraan te ontsnappen, zelfs tot twee jaar voor de val van de Muur. Die wetsuit is uit slecht materiaal vervaardigd. Mensen die zo’n pak kochten, werden er meteen van verdacht dat ze het niet zouden gebruiken om te surfen, maar om te vluchten. De eigenaar had geluk dat hij werd aangehouden. Een vlucht over de Oostzee in november had hij in zo’n dun dingetje niet overleefd.”
U noemt de DDR een eersteklas bewakingsstaat.
MACGREGOR. “De Duitsers hebben daaruit lessen getrokken. Wij Britten zijn onder de indruk van de manier waarop de Duitsers consequent weigeren de staat dichterbij te laten komen, of het nu gaat om afluisterpraktijken of om bewakingscamera’s. Dat verklaart ook de overwegend positieve reactie op de onthullingen van Edward Snowden in Duitsland. De meeste Britten geloven instinctief dat de staat het goed met hen meent en er is om hen te beschermen. Geen weldenkende Duitser is zomaar bereid dat te aanvaarden na de dictatuur van de nazi’s en de DDR.”
Na de Tweede Wereldoorlog en tot aan de Auschwitzprocessen begin jaren zestig heerste in West-Duitsland een geweldige stilte. In plaats van de confrontatie met het verleden aan te gaan stortten de burgers zich op arbeid, wat bijdroeg tot de snelle economische wederopstanding. Staat de Volkswagen Kever, waartoe Hitler nog de aanzet gaf en die later het symbool van het Wirtschaftswunder werd, ook niet symbool voor een succesvolle verdringing?
MACGREGOR. “Ik ben geen psychiater, maar het lijkt me duidelijk dat de meeste Duitsers niet wilden nadenken over wat zij zouden hebben gedaan of over wat in hun naam is gebeurd. Dat lukt nog het beste als je je met andere zaken bezighoudt. Het eerste Duitse woord dat we op school leerden, was fleißig. Vlijt werd het toevluchtsoord van de Duitsers. Dat leidde tot die enorme wederopbouw. In het centrum van dat succes stond de Kever.”
De snelle wederopstanding van de Duitsers wekte in de jaren vijftig en zestig niet alleen bewondering bij de Britten, maar ook frustratie: ‘Wie heeft eigenlijk die verdomde oorlog gewonnen?’
MACGREGOR. “De bewondering van de Britten voor machines made in Germany is meer dan vier eeuwen oud. Shakespeare schreef al: ‘I seek a wife! A woman that is like a German clock.'”
Dat klinkt niet bepaald vleiend voor vrouwen.
MACGREGOR. “Nu ja, misschien bedoelde hij een dame die zeer duur en zeer betrouwbaar is. Maar ernstig nu, de Volkswagen Kever heeft een plaats helemaal bovenaan in de traditie dat de Duitsers mooiere en betrouwbaardere machines kunnen bouwen dan wie ook ter wereld. Als verontschuldiging voor dat verschil in concurrentiekracht heerst in Groot-Brittannië de wijdverbreide mening dat Duitsers wel een heel humorloos en strak georganiseerd leven moeten leiden om zulke economische prestaties neer te zetten.
“De Duitsers vluchten in hun vlijt, wij verschuilen ons achter humor. De Britten zijn een frivool volk. Wij hebben angst om met grote ernst over ideeën te discussiëren. We willen dat het liefst helemaal uit de weg gaan. Humor behoedt ons ervoor om met dingen te moeten omgaan die wij als onaangenaam ervaren.”
Neil MacGregor, Duitsland. Biografie van een natie, Hollands Diep, 598 blz., 39,99 euro.
DER SPIEGEL
“Geen enkel ander Europees land bouwt in zijn hoofdstad een monument voor zijn eigen schanddaden”
“Het idee van een sterke centrale staat is eigenlijk een anomalie in de Duitse geschiedenis”
“De bewondering van de Britten voor machines made in Germany is meer dan vier eeuwen oud”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier